Projecties
Auteur: Lennie Steenbeek | Afbeelding: Dreamlife (videostill), 2020. ©Melvin Moti.
Een ondergrondse grot, een plek waar tijd en licht niet bestaan, waar de greep op de werkelijkheid verloren raakt in oneindig niets en waar waken, slapen en dromen niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. In die duistere, diffuse omgeving worden de belangrijkste vragen in Melvin Moti’s film Dreamlife opgeroepen en door de hoofdpersoon Emile (gebaseerd op de Franse geoloog Michel Siffre) letterlijk onderzocht.
Dreamlife is een metafysische zoektocht naar de oorsprong van het menselijk bewustzijn en de manier waarop we ‘de werkelijkheid’ waarnemen. Moti’s spel met chronologie (heden, verleden en toekomst), de hallucinerende, dromerige shots en de verschillende filmgenres die hij gebruikt, maakt dat je je ook als toeschouwer steeds tussen fictie en realiteit bevindt. Een mystieke ervaring, die doet denken aan de allegorie van de grot van Plato.
Tijd en, vanzelfsprekend, licht zijn de essentie van film. In de allereerste, zoals in die van de gebroeders Lumière, werd tijd letterlijk in beeld gebracht. Dat was al een bijzondere ervaring. Wat film echter volkomen veranderde was de ontdekking van filmmontage. Nu kon tijd gemanipuleerd worden; oneindig veel deuren openden zich, deuren naar nieuwe verhalen.
Sigrid Burg (zie pag. 36) vat film op als moderne mythologie die gedeelde, existentiële ervaringen eindeloos hervertelt, de overtuigingskracht ervan ligt in de imaginaire werelden die worden opgeroepen. Film prikkelt onze verbeelding en laat ons nadenken over onszelf en de wereld om ons heen en dat dient onderwezen te worden. En wat betreft die donkere grot: filmprojectortje erin en je zit je tijd wel uit.