Blog / Diana Bachour /

-
04-03-2021
Out of the box met een koppie thee
Mijn thee staat in stilte, warm en halfvol. De stralen van de zon dringen intens door zijn donkere roodheid. Om die te veranderen in een gelaagde gouden kleur… een diepe kleur en heerlijke geur die mijn achterhoofd bereikt. Het verleidde me bijna om meer na te denken over het weer, of de textuur van de muur. Een kopje thee was genoeg om mijn gedachten te temmen en ze terug te brengen naar the box!
Sinds kort is out of the box denken zowel de oplossing als de betekenis van ontwikkelen en aanpassen aan veranderde omstandigheden. Laten we eerst binnenkijken in onze prachtige schedels. Onze oriëntatie is het brein, de bron van ons zijn, de bron van het paradijs, maar ook van rampen. Het brein is de plek waar we leren, waar je buiten de box kan zijn.
Een van de belangrijkste kenmerken is dat, wanneer we iets nieuws leren en bepaald gedrag tonen, het onze hersenen zijn die dat mogelijk maken. Ze zijn in staat voortdurend te veranderen. Dit wordt neuroplasticiteit genoemd, dat vermogen van het brein om te veranderen. Gelukkig zijn deze vermogens niet afhankelijk van leeftijd, maar van de dosis van nieuwe ervaringen en leren, van onze praktijk, ons werk en ons gedrag. Hoe meer we oefenen en leren, hoe meer we de nieuwe structuur van de verbindingen van hersencellen bevorderen. Zo zal het lezen van deze tekst een nieuwe brug kunnen slaan tussen cellen in jouw brein! Daarom bepaalt jouw neuroplasticiteit feitelijk de lengte, breedte en hoogte van jouw box. Eigenlijk is de box niet het brein, maar zijn het de grenzen in je brein die je scheiden van wat je al weet van de dingen, ervaringen, wetenswaardigheden waar je nog niet aan hebt gedacht.Het proces om uit de box te komen is wel risicovol. Wij, mensen voelen ons eigenlijk veiliger in de box. Samen vormen we een netwerk waar we dezelfde informatie delen, opbouwen en interpreteren en dat is een beangstigend feit. Waar en hoe komen we aan nieuwe informatie? Als we hetzelfde zijn, waar is dan het verschil? Daarom maakt het verlangen om het verschil te maken het risico smakelijker. Ik denk dat we er soms van houden om de regels uit te dagen en te breken. Daarom maken we regels. Eigenlijk kan uit de box denken worden gestimuleerd door te provoceren, door de regels en voorwaarden te negeren of zelfs stilletjes te overtreden.
Dus, geniet van het creatieve denken in deze tijd en waardeer dagelijks de grootsheid van je brein. Leer hoe je meer kunt leren. Oefen hoe je buiten de box kunt gaan en bouw het brein dat je wil.
-
20-12-2020
Taal, Verhaal en Verbeelding
In september 2019, tijdens mijn eerste dagen bij de master Kunsteducatie, begon ik de Nederlandse taal volledig te ‘leven’. Met de taal te ‘leven’, bedoel ik dat de taal een onafscheidelijk aspect werd van mijn dagelijkse routine, het werd zoals de lucht waarmee we inademen, waar we in ondergedompeld zijn. Ik dook in een wereld van taalkundige conventies die niet noodzakelijk verband hielden met mijn moedertaal of met mijn emotionele en visuele waarnemingen. Mijn verlangen om mijn identiteit en imago vorm te geven door middel van woorden en discussie moedigde me aan om drempels te overschrijden tussen wat ik al kende en wat ik nieuw leerde. Ik zou kunnen zeggen dat niets effectiever was dan de Nederlandse taal te leven door middel van kunsteducatie.
Verhalenarchief
Omdat mijn aandacht voor luisteren extra groot was (en nog is) noteerde ik voortdurend de meest populaire woorden uit mijn Nederlandse samenleving. Wat denk je dat de woorden waren die het meest herhaald werden? Ja zeker, het verhaal; vertel een verhaal, gebruik een verhaal, zoek een verhaal… en wat een authentiek verhaal heb jij!
Als ik nu een vraag over een verhaal in de kunsteducatie ervaar, begint mijn taalkundige bagage actief te puzzelen met mijn verbeelding; dat is het geluk dat onze hersenen bieden. Lera Boroditsky, cognitief wetenschapper op het gebied van taal en cognitie, benadrukte in een interview Beyond Words? dat onze hersenen ware meesters zijn. Ze maken dynamische, opportunistische collages, ze recyclen en hergebruiken de kennis die we opdoen door onze fysieke ervaring.Als we taal als een conventie van onze fysieke realiteit beschouwen, beïnvloedt het de verbeelding. Of beter gezegd, de taal onderscheidt zich als een generator van verbeelding, verhalen, perceptie en creativiteit. Met de woorden die we construeren kunnen we onbeperkte aantallen ideeën, emoties en afbeeldingen verzamelen. Als een groot verhalenarchief.
Waarnemen en verbeelden
Taal is een ongelooflijk krachtig instrument dat ons uitnodigt om ideeën op allerlei (nieuwe) manieren op te roepen en eindeloos met elkaar te combineren. Met een paar woorden kan ik het beeld samenstellen van een witte, gevleugelde olifant die stroopwafels bakt onder jouw kerstpalm.
Verbeelding is een waarnemingsmiddel, een gelijktijdige realiteit gevormd uit concepten en signalen die niet altijd verbonden zijn met de fysieke realiteit. De taal die het mogelijk maakt om dingen voor te stellen die je nooit had kunnen bedenken.
Ibn Arabi, een Arabische theoloog en filosoof van het soefisme, beschrijft verbeeldingservaring als licht omdat het de essentie van de taal en het verhaal verkent. Hij zegt: Wanneer de verbeelding iets waarneemt, neemt het met zijn licht op, en het licht vergist zich niet in het onthullen van dingen. De verbeelding oordeelt niet, maar ontdekt de duisternis die de dingen bedekt.In wezen gebruiken wij in kunsteducatie twee buitengewone menselijke krachten: de taal en de verbeelding om onze verhalen te genereren en te produceren. Verhalen die meer worden dan woorden, die een potentieel instrument worden dat ons traint om ons te concentreren op iets dat misschien niet zichtbaar of voorspelbaar is.
-
09-10-2020
Kan ik bij jou horen?
‘Als een droom onvermijdelijk is, laat hem dan zuiver zijn, blootsvoets zijn, blauw van kleur zijn, uit zichzelf geboren zijn. Alsof het zo was, maar het was alleen het tegenovergestelde beeld in zijn realiteit.’
De zoektocht naar ‘erbij horen’ die Mahmoud Darwish, een Palestijnse dichter, nauwkeurig probeerde te beschrijven met bovenstaande woorden was letterlijk mijn obsessie in de afgelopen zeven jaar.
Het begon allemaal in de smalle stenen steegjes van Damascus. Waar de geur van jasmijn door de muren en hoeken dringt; waar je lopend de geur van natte aarde opsnuift; waar roestige lantaarns, omwikkeld met elektrische draden, boven deuren en ramen uitsteken; waar je simultaan gesprekken van vrouwen en liederen van Fairuz opvangt.
En toen, met mijn enorme culturele en artistieke bagage, verliet ik angstig, maar nieuwsgierig deze stad om op de evenaar te wonen. Op een plek waar de combinatie van banaan en bonen onder de gouden zon zo lekker is en de hoeveelheden groene kleuren alle verwachtingen overtreffen. Uiteindelijk ben ik drieënhalf jaar geleden geland in Nederland, het land van interdisciplinariteit, spontane douches omdat het regent tijdens het fietsen en feedbackmomenten.Door mijn ogen
Natuurlijk, Nederland is meer dan dat. Maar ik zou graag willen dat je mijn ogen neemt en erdoorheen kijkt (een Arabische uitdrukking) om te zien hoe jij omgaat met kunsteducatie en met mijn obsessie om erbij te horen.
Vanaf de eerste dag van mijn studie aan de AHK realiseerde ik me het belang van mijn constante innerlijke dialoog die ik in mijn moedertaal voer om mijn evenwicht in de groep te bewaren. Zoals de antropoloog Máiréad Nic Craith in haar boek Narratives of Place, Belonging and Language beschreef: interne gesprekken helpen ons in het omgaan met de omgeving waarin we leven en geven op een of op andere manier het concept van ons IK in deze omgeving vorm.Acceptatie van het nieuwe
Tijdens mijn master Kunsteducatie maak ik steeds de afweging tussen wat oorspronkelijk, geworteld en geërfd is, en tussen wat geleerd, verworven en gewenst is. Ik denk dat dit de moeilijkste stap is naar het ‘erbij horen’: de confrontatie aangaan met en de acceptatie van het nieuwe.
Hoewel mijn oorspronkelijke artistieke achtergrond gebaseerd is op de Europese kunstacademies en -filosofie, erken ik dat de tijd in Syrië heeft stilgestaan en dat de deur niet openstond voor een interdisciplinair artistiek onderzoek. Onderzoek waarbij je verbonden en verweven wordt met andere artistieke disciplines.
In het eerste jaar van mijn masterstudie werd onze groep gevormd in een verrijkend interdisciplinaire mozaïek. Allereerst vroeg ik me af: Pas ik hier? Ben ik echt verbonden? Voel ik me thuis? Vervolgens werd de eerste stap naar het ‘erbij horen’ voortgebracht door de acceptatie van het nieuwe: door mijn eigen connectie te verkennen via anderen. Ook al kwamen er momenten van fanatisme of nostalgie bij me op.De eerst stap naar een nieuwe wereld is tegelijkertijd de moeilijkste. We zijn continue op zoek naar het gevoel ‘erbij te horen’. Inmiddels durf ik te zeggen dat we een stukje van onszelf kunnen vinden in iets dat we nog nooit eerder hebben gekend.