Blog / Wilma Franchimon /

-
28-07-2022
Krapte op de arbeidsmarkt of een te strak onderwijssysteem?
In het kader van de krapte op de arbeidsmarkt stelde een werkgroep van een aantal ministeries een groslijst op met onorthodoxe maatregelen om nijpende tekorten het hoofd te kunnen bieden.
Er zijn gevoelige keuzes nodig, zoals: ‘de hoogte van de financiering af laten hangen van arbeidsmarktrelevantie van de studie’, ‘de onderwijsinstelling belonen als de alumni doorstromen naar een (goedbetaalde) baan’ of ‘het collegegeld verlagen voor studenten in de sector waar grote krapte heerst’. Dat noem ik keuzestress.
Er is altijd krapte en overschot op de arbeidsmarkt, alleen de markt verschilt. Denk aan grote schommelingen op de arbeidsmarkt voor de bouw, de zorg en de IT. Toen ik als docent afstudeerde was er jarenlang een overschot aan docenten en nu is er een enorm tekort.
Waarom is er nu zoveel aandacht? We hebben in de coronacrisis vitale sectoren benoemd, met daarin vele beroepen die buiten deze crisis misschien niet zo snel als ‘vitaal’ worden aangemerkt. Wat is dan vitaal? En hoe gaan we vitaal waarderen? De ene opleiding kost nu eenmaal meer dan de andere, en de kosten van een opleiding hoeven niets te zeggen over het belang hiervan.
Ik ben een simpele (om)denker. Krapte op de markt biedt kansen voor een nieuwe aanpak. Ik pleit voor een nieuw onderwijssysteem. Een systeem waarin we flexibeler omgaan met de inhoud en de duur van een studie. Een onderwijssysteem dat past bij een flexibele omgeving, een systeem dat zich makkelijker kan voegen naar de vraag. Onderwijs hoort voorop te lopen en dient vanuit die visie de middelen te krijgen om dit te faciliteren.
We vinden het heel ‘gewoon’ dat we een lamp aan kunnen doen, er water uit de kraan komt, de auto rijdt, de kinderen naar school gaan. ‘Gewoon’ wordt minder ‘gewoon’ als iets niet meer werkt. Dan wordt het bijzonder en willen we best meer betalen voor iemand met verstand van zaken. Dat geldt ook voor kunst en cultuur, sport, ontspanning.
We hebben ieder radertje nodig in een goed lopend systeem. Als we ons dat realiseren, hebben we het niet meer over loslaten van passie voor een studie of sturen op ‘goedbetaalde’ banen (wat is dat trouwens een onzinnig motief). Dan gaat het over waarderen van een divers, flexibel, circulair systeem. En verandert de slogan ‘een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’ in ‘een succesvolle student is er een die aanwezige potentie kent’.
Als we daar het onderwijs op inrichten, ben ik een blij mens. Ik denk graag mee!
-
19-05-2022
Toekomstambitie op de reünie
Ongeveer een maand geleden was ik bij een reünie van de pedagogische opleiding. Ik ga nooit naar een reünie, omdat ik vooruitkijken veel interessanter vind dan terugkijken. Toch had een van de weinige medestudenten me overgehaald.
Op drie oud-studiegenoten na herkende ik werkelijk niemand. De gesprekken herkende ik wel. Van de 70 aanwezigen was meer dan 80% in het onderwijs gebleven. De meesten als docent, maar er waren er ook die directiefuncties bekleden of als hrm-adviseur werken. Allemaal met nog steeds een grote passie voor het onderwijs, en de herkenbare bijkomende zorgen en stressfactoren. Zowel mentaal als fysiek. Tekort aan docenten, budget, veel omvattende problematiek bij de leerlingen en studenten. Natuurlijk bespraken we ook de mooie verhalen, want als er een ding opviel was dat de enorm grote betrokkenheid bij het onderwijs. Die was niet afgenomen.
Hierdoor moest ik denken aan ons Student Life-programma: een integraal programma rondom welzijn en de fysieke en mentale gezondheid van studenten in de podiumkunsten, waar ook onze medewerkers van leren. Dit programma wordt breed nationaal en internationaal gedeeld met het werkveld, van professioneel voetbal (o.a. Feyenoord) tot NDT. Afgelopen week kregen we daarvoor de Hoger Onderwijspremie uitgereikt. Kern van het programma is het ontwikkelen van tools om blessures te voorkomen, om mentaal sterk te worden. Uiteindelijk zal dit leiden tot zelfredzaamheid, zodat je het een leven lang kan inzetten. Wij krijgen de gelden om onderzoek te doen en te testen op topsportniveau. Maar het belang is er voor ons allen. Zeker ook in het funderend onderwijs. Mijn ambitie is dat dit programma, deze toolbox, straks aan ons allemaal meegegeven wordt. Hoe fijn zou dat niet zijn!
-
14-03-2022
Een veilige leeromgeving is omgeven door grenzen
‘Een studieomgeving zonder grenzen’ was de titel van mijn vorige blog, maar niet deze keer. Een veilige leeromgeving met grenzen is namelijk net zo van belang!
Er is lang gedacht dat een aanstekelijke passie en een uitstekend talent voor onderwijs en het vakgebied voldoende basis was om als docent te kunnen werken. We herinneren ons allemaal vast nog wel een docent die bepalend was voor onze leercarrières. Een docent die geweldig kon vertellen, die oprecht betrokken was, of je goed kon stimuleren.
In de kunsten speelt dit net zo, misschien nog wel meer. Docenten hebben een enorme passie voor kunst en het overbrengen daarvan. Tijdens en na hun opleiding profiteren studenten hier geweldig van. Helaas brengt deze uitgesproken passie in enkele gevallen een schaduwkant met zich mee die zich uit op grensoverschrijdende manieren. We kennen daar beschamende voorbeelden van die de laatste jaren in de openbaarheid kwamen.
Een studieomgeving dient dus zeker grenzen te hebben: grenzen van de mentale en fysieke ruimtes waarbinnen wij professioneel opereren. Het mag en kan nooit zo zijn dat onder de noemer van die betrokkenheid, die voortvloeit uit talent en passie, docenten zich bepaalde ‘vrijheden’ denken te kunnen permitteren die over de grenzen van anderen heen gaan.
Een gedragscode is een goed gezamenlijk uitgangspunt voor ons gedrag, de omgang met en het respect voor elkaar. Echter, zo’n code is geen voorwaarde om grensoverschrijdend gedrag buiten de deur te houden. Het altijd betamelijk en moreel handelen behoort toch echt tot de kern van het zijn van een goede docent, naast passie, talent en kunde. Daar gaat het om, en daar moeten we ons te allen tijde bewust van zijn en naar handelen.
Het is niet altijd voor iedereen evident waar die grenzen liggen. Kijk naar het gedrag op de socials. Een appje met een hartje en een duimpje naar een geslaagde eindexamenstudent is in een fractie van een seconde verstuurd. Een ‘leuke’ opmerking onder een Instagram post is zo geplaatst. Zijn we ons voldoende bewust van hoe dit wordt ontvangen door de leerling of student, en van de hiërarchie die er bestaat tussen beiden? Er zijn ook andere voorbeelden waarbij die grenzen niet altijd duidelijk zijn. Zo ervaren we op het gebied van genderdiversiteit en communicatie hierover dat studenten en docenten soms toch echt andere opvattingen hebben over wat wel en wat niet binnen de grenzen van veiligheid en inclusiviteit valt.
Ik zie hier een belangrijke rol voor ons als hogeschool. Door (na)scholing en professionalisering, maar ook door het aangaan van het gesprek over de kaders. Het liefst samen met de leerlingen en studenten, onder wie toekomstige docenten, en altijd in een veilige setting. Wat betreft dat laatste – ik koester het grote goed dat we dit vanuit een veilige woon- en leefomgeving mogen doen en sta des te meer stil bij het feit dat dit niet voor iedereen een gegeven is.
-
23-12-2021
Een studieomgeving zonder grenzen
Hoe geef je op afstand dansles aan studenten in hun studentenkamer? Hoe doe je als student mee met een orkestles via het beeldscherm? Of hoe voer je als decaan online een lastig gesprek, terwijl je de student het liefst tegenover je hebt zitten met een bakkie troost erbij? Niemand had kunnen vermoeden dat we in het kunstvakonderwijs in recordtijd nieuwe lesmethodes en communicatiemiddelen moesten ontwerpen, aanleren en inzetten.
Bij praktijkonderwijs is fysiek lesgeven en les krijgen een gegeven en een groot goed. Docenten of coaches willen zien, horen of voelen wat hun aanwijzing bij een student teweegbrengt. Of het nu gaat om het kunstvakonderwijs, of opleidingen in bijvoorbeeld de zorg, sport of fysiotherapie. De blended manier van lesgeven waar ook het kunstvakonderwijs de afgelopen twee jaar mee te maken heeft gekregen, is wezenlijk anders en vraagt naast technisch-digitale vaardigheden ook andere competenties.
Ondertussen hebben velen hun weerzin tegen of angst voor het online lesgeven opzij kunnen zetten, en wordt blended learning zelfs bewust ingezet als een onderwijsmethode. Maar als het moet, als de coronamaatregelen het weer van ons vragen, zetten we opnieuw digitaal onderwijs in. Het verschil met twee jaar geleden? Dat we dat nu een stuk bekwamer en meer zelfverzekerd doen.De neiging bestaat om voor de blended praktijken vooral naar de jongere generatie docenten te kijken. Maar ook binnen de wat oudere generatie zitten zeer ervaren blended learning docenten! Neem mijn familie in Australië, waar in sommige streken geen school in de directe omgeving is en leerlingen en docenten afhankelijk zijn van long distance learning. Of kijk naar twee Codarts-docenten die al decennia online lesgeven vanuit Amerika, hun tweede thuis. Zij geven zelfs masterclasses om hun kennis en ervaringen te delen.
Ik ben ervan overtuigd dat we ons nog meer op dit gebied moeten ontwikkelen, ons verder dienen te professionaliseren. Zijn we al voldoende bekwaam om online onderwijs echt optimaal in te zetten? Is het een volwaardige didactische werkvorm? Worden online methodieken al standaard als vak ingezet op de docentenopleidingen? En zijn er voldoende lesprogramma’s voor docenten om hen verder te scholen?
Ik daag de specialisten uit om hiermee aan de slag te gaan. Om een scholingspakket te ontwikkelen voor kunstvakdocenten, en dat met studenten verder te innoveren. Studenten zijn per slot van rekening al bijna vanaf de wieg gewend te werken met digitale middelen. Als hier breed op wordt ingezet, met de benodigde middelen, zal er een hele nieuwe wereld aan mogelijkheden open gaan. Een rijke studieomgeving die geen grenzen meer kent en de student daadwerkelijk een breed, flexibel en gevarieerd lesaanbod biedt. Ik verheug me er op!
-
14-10-2021
Keuzestress
In Nederland zijn we goed in het steeds opnieuw uitdenken van ons onderwijsbestel. Zeker wanneer dat het voortgezet onderwijs betreft. Tijdens deze fase in hun onderwijscarrière maken leerlingen de (vaak cruciale) keuze voor een verdere studie of voor een bepaalde richting op de arbeidsmarkt.
Uit het ontstaan van de middenschool in de jaren ’60, de introductie van de nieuwe brugklas als onderdeel van de Mammoetwet (1968), maar ook uit de opkomst van de tienerscholen (na 2012), blijkt dat het voor leerlingen van 12 jaar beter is om die keuze niet al voor de start van het vo te maken. Vandaag de dag worden groepachters echter al wel geacht te kiezen. Experts zeggen dat dit moment voor veel van hen te vroeg komt en bovendien ook flink wat druk legt op de leerlingen én hun ouders.Tot de introductie van de BAMA-structuur (2002) was een variant van de middenschool gangbaar op de conservatoria. Alle muziekstudenten volgden eerst een vierjarig programma voor docent muziek. Zij werden geschoold in onder andere didactiek, pedagogiek en psychologie en kregen de bevoegdheid om les te geven in de kunstvakken. Voor studenten die excelleerden op het podium lag er na toelating nog een tweejarig traject uitvoerend musicus in het verschiet. Het voordeel was dat alle studenten een zekere mate van bewuste bekwaamheid ontwikkelden. Omdat zij leerden hun kennis over te brengen aan een ander werden zij zich bewuster van hun eigen leerproces. Er was ook een grote saamhorigheid onder de studenten omdat zij vier jaar lang samen les hadden, in het koor zongen en in het orkest speelden. Verschil in talent en niveau hoorde erbij. Pas na de vier jaar, in het vervolgtraject, werd de studie solistischer. Letterlijk en figuurlijk.
Tegenwoordig vragen conservatoria studenten al een keuze te maken bij toelating of wordt er zelfs al bij de auditie een keuze voor hen gemaakt: de auditant wordt gezien als docent, of als uitvoerend musicus. Dat is jammer. De meeste conservatoriumstudenten gaan uiteindelijk óók lesgeven. Uiteraard hoeven we niet terug naar het systeem van voor 2002. Maar toch, er lijkt iets voor te zeggen om de eerste twee jaar breder te maken. Met een aantal gezamenlijke basisvakken, vooral op didactisch-pedagogisch gebied. Zo leiden we uitvoerende musici en muziekdocenten op die als rolmodellen kinderen zullen enthousiasmeren en met hun specifieke kennis en expertise aan verschillende doelgroepen kunnen lesgeven. Misschien toch weer eens een discussie waard?
-
24-06-2021
Meervoudige intelligentie als inspiratiebron voor een leven lang leren
Een jaar of tien na mijn docentschap in Rotterdam werkte ik bij de Vrije Akademie in Delft, toen al een innovatief centrum voor de kunsten. Docenten en directieleden namen regelmatig deel aan onderwijstrainingen. Tijdens zo’n training kwam Frames of mind: The theory of multiple intelligences van Howard Gardner aan bod. Zijn inzichten openden vele ogen.
Volgens Gardner staat intelligentie voor de bekwaamheid om te leren en problemen op te lossen. Niet-cognitieve vaardigheden, zoals muzikaliteit en motorische handigheid, zijn volgens hem subvormen van intelligentie. Bij de Vrije Akademie zagen wij die ‘andere’ intelligentie iedere dag bij de cursisten. Het idee dat verschillende vormen van intelligentie als totaalpakket van kennis en kunde gewaardeerd werden, vonden wij zeer inspirerend.
Ook in het onderwijs kwam ik het tegen. Bij een rekenles op een vrijeschool zag ik hoe de kinderen de tafels uit hun hoofd leerden door deze te zingen en, voor wie dat wilde, door het ritme met het kaatsen van een tennisbal op de grond aan te geven. Van de aardrijkskundelessen herinner ik me nog steeds hoe hoofdsteden op kaarten altijd rood en een beetje groter op de kaart stonden aangegeven. Dit appelleerde aan kleur, vorm en positie, en gaf overzicht.
Al ben ik geen totaaladept van Gardner’s theorie, nog steeds houd ik, ook als leidinggevende, rekening met het feit dat we allemaal anders leren. Ik vertel, schrijf het op of teken het, ik kijk of laat iets zien, ik zet soms muziek of een filmpje aan, ik loop en beweeg. Zo raakt het veel facetten van ons zijn. Geef al die facetten de ruimte en er gebeuren verrassende dingen.
Daarom benadruk ik zo stevig dat we in ons onderwijs de ruimte moeten geven aan verschillende en complementaire vormen van leren en communiceren. We doen onszelf echt tekort wanneer we alleen de gestandaardiseerde overdrachtsformats inzetten, ongeacht het vak. Zeker als docent, wanneer anderen, in welke leeftijdscategorie dan ook, afhankelijk zijn van jouw wijze van overdracht: geef het gehele palet de ruimte en laat al die subvormen van intelligentie meetellen in het leer- en ervaringsproces.
Ik ben ervan overtuigd dat we dan niet alleen anders en beter leren, maar dit ook met nog meer plezier doen. En dat houden we best een leven lang vol!
-
15-04-2021
Kunst en cultuur: membraan van vele bubbels
Afgelopen vrijdag nam ik deel aan een virtuele dialoogtafel over Nederland na corona. Deze tafel was een initiatief van de commissaris van de Koning in Zuid-Holland en onderdeel van het landelijke traject van de rijksoverheid. Met een zeer divers gezelschap bogen we ons in vier rondes over de vraag ‘Hoe kunnen we vormen van ontmoetingen organiseren en/of laten ontstaan die bubbels overstijgen, waarin we een nieuw ‘wij’ kunnen vormen?’. De bedoeling was om vanuit onze eigen bubbelbeleving via dialoog tot meer inzicht te komen over hoe we deze bubbel kunnen doorbreken.
Tijdens de eerste twee rondes bleek maar weer eens dat niets menselijks ons vreemd is. Het enthousiasme om nieuwe mensen te leren kennen, zeker in coronatijd, had de overhand. Aan de daadwerkelijke vraag kwamen we bijna niet toe. Tijdens de derde ronde ontstond een ander fenomeen. Aan tafel drie vertegenwoordigers van verschillende religieuze organisaties en ik, een vertegenwoordiger van het hoger kunstvakonderwijs. Ik dacht meteen te beginnen met spreken over mogelijke nieuwe vormen van ontmoetingen, en was benieuwd naar hun visie en ideeën. Maar een reactie bleef uit. Ik ervaarde binnen drie minuten een nieuwe bubbel: een religieuze. Voor hen ontstond een feest van herkenning, voor mij een ondoordringbare bubbel. Ik liet het toe. Het was interessant om te zien hoe snel we liever aanhaken bij iets wat bekend is en herkennen. Maar in het verlengde van eerdere pleidooien in mijn vorige blogs: wanneer we een nieuw ‘wij’ willen vormen, moeten we elkaar ook vanuit de tegengedachte weten te vinden en te raken.
Ook in het onderwijs zien we verschillende bubbels, vaak opzichzelfstaand. De AVO-vakken, met daarbinnen weer aparte bubbels voor bijvoorbeeld rekenen en taal, programma’s tegen pesten en armoede of plusklassen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Daarnaast maken leerlingen en studenten deel uit van vele andere bubbels: die van thuis, van de vrije tijd, van de maatschappij. Hoe kunnen we zorgen voor ontmoetingen die al deze bubbels verbinden en zelfs overstijgen? Dat ons gehele onderwijsprogramma en alle onderwijsmethodes in dienst staan van het talent van de leerlingen en studenten?
Het is aan ons, als kunstonderwijsgevers, makers en innovators, om in al die bubbels te participeren en de verbindende factor te zijn. Juist het toepassen van onze kennis en kunde op andere gebieden zorgt ervoor dat bubbels niet meer geïsoleerd opereren. Wij kunnen zorgdragen voor out-of-the-boxmethodes, voor confrontaties, uitdaging, ontroering en emotie, startend vanuit het talent. Laten we ervoor zorgen dat kunst en cultuur een doorlatend, voedend en inspirerend membraan van iedere bubbel is. Zodat ieder kind, iedere jongere, iedere jongvolwassene zich, bewegend tussen en in al deze bubbels, veilig en optimaal kan ontwikkelen. Zo dragen we allemaal bij aan een nieuw ‘wij’.
-
04-02-2021
Onderwijs zonder kunst, geen sprake van
Begin jaren 80 kwam ik als 19-jarige student van de Pedagogische Academie uit Delft, op een basisschool in Rotterdam-West terecht. Vol goede moed, maar met weinig praktijkervaring, werd ik leerkracht van groep 8 (toen klas 6). Hoe doe je dat, in een zogenaamd moeilijke klas, ieder kind zijn of haar plek geven als individu én als lid van de groep. Ik had geen idee.
De eerste weken waren een kleine ramp. Totdat ik begon voor te lezen uit Gruwelijke rijmen van Roald Dahl. Klassieke sprookjes met een dikke vette knipoog. Bij het eerste rijm had ik ze. Een oorverdovende stilte vulde de ruimte. Voor even was het klaslokaal de veilige plek om ruzies, drukte en agressie te vergeten. De stap naar het uitbeelden van de verhalen werd snel gezet. Samen creëerden en fantaseerden we. De klas was na drie maanden veranderd van een moeilijke groep individuen naar een samenwerkende klas, die leren zowaar leuk vond. Oké, er waren ook moeilijke momenten, maar over het algemeen werd er gelachen en was er wederzijds respect.
Deze ervaring is mij altijd bijgebleven, en gaf mij het inzicht hoe belangrijk kunst in het curriculum is. Dat je juist de volle breedte moet aanbieden om talenten aan te spreken. Ieder kind leert tenslotte anders. Bij Codarts worden de docenten muziek en dans breed opgeleid. Niet alleen als musicus of danser en docent, maar ook als maker, ondernemer en onderzoeker. Zij zetten de nieuwsgierigheid van leerlingen ‘aan’ door kunst in de klas te brengen. Die aanraking met kunst zorgt voor empathie, creativiteit, verbinding en openstaan voor verschillen. Stuk voor stuk belangrijke menselijke waardes die onmisbaar zijn in de maatschappij. De integratie van zowel de algemeen vormende vakken als de kunstvakken is van cruciaal belang. Onderwijs zonder kunst is ondenkbaar.
Een aantal jaar geleden kreeg ik via social media een bericht van een paar oud-leerlingen. Het was enorm leuk om van ze te horen na al die jaren. Ze hadden ieder op hun eigen manier hun weg gevonden. De een als accountant, de ander als moeder van een prachtig gezin, waarvan alle kinderen een opleiding volgden. De lessen Gruwelijke Rijmen zijn ook hen altijd bijgebleven. We realiseren ons vaak niet wat de impact is van wat je doet. Het hele specifieke van de kunstvakken is dat het gaat over beleving, emotie, passie en dat is een vereiste binnen het curriculum van het onderwijs. Onderwijs zonder kunst, geen sprake van.
-
03-12-2020
Een leven lang ontdekken
Docentenopleidingen zijn de belangrijkste opleidingen die er op welk vakgebied dan ook zijn. Want in die opleidingen begint het leven lang ontdekken. Wanneer deze studenten vanuit hun kennis en kunde in staat zijn te enthousiasmeren, te stimuleren en te communiceren, kunnen zij iedereen, van jong tot oud, nieuwsgierig laten zijn. Hen met open blik nieuwe ontwikkelingen en mogelijkheden laten ontdekken. Dit geldt zeker voor de studenten van de kunstvakdocentenopleidingen. Toen ik in 2014 collegevoorzitter werd van kunsthogeschool Codarts Rotterdam, heb ik dit mijn collega’s van die opleidingen dan ook stevig op het hart gedrukt.
Het begint met docenten
De alumni van onze docentenopleidingen dragen zorg voor het eerste contact met de kunsten, primair en als middel. Zij planten vaak het eerste zaadje, zowel op de scholen als in de vrije tijd. De alumni van onze uitvoerende opleidingen zijn de rolmodellen. Je hebt beide alumni nodig. Dit bleek een enorme opsteker voor de docentenopleidingen bij Codarts. De aandacht gaat snel uit naar de mooie voorstellingen of de indrukwekkende prijzen die door studenten bij de uitvoerende opleidingen in de wacht worden gesleept. Langzaam maar zeker begint die cultuur te draaien. De docentenopleidingen trekken steeds vaker bevlogen artistieke talenten die bewust kiezen voor kunsteducatie, docentschap, onderzoek en maatschappelijke impact.Rolmodellen in het onderwijs
Ook in het kunstvakdocentschap zijn diverse rolmodellen van belang. Daarom stelden de kunstvakdocentenopleidingen recent een landelijk coördinator aan die samen met alle kunstvakdocentenopleidingen de verbinding zal maken met de vele initiatieven op het gebied van diversiteit en inclusie in het werkveld. Zo willen we gezamenlijk de drempel voor toekomstige studenten verlagen en zorgen voor een meer diverse toestroom naar onze opleidingen. Zodat iedereen een rolmodel heeft dat hen kan aansporen om een leven lang te willen blijven ontdekken.De kracht van de kunstvakken
Het is van wezenlijk belang dat we in het onderwijs de volle breedte aanbieden. Dus niet alleen de reguliere vakken, maar ook zeker de kunst- en sportvakken. Een leerling moet de ruimte krijgen om al zijn talenten te ontdekken. Ik herinner me in dit kader nog de TED Talk van Sir Ken Robinson uit 2006, ‘Do schools kill creativity?‘ – die heeft voor mij nog niets aan waarde verloren. Kunstvakken kunnen zorgen voor een creatieve benadering van andere vakken en dat stimuleert het leren.Wij zien het dan ook als onze missie om te zorgen dat alle leerlingen de kans krijgen om in aanraking te komen met kunst en cultuur, zodat ze alle handvaten aangereikt krijgen om hun talenten te ontdekken en ontplooien.

Dagmar Baars
Mijmering #13
Over mieren en hengelen
(Een aller-állerlaatste ode aan het jonge kind)

Word abonnee
Automatisch op de hoogte blijven van onderzoek, recente ontwikkelingen en goede praktijkvoorbeelden uit het vakgebied?

CJP Educatie
Een online etalage waar scholen in het VO het aanbod van culturele organisaties vinden. Van online workshops fotografie tot een interactieve voorstelling via Zoom.

Breitner Academie AHK – On the Movie
Ontwikkel jezelf tot bevlogen filmdocent & leer de taal van film vloeiend spreken, maken en doceren tijdens de post-hbo leergang filmeducatie. In één jaar tijd leer je de taal van film vloeiend spreken, maken en doceren. Van docu tot arthouse, van speelfilm tot animatie en van TikTok tot toverlantaarn.

Deventer Verhaal – Expeditie Hanze
Het jaar 2023 is een ode aan de Hanze. Samen met erfgoedpartners in de stad biedt erfgoedorganisatie Deventer Verhaal leerlingen van het basis- en het voortgezet onderwijs dé ultieme mogelijkheid om zich onder te dompelen in de tijd van de Hanze.
Tijdens de Expeditie Hanze maken leerlingen uit het basis- en voortgezet onderwijs vanuit de Oude Mariakerk kennis met het rijke Hanzeverleden van Deventer. Na een bezoek aan de Hanze Experience ontdekken de leerlingen dat de middeleeuwen in Deventer nog altijd voelbaar zijn. Met (inter)actieve opdrachten gaan ze zelf aan de slag en komt de Hanzetijd weer tot leven. De educatieprogramma’s zijn nu online te reserveren.

HKU – Fine Art and Design in Education
Jouw creatieve talent ontwikkelen én anderen daarin leren meenemen? Bij Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (HKU) kun je naast je werk studeren bij topopleiding Fine Art and Design in Education.
Cover #3
Foto Jurien Higgins 2019 (fragment)