‘s–Hertogenbosch, 2018. In het Josephkwartier is een open repetitie voor Dying Together. Een voorstelling over de dood, over de verbintenissen die we aangaan wanneer we samen, op hetzelfde moment en dezelfde plaats sterven. ‘De dood verdient onze aandacht, niet onze angst‘, vindt theatermaker Lotte van den Berg.

Beladen situaties begrijpen
Zo‘n veertig mensen zijn op de repetitie. We horen dat we een constellatie zullen maken, gebaseerd op de ramp met de boot, begin oktober 2013 voor de kust van Lampedusa. Er zouden vijfhonderd vluchtelingen aan boord zijn geweest, honderdvijfenvijftig overleefden. ‘De constellatie geeft ons geen inzicht in de realiteit van deze gebeurtenis‘, zegt Lotte, ‘maar helpt misschien te begrijpen hoe wij ons tot deze gebeurtenis verhouden.‘
Representaties
‘Do you want to represent a man from Eritrea? He was on board of the ship. He didn‘t survive. His body was never found.‘ We horen de vraag wel twintig keer. De meesten antwoorden direct: ‘ja‘. Ik representeer een twintigjarige vrouw uit Eritrea, ik liep dagenlang om aan boord te raken. Ik zal de ramp niet overleven. Een vrouw in een rood T-shirt is de vriendin die met me meeliep, ze staat vlakbij. Aan de andere kant van de zaal staat een vrouw die een Nederlandse politicus met een fel anti-immigratiestandpunt representeert. De kapitein van het schip, de burgemeester van Lampedusa, de Italiaanse minister van buitenlandse zaken, hulpverleners en familieleden van de slachtoffers zijn er.
We doorlopen de minuten vlak voor de ramp, het moment dat het schip kapseist, het moment dat de vluchtelingen aanspoelen en een moment honderden jaren later, we zijn dan allemaal gestorven. Met ieder nieuw moment verandert onze constellatie, een choreografie van zoekende lichamen komt op gang. Ze kruisen elkaar, zijn tegelijkertijd stil en op zichzelf teruggeworpen. Verbondenheid en eenzaamheid schuren langs elkaar.
‘We behandelen gebeurtenissen die je niet zomaar durft binnen te gaan en waarbij we vaak aan de oppervlakte blijven‘, zegt Lotte. ‘De Franse filosoof Alain Badiou zei na de aanslagen in Parijs dat we ons niet mogen neerleggen bij de gedachte dat dergelijke gebeurtenissen ondenkbaar en onbegrijpelijk zijn. Dat we er alles aan moeten doen om in te zien dat níets ondenkbaar is, dat we er niet buiten kunnen blijven. Dat gevoel deel ik. We móeten op dit soort beladen situaties ingaan, ze proberen te begrijpen. Dat kunnen we niet alleen met onze verstandelijke, reflexieve vermogens. We moeten naar andere manieren zoeken.‘
Ingrid de Rond is docent kunsttheorie aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg en freelance dramaturg en tekstschrijver.