Akwasi

Auteur: Esther Schaareman | Foto: Rein Kooyman

‘Sorry, zoveel dingen, te veel dingen aan mijn hoofd’, is de eerste zin van de EP die Akwasi in het najaar van 2019 uitbracht, een nummer over mentale gezondheid in tijden van stress en burn-outs – niet per se een ‘cool’ onderwerp. Akwasi is een uiterst productief multitalent voor wie taal, muziek en performance inwisselbaar lijken. In de dichtbundel Laten we het er niet over hebben, wil hij het juist wél hebben over ongemakkelijke onderwerpen, als ‘je haar of je hoofddeksel, (…) je kleur, je houding, je familie, je verzwegen geschiedenis (…)’. Akwasi brengt zijn ‘spoken word poetry’ vaak zelf ten tonele: de taal staat weliswaar centraal, maar de muzikaliteit ervan is minstens zo belangrijk. ‘Muziek voert bij mij de boventoon. Of ik nou een gedicht, een column of toneeltekst schrijf, mijn tekst blijft muzikaal. Mijn teksten hebben ritme, volume, klank, tempo. Maar alles begínt met ervaring. Je ziet iets, je maakt iets mee. Ik schrijf die ervaringen op in een notitieboekje dat ik altijd bij me heb.’

Akwasi maakte als veertienjarige dingen mee die hij pijnlijk vond, of onterecht: ‘Ik had te maken met discriminatie, docenten die me eruit stuurden, niet naar mijn mogelijkheden keken’. Zijn geluk is dat hij ging schrijven. ‘Ik ging rappen, want dat was wat ik kende. Ik heb de muzikaliteit van mijn teksten wel moeten ontwikkelen.’ Pas op de toneelschool werd zijn wereld verbreed, door veel te lezen, van Shakespeare tot Tupac en die teksten te analyseren en te vergelijken.

‘Ik heb vooral geleerd om goed te luisteren: naar mijzelf, naar anderen, met feedback om te gaan, te horen hoe het ook kan. Voor rappers is dat niet per se vanzelfsprekend: je doet je ding, op je eigen manier en that’s it. Terwijl het verrijkend is om een rap te zien als een monoloog. In de hip-hop heb je het dan over ‘hoe deliver je je lyrics’, maar eigenlijk gaat het om tekstbehandeling – dat was een eye-opener.’

Tegenwoordig maakt het hem niet zoveel uit of zo’n ervaring een gedicht wordt of iets anders. ‘Ok, het wordt best vaak een rap, maar daar liggen nu eenmaal mijn roots.’ Hij wil vooral prikkelen, positieve verhalen vertellen en jongeren daarin stimuleren.

Akwasi gunt jongeren die het moeilijk hebben of denken dat ze niet zoveel kunnen, de mogelijkheid om buiten hun wereld te stappen. ‘Een ‘role model’ helpt daarbij. En je hebt oprecht geïnteresseerde docenten nodig, die willen weten wat die jongeren in hun AirPods hebben wanneer ze na de pauze je klas in komen lopen. Docenten die de verbinding kunnen leggen en artiesten laten horen die niet alleen rappen over snelle auto’s en geld, maar over wat je raakt en meemaakt. Het mooiste is wanneer die jongeren dan zien dat ze eigenlijk met poëzie bezig zijn. En dingen benoemen waar ze het anders niet over zouden hebben.

Cover #5

 

Mindblooming Jada de Jong (5 havo, Veluws College Walterbosch, Apeldoorn). 20cm x 20cm x 40cm, acrylverf-hout-kunststof