Blog / Jeffrey Deelman /

-
04-05-2023
Mislukt
In het fotoboek van mijn jeugd zit een foto van een 9-jarig jochie dat met zijn zusje en broertje een toneelstukje speelt. Dat jochie ben ik. Op zolder tussen twee bruinoranje gordijnen uit eind jaren 70 staan we vol overgave een waarschijnlijk onnavolgbaar verhaal te spelen voor onze ouders. Mijn zusje met de versleten handtas van oma en ik met de magische rok van mijn moeder. Die rok is voor een klein jochie eerder een jurk. Maar evengoed magisch, want als je heel snel rondjes draait, zet de jurk uit.
Die magie van de verbeelding is altijd een rol blijven spelen. Bijna altijd, want even leek het erop dat ik bedrijfskunde ging studeren. De docent Engels wist in havo 4 de verbeelding weer aan te wakkeren. Ze vroeg of ik voor het schooltoneel in een eenakter wilde spelen die zij regisseerde. Met als gevolg dat ik een paar jaar later als een jonge hond aan de opleiding Docent Theater begon. Het leukste van de opleiding vond ik het spelen en zelf uitzoeken hoe je een verhaal vormgeeft. Het doceren en regisseren vond ik lastiger. Daar moest ik een soort van zeggen hoe het moest. Weet ik veel, ik ben benieuwd hoe jij speelt, onderzoekt en vormgeeft.
Na jaren spelen brachten de bezuinigingen in de culturele sector mij ertoe om adviseur cultuuronderwijs ‘te worden’. Daarin probeer ik het onderwijs en het culturele veld met elkaar te verbinden om cultuur een waardevolle plek in het onderwijsprogramma te geven. Natuurlijk is dit een nobel streven. Alleen geef ik geen les meer in theater, regisseer ik geen theater en speel zelf niet meer. Kortom, vier jaar toneelschool weggegooid. Ik ben mislukt als theaterdocent.
Wat maakt dan dat ik cultuur zo belangrijk vind in de ontwikkeling van (jonge) mensen? Wat hebben die kunstvakken in het onderwijs te zoeken? Is het vak muziek er om muzikanten op te leiden? Laten we leerlingen naar kunst kijken om conservator te worden? Is er schooltoneel om acteurs een eerste stap in hun ontwikkeling te geven?
Door het schrijven van De kunst van het verdwalen, het begeleiden van Leergemeenschappen Cultuureducatie en het faciliteren van de Groninger proeftuinen van de Filmhub weet ik inmiddels dat ik niet mislukt ben. De zolder, het schooltoneel en de opleiding waren een aanzet om samen met anderen te kunnen onderzoeken, te spelen, uit te proberen, een krachtige vorm te vinden zonder dat ik vertel hoe het moet.
Zeker in een wereld waarin de bekende wegen niet langer naar Rome leiden, zijn het vaardigheden die helpen om nieuwe wegen te vinden. Ach, je mag het ook participatief of transformatief leiderschap noemen. Of zoals het ooit op een poster van Loesje verscheen: ‘Ga je mee verdwalen? Ik weet de weg!’.
-
23-02-2023
Waarom? Daarom!
‘Waarom moet ik goed uitkijken, papa?’ ‘Waarom smeer je boter op je brood, papa?’ ‘Waarom moet ik naar bed? Ik ben nog niet moe papa’ ‘Waarom zijn er planeten?’ Waarom, waarom, waarom. Met liefde probeer ik de waarom-vragen van mijn vijfjarige zoon te beantwoorden. Ik waardeer zijn nieuwsgierigheid, maar na de vijftigste waarom-vraag is de verleiding groot om heel hard ‘DAAROM!’ te gillen.
‘Waarom is de directie hier niet aanwezig? Wij kunstdocenten weten wel waarom we dit doen’, betoogde een kunstdocent tijdens een training. ‘Waarom dan?’, vroeg ik om een beetje te prikken. De andere aanwezigen deden hun best om niet met hun ogen te draaien of te zuchten. De energie zakte zienderogen weg.
Het is heel aannemelijk dat je na bovenstaande alinea’s bent afgehaakt. Want hoe legitiem die waarom-vraag ook is, het is een vraag die ons brein niet leuk vindt. Het zorgt ervoor dat we het gevoel krijgen ons te moeten verdedigen en dat we een hele goede reden moeten hebben om uit te leggen wat we hebben gedaan. Het is een vraag die heel veel energie kost.
Door te blijven uitleggen waarom cultuuronderwijs belangrijk is, houden we die waarom-vraag in stand. Misschien zijn we zelf wel het probleem. En de oplossing.
Het kwartje viel toen ik een mail kreeg van vormgevers. Ik had ze de opdracht gegeven om voor een project een poster over chaordisch werken vorm te geven. Ze merkten op dat de waarom-vraag er niet bij zat. Er stonden vragen als: ‘Welke noodzaak zie je om dit project op te pakken?’, ‘Wat is er veranderd als het gelukt is?’, ‘Wat zie je in de wereld gebeuren dat ons gezamenlijk werk belangrijk maakt?’. De waarom-vraag werd niet gesteld, maar wel beantwoord.
Onbewust wisten we in het project de waarom-vraag te omzeilen en tegelijkertijd beter te weten (en voelen) waarom we dit project hebben opgepakt. De ‘chaordische stapstenen’ die we gebruiken, hielpen ons om relevante gesprekken te voeren en goed geïnformeerd aan de slag te gaan.
Tip: Wil je meer weten over de chaordische stapstenen? Google dan eens op ‘chaordic stepping stones’, of ‘design for wiser action’ of lees het boek Your Ideal Classroom.
-
08-12-2022
Ademhalen
‘Het is maar cultuur!’, grapte een dierbare oud-collega. Ik zat me waarschijnlijk weer eens te ergeren aan het onbegrip en de vooroordelen over cultuur in het onderwijs. Telkens voel ik weer de drang om cultuuronderwijs te legitimeren. Als gedachte-experiment vroeg ik me af wat er zou gebeuren als we helemaal stoppen met cultuur. Geen CKV, geen examenvak drama, geen kunstencentrum, geen museum, geen workshop spoken-word en geen theaterbezoek.
Het gedachte-experiment is echter geen gedachte meer. In de wandelgangen rond de ‘Rijke Schooldag’ en de uitwerking hiervan in het programma ‘School & Omgeving’ hoor je geruchten dat kunst en cultuur maar na schooltijd plaats moeten vinden. Er is een minister voor primair en voortgezet onderwijs die inzet op taal, rekenen, burgerschap en digitale geletterdheid met een vage rol voor cultuur. In De Staat van het Onderwijs meet de Inspectie van het Onderwijs hoe het gaat met taal en rekenen. ‘Persoonlijke vorming’ kan op zoveel manieren worden ingevuld dat er niks te meten, laat staan gemonitord, lijkt te worden. Kortom: de verbeelding is al aardig wegbezuinigd.
Wellicht schets ik het te zwart en heb ik het hier en daar wat aangedikt, maar dat betekent niet dat ik totaal ongelijk heb.
Toch ben ik hoopvol. Want elke dag vinden we vormen om ons uit te drukken en betekenis te geven aan de wereld. In de verhalen die we elkaar vertellen, in woorden, in geluiden, in vormen of in beweging. Of het nu een grottekening is, een graffiti, de kleren die je draagt of een gedicht met Sinterklaas. Cultuur gebeurt toch wel en daarvoor heb je de verbeelding nodig.
Cultuur is net als ademhalen. Elke dag sta je op om iets heel belangrijks te doen: ademhalen. Voor ademhalen heb je zuurstof nodig. Net als zuurstof is cultuur overal. Als je zuurstof wegneemt ga je dood. Neem de verbeelding niet weg. Geef zuurstof aan je verbeelding. Want je staat elke dag op om iets heel belangrijks te doen: ademhalen . . . en cultuur maken.
-
29-09-2022
Wantrouwen
Vanuit de frustratie dat cultuuronderwijs vaak ondergesneeuwd raakt, vroeg ik me in een eerdere blog af welke principes we hebben in het cultuuronderwijs. Ik hoopte hiermee mijn frustratie van me af te schrijven. Het is echter dieper onder mijn huid gaan zitten.
Meer en meer kom ik erachter dat die principes niet over goed cultuuronderwijs gaan. Het gaat over goed onderwijs. Of eigenlijk gaat het over de opdracht die wij als volwassenen hebben in de ontwikkeling van jonge mensen.
Onze huidige minister Dijkgraaf (OCW) stelde ooit in een lezing dat het: niet zozeer de kunst is om de aan knop te vinden, maar om van de uit knop af te blijven. Dat is knap lastig als het systeem gebaseerd is op wantrouwen. Taal- en rekenontwikkeling wordt al vanaf kleuterleeftijd gemonitord en getoetst. De regeldruk is doorgeslagen in het krampachtig vastleggen van elke ‘poep en scheet’, zeker wanneer een kind niet aan de gestelde norm voldoet.
Nu ik een zoon heb in de kleuterleeftijd zijn de oudergesprekken onderdeel geworden van de communicatie met de school. Hoe speels en ongedwongen taal en rekenen ook worden aangeboden, ik probeer er scherp op te zijn dat die gesprekken daar niet alleen over gaan.
Ik wil vooral dat de leerkracht mijn kind ziet: wat het kan, waar zijn fascinaties liggen, waar hij doorzettingsvermogen toont, wat zijn eigenheid is.Voor cultuuronderwijs blijkt het lastig om te toetsen en te beoordelen. Zeker in een systeem dat draait op vastleggen, verantwoorden en verdedigen. Checklijsten, protocollen en vinklijstjes houden het wantrouwen in stand. Voor cultuuronderwijs is iets anders fundamenteel: vertrouwen geven. Daarvoor is het nodig dat volwassenen echt kijken naar de eigenheid van kinderen en jongeren. En als je het toch wilt monitoren, maak dan geen vinklijstje maar een vonklijstje.
-
23-06-2022
Pannenkoekenplantjes
Nog een paar weken tot de zomervakantie. Een zonnig terras, twee cappuccino en. . . een goed gesprek. ‘Het kan toch niet zo zijn dat in de ateliers straks geen plantjes staan?’, zegt het hoofd educatie van het een kunstencentrum. Terwijl we nog een cappuccino bestellen praten we verder over haar ervaringen in de Leergemeenschappen Cultuureducatie.
In een Leergemeenschap Cultuureducatie werken onderwijs en culturele veld in Groningen en Drenthe vanuit een gedeelde intentie samen aan innovaties op het gebied van cultuuronderwijs. Het eindproduct staat vooraf niet vast. Het vertrekpunt is een vraagstuk waarvoor een oplossing niet voorhanden is. De expertise uit beide werkvelden wordt samengebracht en er is speelruimte om andere manieren te onderzoeken.
Als projectleider breng ik de opbrengsten en ervaringen in kaart via onder andere het Dossier Leergemeenschappen. Samen met collega’s zoek ik naar manieren om die opbrengsten duurzaam in te zetten. Geld speelt hierbij een belangrijke rol. Want – zo is de gedachte – als er geen geld is, kunnen we de activiteiten niet voortzetten. Natuurlijk kost de inzet van een externe workshopdocent en de aanschaf van materiaal geld.
Duurzaamheid zit echter niet alleen in (aanvullend) budget om activiteiten uit te voeren. De speelruimte die de leergemeenschappen bieden voor experimenten en onderzoek, verdiept de visie op (cultuur)onderwijs. Deelnemers bevragen elkaar op aannames, overtuigingen, waarden en structuren. Wat is nu werkelijk de vraag? Wat dragen de kunsten bij aan de ontwikkeling van kinderen? Wanneer zien we dat het betekenis krijgt voor de leerling? Vanuit welk mensbeeld werken we?
Misschien heeft de school straks geen budget voor de ontwikkelde workshop maar heeft het museum wel de vaardigheid om met leerlingen met autisme te werken. Misschien delen school en museum de noodzaak om leerlingen zich trots te laten voelen op hun leefomgeving en zie je dat terug op andere manier. Misschien gaat de spreekbeurt in de huidige vorm van tafel, omdat je leerlingen meer eigenaarschap kunt geven. Misschien betrek je als school het kunstencentrum bij de bouw en inrichting van het nieuwe schoolgebouw.
Omdat je samen voelt dat je een hart hebt voor leerlingen. Omdat er niet zo’n groot verschil zit tussen een onderwijshart of een cultuurhart. Omdat je wilt dat leerlingen in een fijne leeromgeving opgroeien. En je daarom in de zomervakantie pannenkoekplantjes kweekt voor de nieuwe ateliers.
Tip: The Iceberg, a systems thing model, is een manier om te kijken naar hoe verschillende onderdelen van een vraagstuk elkaar beïnvloeden. In plaats van reageren op losse gebeurtenissen, kijk je ook naar de patronen, systemen en (belemmerende) overtuigingen.
-
14-04-2022
Containerbegrip: talent
Ter promotie van de open dagen van middelbare scholen, verschijnen in het straatbeeld posters met kreten als ‘Kies voor talent’ en ‘Talent in ontwikkeling’. Die nadruk op talent moet leerlingen en vooral ook ouders het gevoel geven dat deze school de perfecte plek is. Maar ‘talent’ wordt vaak verward met ‘competent’.
De afgelopen jaren heb ik veel beleids- en werkplannen van scholen gezien. Regelmatig worden de kunstvakken aangewezen als dé plek voor talentontwikkeling en gerechtvaardigd met citaten als: ‘Theater, dans, muziek en beeldende vakken geven ruimte aan talent. Dat is heel fijn voor leerlingen naast vakken als taal en rekenen. Je ziet leerlingen opbloeien in zo’n theaterles en je ziet een andere kant van ze.’
Is er dan geen talentontwikkeling bij de andere leergebieden? Hoe herken je talent bij een leerling? En wat doe je om talent van een leerling te ontwikkelen?
Kunstvakken vormen een omgeving – een context – waarin leerlingen ander gedrag kunnen (en mogen) laten zien. Soms is een leerling die niet vooruit te branden lijkt, wel gemotiveerd en monteert tot diep in de nacht een film. Een andere leerling springt als eerste op om een scène te spelen. Weer een ander is niet weg te slaan uit het smartlab en weet binnen de kortste keren meer van de 3D-printer dan de docent.
Volgens pedagoog Luk Dewulf is talent afhankelijk van de context. In de juiste context kunnen leerlingen gedrag laten zien dat bij hun talenten past. Dewulf beschrijft verschillende talenten zoals ‘kennisspons, doorzetter, bewuste beweger, zichtbare presteerder, toekomstdenker of groepsdier’. Ieder mens heeft een palet van ongeveer 12 talenten, die hij afhankelijk van de context inzet.
Zo kan tijdens een dansworkshop de ene leerling vooraan gaan staan omdat zij graag wil presteren. Een andere leerling zal dit doen omdat hij het gezellig vindt met z’n vrienden. En weer een ander is blij dat ze mag bewegen na een dag in de schoolbanken. Deze leerlingen blinken uit in dans, en kunnen competent zijn, maar hebben niet per definitie een danstalent. Het is de taak van de docent om dit te herkennen en het onderscheid te maken tussen competent en talent.
Het zal de ‘ontstaansbegrijper’ en ‘woordkunstenaar’ in mij wel zijn, die los gaan op dit soort containerbegrippen.
Meer weten?
‘Ik kies voor mijn talent’ van Luk Dewulf, Peter Beschuyt, Els Pronk -
03-02-2022
Principes
‘Ik wil dat kunst op mijn school als serieus vak wordt gezien’, zei een kunstvakdocent gefrustreerd in een gesprek over de waarde van cultuuronderwijs. Ze blijkt niet de enige. Docenten, leerkrachten, directies en adviseurs met een hart voor kunst kunnen maar moeilijk weerstand bieden tegen het beeld dat de onderwijsinspectie alleen oog heeft voor taal en rekenen. Misschien zijn we zelf wel onderdeel van het probleem omdat we geen principes hebben.
De website Scholen op de kaart geeft per school weer wat de scores zijn op eindtoetsen en examens. Zo zien ouders of de kwaliteit van het onderwijs goed is en kunnen ze hun kind met een gerust hart naar die school sturen. Nederlands en rekenen zijn blijkbaar goed te meten. Voor de kunstvakken is dat een stuk lastiger. De kwaliteit zit vaak in de zeggingskracht en de weg naar het eindpunt loopt niet altijd geordend.
Die toets- en meetcultuur draagt niet bij aan de status van de kunstvakken. Bovendien schuilt in dat meten de aanname dat het altijd waarde heeft. Maar zoals Albert Einstein al zei: ‘Niet alles van waarde is meetbaar. Niet alles wat meetbaar is, is van waarde’. Als kunstvakdocenten voelen we dat de kunsten waarde hebben. Onze uitdaging ligt in het zichtbaar maken van die waarde.
In het boek Moeiteloos schrijft Greg McKeown over het begrip principes. Hij haalt daarin een experiment van Peter Kaufman aan. Kaufman wilde weten ‘hoe alles in de wereld werkt’. Daarvoor las hij alle 144 interviews van het tijdschrift Discover. Die interviews gaven een kort overzicht van een bepaald aspect van de wetenschap.
Het lukte Kaufman om alle inzichten onder te brengen in drie groepen. Vervolgens ging hij op zoek naar overeenkomsten: principes die consequent verklaren hoe dingen uit alle drie de groepen werkten. Zo ontdekte hij universele principes, die op meerdere gebieden toe te passen zijn. Volgens McKeown wordt het werk moeitelozer als je deze principes kent en kunt toepassen. Je hoeft je dan minder in te spannen om gewenste resultaten te behalen.
McKeowns boek zette me aan tot nadenken over de kunsten in het onderwijs. Welke principes hebben we in het cultuuronderwijs? Wat zijn de overeenkomsten met andere leergebieden? Ik ben er nog niet uit. Wel geeft het me richting om te kijken naar de overeenkomsten, met als doel om moeiteloos de kunstvakken serieus te nemen.
-
11-11-2021
Het boek met alle antwoorden
Met kunstminnende collega’s konden we na de ‘coronapauze’ ein-de-lijk weer kunst kijken. Elkaar weer in het echt ontmoeten en fijne gesprekken voeren. De trip werd groots aangepakt; lunch, fietsen en… programmaboekjes. Je kent ze vast: mooi vormgeven boekjes met achtergronden over de kunstenaar en het kunstwerk. Het zijn goed bedoelde boekjes met ‘alle antwoorden’. Ze geven duidelijkheid, die antwoorden, maar staan een goed gesprek in de weg.
Bijna twintig jaar geleden was in het Groninger Museum een tentoonstelling van het werk van Erwin Olaf te zien. Het langst bleef ik hangen bij de serie Blacks. Verschillende portretten waarop alles zwart is. Zelfs de ogen. Bij het ene portret waren dit zwarte knopen, bij een ander zwarte schelpen.
Een half uur lang liep ik van portret naar portret, met één vraag die me fascineerde: Waarom zitten er zwarte dingen voor die ogen? Ik bedacht allerlei mogelijkheden, vergeleek portretten, kreeg nog meer vragen en raakte gefrustreerd. Ook de tocht terug naar huis was te kort om de antwoorden te vinden.Tijdens het avondeten deelde ik mijn frustratie en de vragen die ik had. En werd ik door mijn lief uit m’n lijden verlost. Helaas. Hij was met zijn leerlingen ook naar die tentoonstelling geweest. Diezelfde vraag werd daar door een leerling gesteld en het antwoord werd al snel gegeven: ‘Oh, dat is omdat je anders het wit van de ogen ziet’…
Nu had ik het antwoord en was teleurgesteld. Niet omdat het antwoord zo voor de hand lag, maar dat er een antwoord wás. Ondanks de frustratie had ik meer plezier in het ontbreken van een antwoord, het zoeken, het kijken, mogelijke redenen verzinnen. Eigenlijk wilde ik het antwoord niet weten.Terug naar de trip met collega’s. Terwijl we naar een kunstwerk liepen, bood mijn collega goedbedoeld aan om alvast voor te lezen wat er in het programmaboekje stond. Ik bedankte en nodigde mijn collega’s uit om eerst zelf een verhaal te vormen. We bespraken wat we zagen, welke vragen het opriep, of iemand wat anders zag, wat we lelijk vonden of dat lelijkheid ook schoonheid is, etc. Het leverde plezierige frustratie op en fijne gesprekken. Daar heb je geen boek met antwoorden voor nodig.

Dagmar Baars
Mijmering #13
Over mieren en hengelen
(Een aller-állerlaatste ode aan het jonge kind)

Word abonnee
Automatisch op de hoogte blijven van onderzoek, recente ontwikkelingen en goede praktijkvoorbeelden uit het vakgebied?

CJP Educatie
Een online etalage waar scholen in het VO het aanbod van culturele organisaties vinden. Van online workshops fotografie tot een interactieve voorstelling via Zoom.

Breitner Academie AHK – On the Movie
Ontwikkel jezelf tot bevlogen filmdocent & leer de taal van film vloeiend spreken, maken en doceren tijdens de post-hbo leergang filmeducatie. In één jaar tijd leer je de taal van film vloeiend spreken, maken en doceren. Van docu tot arthouse, van speelfilm tot animatie en van TikTok tot toverlantaarn.

Deventer Verhaal – Expeditie Hanze
Het jaar 2023 is een ode aan de Hanze. Samen met erfgoedpartners in de stad biedt erfgoedorganisatie Deventer Verhaal leerlingen van het basis- en het voortgezet onderwijs dé ultieme mogelijkheid om zich onder te dompelen in de tijd van de Hanze.
Tijdens de Expeditie Hanze maken leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs vanuit de Oude Mariakerk kennis met het rijke Hanzeverleden van Deventer. Na een bezoek aan de Hanze Experience ontdekken de leerlingen dat de middeleeuwen in Deventer nog altijd voelbaar zijn. Met (inter)actieve opdrachten gaan ze zelf aan de slag en komt de Hanzetijd weer tot leven. De educatieprogramma’s zijn nu online te reserveren.

HKU – Fine Art and Design in Education
Jouw creatieve talent ontwikkelen én anderen daarin leren meenemen? Bij Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (HKU) kun je naast je werk studeren bij topopleiding Fine Art and Design in Education.
Cover #3
Foto Jurien Higgins 2019 (fragment)