Blog / Meldrid Ibrahim /

-
30-06-2022
Trial-art-error 5: Digitale kloof
De digitale samenleving is nog lang niet voor iedereen in dezelfde mate toegankelijk. Wie technologie gebruikt in de kunstles zou hierover na moeten denken.
Deze kaart, die op het eerste gezicht op een 17e-eeuwse wereldbol lijkt, toont waar ter wereld mensen een goede en betaalbare internetverbinding hebben. De kaart maakt in één oogopslag duidelijk dat het vooral mensen in de westerse welvarende landen zijn die beschikking hebben over middelen en kennis om online goed toegerust en geïnformeerd voor de dag te komen.
Domestic Data Streamers, Impresión sobre papel, Analog Museum for Digital Inequality, Barcelona, 2020Kunstenaar en docent Melissa Cruz maakt zich zorgen om deze vorm van ‘digitale inclusie,’ sinds zij werd geconfronteerd met de geringe digitale vaardigheden van haar Colombiaanse ouders. Na een bezoek aan Nederland moesten zij inchecken voor het vliegtuig naar Bogota. Melissa verbaasde zich erover hoe ingewikkeld haar ouders dat vonden en hoeveel hulp zij nodig hadden. De digitale samenleving is lang niet voor iedereen zo toegankelijk als het lijkt.
Hoogleraar Jan van Dijk spreekt over een eerste en een tweede digitale kloof. De eerste gaat over bezit en toegang tot digitale middelen. In westerse landen bestaat deze kloof bijna niet meer. De tweede digitale kloof is dat mensen met een lager inkomen of een praktische opleiding minder profiteren van de mogelijkheden van internet dan theoretisch opgeleide mensen, zoals kennisverwerving en opbouwen van een professioneel netwerk (Van Dijk, 2020). De Cubaans-Amerikaanse mediakunstenaar en educator Agnes Chaves schrijft in haar essay How Artists Can Bridge the Digital Divide and Reimagine Humanity (2021) dat de meeste technologie die wij gebruiken wordt ontwikkeld door een kleine elite. Voor werkelijke participatie moet volgens Chavez een veel bredere en diversere doelgroep betrokken worden. Zij ziet kunst als een verbindende factor en heeft daarvoor het STEMarts Lab opgericht, een plek waar mediakunstenaars en jongeren samenkomen.
Melissa Cruz geeft les op Art-S-Cool, een kunstschool in de Haagse Schilderswijk. De leerlingen hebben diverse achtergronden, of zijn nieuw in Nederland, en krijgen bij Art-S-Cool les van kunstenaars die tevens rolmodellen voor hen zijn. Veel van Melissa’s leerlingen zijn digitaal vaardig, maar sommige hebben geen tools en vaardigheden om bijvoorbeeld foto’s te maken of nepberichten te herkennen. Melissa sprak met hen over de vraag of iedereen mee kan komen in een gedigitaliseerde maatschappij. Ze toonde kunstwerken van mediakunstenaar Nam June Paik en gaf hen de opdracht een machine te ontwerpen die de samenleving meer inclusief maakt. De tieners bedachten een juf die altijd ‘digitale spullen’ kan geven als leerlingen die vergeten zijn en een ‘emotiemachine’ die kinderen die bang zijn om naar school te gaan nieuwe emoties kan geven.
Mohamed Achalhi & Zakariyya TahariDe lespraktijk van Melissa Cruz en het essay van Agnes Chavez doen mij inzien dat we, juist op momenten dat we vernieuwend onderwijs maken en in de kunstles met leerlingen nadenken over technologie, moeten stilstaan bij de vraag: hoe inclusief is technologie en kan iedereen meedoen in een wereld waarin je steeds meer digitaal je weg moet kunnen vinden?
De les van Melissa Cruz vond plaats binnen een tweejarig traject van de KunstCampus van Scholengemeenschap Johan de Witt. Met verschillende culturele instellingen ontwikkelen we een leerlijn cultuureducatie volgens de principes van Authentieke Kunsteducatie (Heijnen, 2015).
-
21-04-2022
Trial-art-error 4: Tampony
Ik kan me de maandelijkse gêne tijdens mijn pubertijd herinneren als de dag van gisteren: onder de schooltafel een tampon in mijn broekzak frommelen en de besmuikte tocht naar het toilet. Later kreeg ik dit mee als docent: fluisterende vriendinnen die gearmd door het lokaal schrijden, want ze moeten elkaar begeleiden naar de wc. Een samenzweerderig: ‘u weet wel waarom mevrouw.’ Rondom menstruatie hangt een sluier van schaamte en ongemak, vooral in de middelbare schooljaren. Maar door ‘period shaming’ wordt de laatste jaren een streep gezet, dankzij allerlei mondige mensen als de Menstruatiemeisjes en podcastmakers DAMN, HONEY. Menstruatie is niet meer iets om onder de tafel te frommelen, ook niet in de kunst. Zo laat artistiek onderzoeker Bee Hughes zich inspireren door de taal van online medisch advies over menstruatie. Cycles (2016-2017) is een documentatie van Hughes’ eigen grillige menstruatieproces en stelt het idee dat alle menstruaties overeenstemmen met een handboek ter discussie.
Bee Hughes, Cycles (2016-2017)
Kunstdocent Melvin van der Woude verbaasde zich erover dat er op zijn school zo weinig aandacht werd besteed aan menstruatie. Hij hoorde van zijn leerlingen dat niet op elk toilet een prullenbakje was en dat zij naar een (mannelijke) conciërge moesten als zij hun spullen vergeten waren. Samen met de jongeren bedacht hij wat ze daaraan konden doen. Na wat schunnigheid en grappige slogans, ontstond het activistische project Tampony. De leerlingen ontwierpen tijdens de kunstles kleine 3D-geprinte tamponhouders in de vorm van pony’s. Ze namen het proces volledig over. Zo bedachten ze ook een Tampony-keurmerk dat in een lokaal werd opgehangen als er een bakje met menstruatieproducten aanwezig was. Door alle aandacht hopen Melvin en zijn leerlingen dat er uiteindelijk op alle toiletten in de school gratis menstruatieproducten komen.
Zo’n project had ik vroeger ook wel willen ondergaan! Wat mij zo inspireert aan Melvins aanpak is dat hij zich bekommert om de beslommeringen van zijn leerlingen, en deze samen met hen op een meeslepende, humoristische manier op een hoger plan trekt. Met gevoel voor de tijdsgeest en gebruikmakend van processen binnen de school.
De Amerikaanse kunstenaar en docent Jorge Lucero stelt dat de educatieve praktijk van een docent tevens zijn of haar kunstpraktijk kan zijn. Hij ziet het leslokaal als een atelier, de schoolpraktijk als artistiek materiaal en leerlingen als medekunstenaars (School as material, 2018). Geïnspireerd op Lucero’s visie en op het essay Care, the manifesto for maintenance art van Mierle Laderman Ukeles (1969) opereerden Melvin, ikzelf en twintig andere studenten van de master Kunsteducatie het afgelopen halfjaar in een hybride praktijk, tussen docentschap en kunstenaarschap, tussen sociaal werk en kunst. We voerden experimenten uit zoals een scholierenprijs voor het creatiefste kladblaadje, leerlingen die een dag de school overnemen en heldenverhalen over onzichtbare beroepen in de school. Op 30 mei stellen we de uitkomsten van onze experimenten tentoon tijdens het interactieve programma: WHO CARES, een kunsteducatief evenement over zorg en zorgeloosheid . Komt dat zien!
-
10-02-2022
Trial-art-error #3: het onmeetbare meten
‘Als het lijntje in het groen is doe ik mijn sommen goed, maar in het geel slecht. En bij rood heb ik wel héél veel fouten gemaakt. Het is echt een belangrijke grafiek mama.’ Mijn dochter zit in groep vijf en werkt op school met een digitale leermethode. Een fout is een rode min en resultaten worden zichtbaar in een grafiek. Ik zeg dat het een stom schema is en ze gewoon fouten mag maken, maar de grafiek grijnst me meewarig toe en mijn dochter wil er niets van weten.
Steeds meer scholen gebruiken adaptieve ICT-lesmethodes. Zo zien we in de documentaire Klassen de leerkracht wijzen naar de grafiek die invloed heeft op de toekomst van haar leerling. Als die nou net even die stijgende lijn blijft volhouden. . .
Ik denk dat het in ons tijdsbeeld past dat scholen digitale middelen inzetten, maar ik ben wel van mening dat we kritisch moeten blijven op de effecten die de programma’s hebben op het wel en wee van onze kinderen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat het een heel complex verhaal is of adaptieve technologie kansengelijkheid bevordert of de kloof tussen leerlingen juist groter maakt (Kennisnet, 2021).Uit de documentaireserie ‘Klassen’, HUMAN (2020)
Met mijn dochter bespreek ik dat je in het leven meer ervaart dan dat wat in het groene vlak van de grafiek terecht komt. Maar hoe kunnen we dat meten? We bekijken het project Dear Data (2016) van kunstenaars Lupi and Posavec. Zij tekenden een jaar lang hun persoonlijke data en stuurden die als ansichtkaarten naar elkaar op. Zo visualiseerden ze in ‘a week of laughter’ hoe vaak, met wie en hoe hard ze hebben gelachen.
Lupi & Posavec, Dear Data (2016)
Mijn dochter wil de liefde voor haar konijnen Joepie en Bibi wel in kaart brengen. Ze maakt een legenda en ze bedenkt symbolen voor voederen, knuffelen, kletsen, aan ze denken. Gedurende de week komen er ook nieuwe symbolen bij en geeft ze met kleuren aan om welke van de twee konijnen het gaat.
In het boek De meetmaatschappij (2021) beschrijft en bevraagt Berend van der Kolk onze drang om alles te meten en leerlingen te reduceren tot hun gemiddelde score. Hij zegt in de Volkskrant: ‘Het bezwaar van meten is: je brengt de werkelijkheid terug tot een simpel getal. Daarmee verlies je de complexiteit van leven en werken uit het oog.’ Welke rol zouden creatieve opdrachten kunnen spelen in de meetmaatschappij? Mijn dochter heeft in elk geval ervaren hoeveel er bij meten komt kijken: de factoren bepalen, abstracte begrippen omzetten in eenheden en onverwachte gebeurtenissen verwerken. En dat, hoe trots ze ook is, haar relatie met haar konijnen zich eigenlijk niet in een grafiek laat vangen.
Samen met Kennisnet ontwikkelde ik een Denkplaat over dit onderwerp, bekijk hem hier.
-
25-11-2021
Trial-art-error #2: Complotmemes
De aarde is plat, Mark Rutte is een reptiel en het coronavaccin maakt je magnetisch. We leven in een vruchtbare tijd voor complottheorieën, die zich als een algoritmisch organisme nestelen in onze tijdlijnen.
Voor Ithaka Media Lab – media-educatie voor jonge nieuwkomers – mocht ik een les ontwikkelen over dit thema. Ter voorbereiding sprak ik een aantal jongeren uit internationale schakelklassen. Wat mij opviel was hun kritische blik, hun ervaringen met complottheorieën in hun land van herkomst, maar ook het wantrouwen waarmee zij naar de mainstream media kijken (‘ook de BBC is nep’). Dit deed me denken aan een uitspraak van Joris Luyendijk. In 2006 opende zijn boek Het zijn net mensen lezers de ogen; de media kleuren de werkelijkheid, geloof niet alles wat je ziet. Vijftien jaar later geloven steeds meer mensen het nieuws überhaupt niet meer, en knagen complottheorieën aan de poten van onze democratie. Ook docenten in het regulier onderwijs merken dat hun leerlingen met verschillende waarheden in aanraking komen, en zoeken naar manieren om hierover in gesprek te gaan.
Op zoek naar bronnen voor de les bekeek ik complottheorieën; een deprimerende bezigheid. Ik kwam terecht in de ‘fabeltjesfuik’ en vond niets waarmee de leerlingen creatief aan de slag kunnen. Totdat ik deze meme tegenkwam, die in één oogopslag duidelijk maakt dat de vorm van een regenboog bewijst dat de aarde plat is.
Nadine Roestenburg beschrijft in haar boek Van meme tot mainstream dat memes het beste voorbeeld zijn van populaire cultuur die volledig is ontstaan op internet. Memes worden anoniem gemaakt, verspreiden zich viraal en kunnen tot in het oneindige gerecycled worden. Ze tonen ons de houding en moraal van de huidige tijdsgeest. Ik realiseerde me dat memes en complottheorieën fenomenen zijn die qua oorsprong en verspreiding sterk overeenkomen, maar dat memes de potentie van creativiteit, humor en betrokkenheid hebben.
In de door mij gemaakte les gaan leerlingen met een eigen complotmeme aan de slag. Hemmo Bruinenberg van Ithaka Media Lab stuurde mij de eerste resultaten en vertelde dat de leerlingen dit een belangrijk en interessant onderwerp vinden. Ik ben heel nieuwsgierig hoe kunstdocenten deze opdracht zouden aanpakken. Ik nodig je uit om mij, net als docenten na mijn vorige blog deden, resultaten uit de klas te sturen.
Eerste resultaat van leerlingen uit de internationale schakelklas, Ithaka Media Lab.
-
16-09-2021
Trial-art-error #1: deepfake
Grote kans dat u ze voorbij zag komen: filmpjes gemaakt met de app Wombo. De gebruiker maakt een selfie, kiest een bekend poplied uit en de app genereert een performance die is gebaseerd op de stem en mimiek van de artiest. Het resultaat is absurd, griezelig en duidelijk nep, maar geeft ook een blik op een toekomst die we ons nog lastig kunnen voorstellen. Want goede deepfake video’s zijn al bijna niet meer van echt te onderscheiden. Ze zullen onze beleving van de werkelijkheid volledig op zijn kop zetten: wat als je iedereen woorden, welke dan ook, in de mond kan leggen? Wat als je niet meer kan geloven wat je met eigen ogen ziet? Wat doet dat met ons geloof in de journalistiek, de democratie, de waarheid?
Onbewust van deze doemgedachten werden mijn dochters van zes en acht helemaal hyper van Wombo. Ze probeerden alle liedjes uit, keken of het trucje ook werkte bij hun knuffels (dat werkte deels) en onderzochten of de app hun tekeningen herkende als echte gezichten. Er volgde een proces van proberen, verscheuren en opnieuw tekenen: trial-and-error. Ze kwamen tot de ontdekking dat er wenkbrauwen nodig waren, de mond een beetje open moest en pupillen zichtbaar moesten zijn. Ongemerkt waren ze aan het portrettekenen, en maakten ze tekeningen die ik ze niet eerder zag maken. We maakten onze zoektocht steeds abstracter, zou de app het ook doen bij gezichten van gescheurde stukken papier? Bij noesten in hout? Wanneer is iets nog een gezicht?
Dit zoeken naar de grenzen van gezichtsherkenning deed mij denken aan het kunstwerk Pareidolia van Driessens & Verstappen. Het kunstenaarsduo trainde een computersysteem om op zoek gaan naar gezichten in zandkorrels. Pareidolia geeft, in de woorden van de kunstenaars, een ‘reflectie op de huidige mens die zelfs in de allernietigste zandkorrel zijn evenbeeld wil zien.’ Bij dat mensbeeld kan ik mij in onze selfiemaatschappij wel wat voorstellen. Zo liet ook Wombo mijn kinderen aanvankelijk met een totale overgave naar hun eigen gezicht staren. Maar door eigen spelregels te bedenken en de blik op de buitenwereld te richten, stapten zij speels vanuit de schoenen van de gedachteloze consument in die van de onderzoekende kunstenaar.
Driessens en Verstappen, Pareidolia, Sandface portrait (2019)

Word abonnee
Automatisch op de hoogte blijven van onderzoek, recente ontwikkelingen en goede praktijkvoorbeelden uit het vakgebied?

CJP Educatie
Een online etalage waar scholen in het VO het aanbod van culturele organisaties vinden. Van online workshops fotografie tot een interactieve voorstelling via Zoom.

Cover #4
Healing Power (Tropenmuseum Amsterdam) Foto: Hamid Sardar