Blog / Jacqueline de Kuijper /

-
21-09-2023
Dansplezier
Op de websites van veel dansscholen staat dat het voornaamste doel van hun lessen het ervaren van dansplezier is. Dat vond ik, om heel eerlijk te zijn, altijd maar een beetje stom, kortzichtig en oppervlakkig. Alsof dansen alleen maar frivool is. Entertainment in plaats van kunst of topsport. Terwijl danseducatie zoveel meer teweeg kan brengen dan enkel ‘plezier’. Namelijk: lichaamsbewustzijn, betere motoriek, conditie, zelfvertrouwen, emotionele expressie, zelfreflectie, creativiteit, improvisatievermogen, sociale vaardigheden, kunstwaardering, cultureel bewustzijn, en ga zo maar door.
Al deze andere opbrengsten van danseducatie worden zelden genoemd in de marketing van dansscholen. Ook al ben ik ervan overtuigd dat elke dansdocent het volledig met mij eens is dat danslessen dit ook teweeg kunnen brengen. Dus vanwaar alsmaar die focus op dansplezier? Ik begreep het niet. . .
Totdat ik me realiseerde dat dansplezier niet vanzelfsprekend is. En ik me herinnerde dat ik op meerdere momenten in mijn leven mijn dansplezier verloren ben. Omdat het verwerven van techniek en het worden van een betere danser belangrijker werd dan de reden dat ik dansen zo leuk vond. Namelijk de totale vrijheid die ik voelde als ik in mijn eentje in een lege studio – voor of na de dansles, of in de huiskamer – vrij aan het dansen was. En ik denk nu ook aan alle dansers die door grensoverschrijdend gedrag van hun docenten of klasgenoten getraumatiseerd raakten.
Dat doet me beseffen dat dansplezier inderdaad de basis is. Zonder plezier in dansen, en in leren dansen, kunnen al die andere leeropbrengsten niet gerealiseerd worden. Dat plezier (en de sociale veiligheid die dat plezier mogelijk maakt) moet door docenten te allen tijde bewaakt en gestimuleerd worden. Dat is misschien relatief makkelijk in lokale dansscholen waar leerlingen vrijwillig danslessen volgen omdat ze dansen al leuk vinden, maar ik kan me voorstellen dat dit in het onderwijs echt een uitdaging is.
Een partij die het in ieder geval goed gelukt is om jonge kinderen dansplezier bij te brengen is Corpo Máquina Society uit Tilburg. Ik zag deze zomer hun voorstelling It takes a Child to raise a Village in de gymzaal van BBS de Kruiskamp, tijdens festival Boulevard in Den Bosch. Wat was dat een feestje! Ik heb zelden zo genoten van een voorstelling, en dat kwam door het pure ‘beweegplezier’ dat de kinderen lieten zien.
De voorstelling bestaat uit een opeenvolging van scènes waarin steeds verschillende spelregels gelden. Zo’n zes performers doen elke 5-10 minuten een ander spel met de kinderen (vanaf 8 jaar). De ene keer klauteren ze over een klimtoestel in de vorm van een iglo, dan worden er springtouwen bijgehaald waar de kinderen over of onderdoor moeten rennen, dan weer mogen ze op een doek gaan zitten en worden ze door een performer als een sleetje voortgetrokken – en dat gaat soms bijna mis, maar nooit echt. Ze rennen, springen, klimmen, rollen, glimlachen, stralen, en schateren. Onderwijl spelen livemuzikanten prachtige muziek.
Het is een 90 minuten durende voorstelling die in de 90 minuten voorafgaand wordt voorbereid. Een week lang hebben de kinderen elke dag een repetitie én een presentatie. En ik kon zien dat de kinderen in die korte tijd aan al die mooie leerdoelen hebben gewerkt: plezier, zelfvertrouwen, motoriek, samenwerken, instructies opvolgen, op je beurt wachten, initiatief nemen, improviseren, etc. En hoewel je kunt discussiëren of er wel echt werd ‘gedanst’, waren toch alle aspecten van danseducatie en van een dansvoorstelling aanwezig.
Ik vind het echt een ongelooflijke topprestatie die hier is geleverd door Corpo Máquina Society en hoop dat zij nog vele scholen zullen bezoeken met hun educatieve project.
Jacqueline de Kuijper is hoofdredacteur van Dansdocent.nu – online magazine voor dansdocenten, en Dansers.nu – online magazine voor dansers en makers.
-
15-06-2023
Schreeuwlelijkerds
Zo’n vijftien jaar geleden stond ik tijdens een summer intensive in de les van een alom geliefde en gerespecteerde docent moderne dans. Ook ik had haar hoog zitten en genoot enorm van haar inspirerende lessen. Want hoewel ze de vijftig jaar al voorbij was, danste ze ons jonkies er allemaal uit. Ze was nog net zo fit, expressief en gepassioneerd. Of, moet ik zeggen, fel.
Op een dag is een cursist te laat voor de les en de rest van het uur er niet helemaal met haar gedachten bij. Het werkt op de zenuwen van de docent, die altijd meer dan 100% focus en overgave verlangt. Ineens begint ze tegen het meisje te schreeuwen dat het nooit iets met haar zal worden als ze niet beter haar best doet en dat haar houding niet respectvol is tegenover haar en de groep. Ik sta aan de grond genageld en kijk voorzichtig vanuit mijn ooghoeken om me heen. Iedereen staat net als ik stil en kijkt angstig. We zeggen niks. Doen niks. En horen het aan. Alsof het over ons gaat en ze tegen ons schreeuwt.
Ik begrijp wat de docent zegt, en toch.. moet dat zo gemeen? Ik weet ook niet waarom die cursist er vandaag met haar hoofd niet bij is. Wie weet is ze verliefd, of kreeg ze net slecht nieuws. De meesten van ons doen deze zomercursus voor het dansplezier. En het meisje is nog geen achttien. Als de tirade voorbij is, gaat de docent verder met de les alsof er niks is gebeurd. Maar voor mij is alles veranderd! Ik voel me niet langer comfortabel bij haar en merk hoe mijn respect verdwijnt, alsof het zo uit mijn lichaam zakt en de ruimte als een geest verlaat.
Het is de laatste keer dat ik les neem van deze docent. Gelukkig heb ik die keuze.
……
Op 22 mei is Schaduwdansen gepresenteerd, het rapport over het grote onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag in de Nederlandse danssector. Hieruit blijkt dat 39% van de mensen die dans beoefenen afgelopen jaar te maken heeft gehad met één of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Verbaal grensoverschrijdend gedrag (schelden en schreeuwen) komt het vaakst voor (16%). Het zijn overigens vooral professionele dansers die grensoverschrijdend gedrag meemaken. Zij voelen zich ook vaker onveilig dan recreatieve dansers.
Velen zijn geschokt door de resultaten, maar mij verbazen ze eigenlijk niet. Het rapport doet me denken aan het incident met de docent moderne dans. En aan alle andere docenten bij wie ik me onveilig voelde, of niet gewaardeerd. Zoals de docenten die alleen aandacht gaven aan hun lievelingetjes – en dat was ik nooit. Het is een van de redenen waarom ik niet langer naar de dansacademie wilde gaan. Met die keuze heb ik nog steeds vrede. Toch vraag ik me weleens af hoe anders mijn danscarrière was verlopen als ik wat vaker les had gehad van dansdocenten die daadwerkelijk danseducatie hadden gestudeerd. En wat minder van succesvolle dansers die nooit wat over didactiek hadden geleerd en daarom lesgaven zoals zij van hun docenten les hadden gekregen. Die waarschijnlijk ook naar hen schreeuwden. Het lijkt wel intergenerationeel trauma.
Gelukkig kan het ook anders. Een lichtend voorbeeld is Marcia Smeding, artistiek leider van MBO DANS in Roosendaal. Een jaar geleden was ik bij hun eindvoorstelling, waarin de afstuderende dansers een verticale muurdans deden. Ze sprongen en draaiden op tien meter hoogte in harnassen tegen de achtergevel van Theater de Kring. Maar wat die avond de meeste indruk maakte, was de speech van Marcia aan het einde van de voorstelling. Daarin richtte ze zich tot twee studenten die deze dans niet deden omdat ze het te eng vonden. Marcia complimenteerde hen met hun moed en assertiviteit, en zei hoe geweldig ze het vond dat ze hun grenzen hadden aangegeven.
Leiders zoals Marcia bieden mij hoop op een betere toekomst. Maar een enkele held is niet voldoende. Er moet structureel verandering komen! Zoals een verplichte Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) voor sporttrainers. Verder ben ik het volledig eens met de Raad voor Cultuur, die adviseert om een didactische aantekening voor alle docenten in het kunstvakonderwijs verplicht te stellen. Dus ook voor deeltijddocenten en gastdocenten die veelal uit het werkveld komen! De raad wijst het gebrek aan didactische kennis en de onaantastbaarheid van topdocenten aan als risicofactoren voor grensoverschrijdend gedrag. Precies zoals ik die dag vijftien jaar geleden ervaren heb, en op vele andere momenten.
Meer weten? Op Dansdocent.nu publiceerde ik onlangs een uitgebreid nieuwsbericht over het rapport Schaduwdansen, met daarin de belangrijkste bevindingen én een lijst met leestips en hulpbronnen om zelf aan de slag te gaan met het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag en het creëren van een veilige leeromgeving.
-
06-04-2023
Dit is dé nieuwe gids voor alle dansdocenten!
Al jaren voel ik een groot gemis aan Nederlandstalige boeken over dansdidactiek. Tijdens mijn masterstudie in de Verenigde Staten (2011-2013) kwam ik een rijkdom aan boeken en vakliteratuur over danseducatie tegen. Eenmaal terug in Nederland ontdekte ik dat studenten van de opleidingen Docent Dans het met Dans in Samenhang van Vera Bergman moesten doen. Nog steeds, overigens. En daar heb ik menig dansdocent over horen klagen. Niet dat het een slecht boek is, maar het is klein en dun en er was niks anders in de Nederlandse taal. Inmiddels voelt ook de inhoud ouderwets; de tweede editie in mijn kast komt uit 2012, maar de methodiek waarop dit tekstboek gebaseerd is komt uit 1991.
Gelukkig is er een nieuw Nederlandstalig boek over dansdiactiek: DANCE(ch)ARTS van Natalie Gordon. Zij werkt al meer dan dertig jaar als dansdocent en is coördinator van de bachelor en educatieve master Dans aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Voor het boek liet ze zich inspireren door de ontwikkelingen in het hedendaagse danswerkveld, maar haar ideeën zijn toepasbaar in alle dansstijlen en settings waar danslessen gegeven worden. De focus ligt op hoe docenten dansers opleiden, en niet op wat ze hen aanleren. DANCE(ch)ARTS is een praktische gids voor de ontwikkeling van een coherent studietraject (lessenreeks). Een die je uitdaagt om je eigen lesgeefgewoonten in twijfel te trekken en nieuwe methodes te proberen.
Gordon vindt namelijk dat traditionele lesmethodes voor danslessen niet vanzelfsprekend de beste zijn. De nieuwe generatie dansers heeft eigen vormen van communicatie, verwachtingen en ambities. Niet alleen de benodigde dansspecifieke vaardigheden zijn tegenwoordig anders, ook de gevraagde persoonlijke vaardigheden. In DANCE(ch)ARTS gaat het daarom niet om het aanleren van danspassen, maar om het ontwikkelen van overdraagbare vaardigheden bij de leerlingen. Zoals intrinsieke motivatie, lichaamsbewustzijn, improvisatie, creativiteit en kritische reflectie.
Zelf is ze kritisch op ‘lesgeven via demonstratie’ en pleit ze voor meer bewegingsonderzoek in danslessen. Naast eigen ervaringen zijn progressieve en moderne theorieën over educatie voor haar een inspiratiebron. Ze besteedt dan ook aandacht aan hedendaagse onderwijsbegrippen als leerlinggestuurd onderwijs. Vanuit een uiteenzetting van verschillende type rollen en verantwoordelijkheden voor zowel docent als leerling, haalt ze moderne onderwijsmethodes aan zoals flipping the classroom, blended learning en ervaringsgericht leren – alle gespecificeerd met betrekking tot dans.
Gordon schrijft: ‘Via een breed en algemeen onderwijs leren mensen hun talenten te ontplooien, hun horizon verbreden en hun eigen kernwaarden kennen. Dansonderwijs kan daartoe een bijdrage leveren, maar dan moeten we meer doen dan alleen maar mensen leren dansen. Wij als docenten moeten onze dansers motiveren om hun persoonlijke, sociale en professionele vaardigheden als geheel te ontwikkelen. Dat vraagt om een nieuwe benadering van dansonderwijs.’
Juist die focus op moderne onderwijsmethodes en de brede ontwikkeling van leerlingen maakt dit boek zeer geschikt voor dansdocenten in het onderwijs. Wat mij betreft mag dit boek dus de nieuwe standaard worden op de hbo-opleidingen Docent Dans in Nederland. Al hoop ik eigenlijk dat alle dansdocenten (jong en oud) dit boek zullen lezen en geïnspireerd raken om hun praktijk te herzien. Want op de meeste lokale dansscholen is ‘de leerling doet de docent na’ nog steeds de norm. Maar ook in die context kan danseducatie veel meer voor mensen betekenen dan choreo’s leren!
Jacqueline de Kuijper is hoofdredacteur van Dansdocent.nu – online magazine voor dansdocenten. In oktober 2022 lanceerde ze een tweede platform: Dansers.nu – online magazine voor dansers en makers in Nederland en Vlaanderen.
-
26-01-2023
Gezocht: dansdocent voor het onderwijs
‘Er zijn te weinig dansdocenten die kiezen voor het onderwijs’, zegt Anne Bos in de vijftiende podcast van ‘Dansdocent van de Toekomst’. Vacatures voor dansdocenten, vooral in het primair onderwijs (po) kunnen niet vervuld worden. Ook de vraag vanuit het voortgezet onderwijs (vo) stijgt volgens hem. Al legt de overheid de nadruk op taal en rekenen, scholen beseffen steeds meer dat de kunstzinnige kant net zo belangrijk is om te ontwikkelen. Ook het besef dat leerlingen door dans de vakken taal en rekenen beter leren beheersen groeit, voegt Anja Boer toe.
Podcasthost Sanne Fokkens sprak in december 2022 met Bos en Boer over de post-hbo- opleiding Docent Dans Improvisatie in Amsterdam, waar zij samen leiding aan geven. De opleiding leidt studenten op volgens de methodiek dansexpressie van Kit Winkel. Zij gaf van 1969 tot aan haar pensioen in 1981 leiding aan de docentenopleiding dansexpressie aan de Theaterschool in Amsterdam. Daarna heeft Nettie Schippers het initiatief genomen om de opleiding onafhankelijk voort te zetten.
In de huidige vorm bestaat de post-hbo-opleiding Docent Dansimprovisatie uit drie modules die ook los te volgen zijn. De opleiding is bedoeld voor zowel dansdocenten, dansers, leerkrachten, als eenieder die interesse heeft in dansexpressie en een hbo-diploma op zak heeft. Omdat de methode mensen helpt om echt iedereen in beweging te krijgen, is deze zeer geschikt voor het reguliere onderwijs. En zo heeft Winkel die ook bedoeld: als een educatieve dansvorm die voor iedereen toegankelijk is.
Voorafgaand aan deze podcast had ik geen idee dat er in het po zo’n schaarste is aan dansdocenten. Het verbaasde me enorm en zette me aan het denken. Ik herinner me een gesprek tussen Sanne Fokkens en dansdocent Lynn Kosakoy (die zich gespecialiseerd heeft in danseducatie in het po) over de dansopleiding van de toekomst. Daarin zegt Kosakoy dat ze de master Kunsteducatie van ArtEZ heeft gevolgd omdat ze zich zonder die verdieping niet klaar voelde om les te geven in het onderwijs. Waarna vertelt dat de hbo-opleidingen Docent Dans in Nederland het belangrijk vinden hun studenten vooral allround op te leiden, in allerlei dansstijlen.
Zoals ik het nu zie, lijkt het mij veel logischer dat reeds tijdens de bachelors Docent Dans de nadruk komt te liggen op lesgeven in het onderwijs. Want zoals Boer het treffend samenvat in de podcast: ‘Je kan met techniek of met andere dansstijlen wel heel leuk aan de slag in het onderwijs, maar dat is niet waar het onderwijs om vraagt.’ In het reguliere onderwijs gaat het namelijk meer om de ontwikkeling van de persoon en sociale en creatieve vaardigheden. Daar draagt het aanleren van danspassen niet per se aan bij, maar de methodiek dansexpressie wel.
Wil jij danslessen gaan geven in het po of vo? Luister dan naar deze podcast met Anne Bos en Anja Boer op Dansdocent.nu. Hierin vertellen ze welke modules je kunt volgen, wat er zo bijzonder is aan de methodiek dansexpressie, en waarom deze geschikt is voor het reguliere onderwijs.
Deze blog is gebaseerd op de reflectie van Sanne Fokkens op het podcastgesprek met Anne Bos en Anja Boer. Sanne Fokkens is redacteur bij Dansdocent.nu, en ik (Jacqueline de Kuijper) ben de hoofdredacteur van Dansdocent.nu en Dansers.nu – de enige online magazines voor dansdocenten en dansers in Nederland en Vlaanderen.
-
10-11-2022
Ga met je klas naar deze dansvoorstellingen!
Toen ik op de middelbare school zat klaagden mijn klasgenoten en ik dat je op school van alles leert, maar niet wat echt belangrijk is in het leven. Zoals hoe je vrienden maakt en een ruzie oplost. Of hoe je een ander versiert, lekker kunt vrijen en wat consent is. Dat was ‘privé’ en moest je dus maar zelf ontdekken. Met een beetje geluk kon je hierover praten met je ouders of je vrienden. Maar veel vaker betekende het eenzaam en lijdzaam op je bek gaan en weer opstaan met blauwe plekken. En dat keer, op keer, op keer, op …
Dit verklaart mijn enthousiasme toen ik dit jaar jeugddans ontdekte – op mijn 35e! Zo zag ik onlangs onder andere Matties (12+) van Wies Bloemen van Danstheater AYA. In deze voorstelling vertellen vier dansers van buitenlandse komaf over hun jeugd en hoe lastig het was om vrienden te maken in Nederland. Omdat deze verhalen autobiografisch zijn en recht uit het hart komen, zat ik van begin tot eind geboeid te kijken. This sh*t is real. Niet alleen ik was geraakt.
Naast mij zaten stoere tienerjongens erdoor heen te praten. ‘Jo, wat doet hij?’ Grote kans dat dit hun eerste keer in het theater was, maar al snel zaten ze muisstil te kijken. Ali Zanad vertelt over de tijd waarin de vrienden waarmee hij op straat rondhing drugs besluiten te doen en hij dat niet wil. Hij herhaalt de woorden van zijn vader: ‘Ali, we zijn naar Nederland gekomen om een toekomst op te bouwen, niet om die te ver-nie-ti-gen.’ De andere drie dansers liggen bovenop hem en Ali kan nauwelijks ademhalen. Groepsdruk is geen grapje.
Na deze voorstelling over vriendschap verlangde ik naar een voorstelling over seks – dat andere grote thema uit de pubertijd. Want de seksuele voorlichting die ik vroeger heb gehad ging niet veel verder dan hoe je een condoom moest omdoen en welke soa’s je daardoor kon voorkomen. Seks was gevaarlijk, vies. Wanneer je als meisje sex leuk vond was je een slet. En dat consent niet hetzelfde is als de afwezigheid van ‘Nee’, daar sprak men twintig jaar geleden niet over.
Gelukkig bestaat zo’n dansvoorstelling: Pink Portal van Cecilia Moisio en MAAS Theater en Dans. Een confronterende, informatieve, grappige en net zo emotionele voorstelling over het vrouwelijk lichaam. Specifiek: de vulva. Acht vrouwen, jong en oud, schijnen daarin hun licht op de controle, kritiek, verafgoding en censuur waarmee het vrouwelijk lichaam al eeuwen te maken heeft. Met op het toneel een enorme clitoris (het hele orgaan, niet alleen dat bobbeltje). Ik heb direct kaarten gekocht!
Ik ben niet opgegroeid met jeugddans. Noch mijn ouders, noch mijn dansdocent, noch de middelbare school waarop ik zat nam dat initiatief. Voor CKV ging ik naar een dansvoorstelling, maar dat was een abstract stuk van Nederlands Dans Theater. Waar was de jeugddans in die tijd? Ik kende het niet. Maar ik ben superblij dat er steeds vaker voorstellingen voor jongeren worden gemaakt. En dat ze eindelijk erkenning krijgen: sinds dit jaar worden tijdens het Gala van de Nederlandse Dansdagen de Jonge Zwanen uitgereikt.
Mijn advies: ben je docent voor het vak Dans of CKV op een middelbare school, of mentor van een klas? Ga dan met je leerlingen naar één van deze voorstellingen. Of allebei. De jongeren zullen je dankbaar zijn. Ook al durven ze dat misschien niet toe te geven. Het blijven immers pubers.
Jacqueline de Kuijper is hoofdredacteur van Dansdocent.nu – online magazine voor dansdocenten. In oktober 2022 lanceerde ze een tweede platform: Dansers.nu – online magazine voor dansers en makers in Nederland en Vlaanderen.
-
01-09-2022
De docent als onderzoeker
Geven we als (dans)docenten les zoals het altijd is gedaan? Of geven we les op de meest effectieve manier? Hoe weten (of meten) we dat? En wat is ons doel eigenlijk? Wat moeten leerlingen na dit jaar, of vier jaar, kunnen? Zijn die doelen nog wel van deze tijd? Wat willen de leerlingen eigenlijk zelf graag leren? En hoe? Hoe denken andere docenten in het team hierover? Sluiten lessen op elkaar aan, of is ieder in zijn eigen bubbel bezig? En is ‘meer meer meer’ wel beter? Of bereiken we meer door juist minder te trainen, en meer te reflecteren? Hebben de leerlingen nog wel headspace voor nieuwe leerstof, of zijn ze eigenlijk te moe? Hoe zorgen we ervoor dat ze presteren op de juiste momenten?
Deze gedachtegang is bij mij blijven hangen na mijn interview met Gaby Allard. Ik sprak haar over Periodization: A Framework for Dance Training, het boek dat ze samen met sportwetenschapper Matthew Wyon schreef. Allard werkte zo’n twaalf jaar, in verschillende leidinggevende functies, bij de dans- en theateropleidingen van ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. In het boek beschrijft ze de periode van 2006 tot 2010, waarin ze samen met Wyon en andere wetenschappers ‘periodisering’ toepaste en het curriculum van de opleiding Danser / Maker (nu: Dance Artist) hervormde. Periodisering is een eeuwenoud concept uit de sport, waarbij men kritisch kijkt naar de trainingsschema’s die sporters op het juiste moment moeten laten pieken. Dit concept is nog maar weinig toegepast op dans, maar daar bracht Allard dus verandering in.
Tijdens ons gesprek vertelt Allard enthousiast over ‘de docent als onderzoeker’. Daarmee doelt ze op de onderzoekende houding die docenten kunnen aannemen; om nieuwsgierig te blijven naar andere methodes en een leven lang te durven spelen met de eigen lespraktijk. Vanuit deze reflectieve houding ging zij destijds het experiment op ArtEZ aan en inspireerde ze haar docententeam om ook kritisch naar hun lespraktijk te kijken. Allard wilde weten of het curriculum dat er toen lag daadwerkelijk het beste was wat zij studenten konden bieden, of dat een andere aanpak beter zou werken. Ze vond dat ze dat verschuldigd was aan de nieuwe generatie dansers, om hen het meest relevante dansonderwijs te bieden, zodat zij succesvolle en blessurevrije carrières kunnen hebben. De nieuwe aanpak die zij samen met haar team ontwikkelde bleek inderdaad beter op dat moment, voor deze generatie studenten.
Het is deze onderzoekende houding die ik bewonder, die mij inspireert, en die centraal staat in het boek. Want periodisering is geen kant-en-klare methode! Eerder een bril waardoor je naar je eigen lespraktijk kijkt. Zoals de vragen waarmee ik deze blog begon. Ik hoop dat iedere docent zich deze vragen regelmatig stelt.
Jacqueline de Kuijper interviewde Gaby Allard vanuit haar functie als hoofdredacteur van Dansdocent.nu – online magazine voor dansdocenten. Het interview verschijnt daar in oktober onder de rubriek Internationaal Dansonderzoek.

Tijl Bossuyt
Taal versus talen
of de macht van efficiëntie versus de kracht van ontwikkeling

Word abonnee
Automatisch op de hoogte blijven van onderzoek, recente ontwikkelingen en goede praktijkvoorbeelden uit het vakgebied?

CJP Educatie
Een online etalage waar scholen in het VO het aanbod van culturele organisaties vinden. Van online workshops fotografie tot een interactieve voorstelling via Zoom.

Gerstaecker – Alles Voor de kunst óók voor onderwijs & therapie
Meer dan 70.000 materialen voor kunst & hobby! Vraag vrijblijvend een offerte aan in onze winkel. Of neem contact met ons op en vraag naar de mogelijkheden.

Muziekmethode Intro
Begin met muziek, eindig bij jezelf
Intro is gecomponeerd om jou te helpen je leerlingen optimaal te begeleiden in hun muzikale ontwikkeling. Met de methode begeleid je je leerlingen in het ontdekken van hun eigen talenten en het vinden van hun eigen geluid. Intro omarmt de vrijheid die muziek geeft en laat je werken zoals je zelf wilt. Met persoonlijke leerroutes sluit je makkelijk aan bij ieders niveau. En met de vele studio-opnames, oefenvideo’s, speelstukken, pianobegeleidingen en leadsheets, kun je meteen aan de slag. “Let’s get it started!”
Cover #5
Mindblooming Jada de Jong (5 havo, Veluws College Walterbosch, Apeldoorn). 20cm x 20cm x 40cm, acrylverf-hout-kunststof