FilmToolkit voor het basisonderwijs
Auteur: Ana Paunovik | Beeld: Film to go kaart, © AP 2020
FilmToolkit voor het basisonderwijs
Auteur: Ana Paunovik | Beeld: Film to go kaart, © AP 2020
Film Toolkit is een educatief product dat voortkomt uit mijn onderzoek naar de stand van zaken omtrent filmeducatie in zestig basisscholen in gemeente Leeuwarden. Het bracht de huidige situatie omtrent filmeducatie in de scholen in beeld, de behoeftes op het gebied van scholing en deskundigheidsbevordering en hoe leraren en scholen denken over filmeducatie.
Basis voor filmeducatie ontbreekt
Uit de resultaten blijkt dat er een kloof is tussen wat belangrijk wordt gevonden en wat er in de klas daadwerkelijk wordt gedaan. Leraren zien wel degelijk het nut en het belang van filmeducatie voor zichzelf en hun leerlingen in. Film komt ook in alle vakken met verschillende frequentie aan bod, en wordt regelmatig als vermaak ingezet.
Tegelijkertijd is film maken geen doel op zich, het gebeurt tussen de lessen door, informeel. Slechts 2% van de leerkrachten zegt dat hun leerlingen een verhaal kunnen verbeelden door middel van film. Naar de filmpjes die de leerlingen maken wordt nauwelijks gekeken, de inhoud en de beeldtaal van een film wordt zelden in de klas besproken. De leerkrachten achten zich hiervoor niet deskundig genoeg en hiermee lijkt de basis van wat met filmeducatie kan worden gedaan, te ontbreken.
Film leren spreken
De oplossing is een instrument (tool) dat leraren in het basisonderwijs aanknopingspunten biedt om het gesprek over films betekenisvol te maken en te houden. Met de juiste middelen kan het aanvankelijk alleen bekijken van een film worden opgeschaald naar het analyseren van een film: de taal van film ‘leren spreken’. Ook moeten leerlingen goede ondersteuning krijgen als ze zelf films willen maken.
Daarom is naar aanleiding van de resultaten uit het onderzoek de Film Toolkit ontwikkeld, in samenwerking met leerkrachten en leerlingen.
De Film Toolkit bestaat uit meerdere onderdelen waaronder Kijk -en Maakposters en Filmkaarten. De Film Toolkit wordt momenteel doorontwikkeld samen met de partners van Filmhub Noord. Zie voor meer informatie ook mijn website.
Pleidooi voor fotografie in het basisonderwijs
111 jaar oud en nog steeds in de kinderschoenen
Auteur: Marije van der Hoeven | Afbeelding: Hiranur
Bewust kijken vormt de basis voor vakmanschap en wetenschap, het leeuwendeel van informatie komt binnen via onze ogen. Daarom kunnen we niet vroeg genoeg aandachtig leren kijken. Ik vraag kinderen vaak: bestaat er een beroep waarbij je je ogen niet nodig hebt?
Lewis Hine (1874-1940), leraar, socioloog en fotograaf, werd beroemd met zijn serie over kinderarbeid in de VS. Hij begon met fotograferen als ondersteuning van zijn lessen, waarmee hij ‘de wereld’ zijn klas binnenhaalde. Honderdelf jaar geleden eindigde hij een artikel met deze optimistische zin:
‘Het gebruik van fotografie in de klas staat nog in de kinderschoenen. Wat is de waarde van fotografie in educatie? Dat is een vraag vol mogelijkheden. Het antwoord erop zal misschien langzaam komen, maar het komt er zeker.’
111 jaar later
Net als Lewis Hine ben ik overtuigd van het belang van fotolessen in het onderwijs. Met een camera liggen de mogelijkheden voor het oprapen; het is een eenvoudige manier om kinderen bij de wereld te betrekken en hen zelf de maakbaarheid van het beeld te laten ontdekken. In 1989 begon ik als consulent fotografie basisonderwijs. Samen met collega’s van andere gesubsidieerde steunfunctie-instellingen voor kunstzinnige vorming in het land gaven wij vorm aan het vak audiovisuele vorming. Dat waren enthousiasmerende jaren. We dachten helemáál dat ons vak terrein ging winnen toen de cursus Voortgezette bijscholing audiovisuele vorming voor pabodocenten startte, in 1987.
Bijna al die steunfunctie-instellingen zijn nu gesloten. En de vakken met overlappende doelen, zoals mediawijsheid, visuele geletterdheid of nieuwe media (waar fotografie, inmiddels al honderdvijftig jaar oud, nog steeds toe gerekend wordt!), hebben geen vaste voet aan de grond gekregen. Ons vak is dus in de kinderschoenen blijven steken. Toch is fotografie een fantastisch leermiddel in het basisonderwijs dat in onze beeldeeuw verankerd moet worden.
Al dertig jaar laat ik kinderen zelf foto’s maken en daarop reflecteren. Een nieuwe wereld gaat open: ‘Ik wist niet dat er zóveel te vertellen was over één foto.’ De kinderen zijn enorm betrokken omdat zij zelf het lesmateriaal maken. Door eerst te doen en er daarna op te reflecteren leren ze de betekenis en kracht van het beeld te onderkennen. Zo zei een kind tijdens een workshop: ‘Ik wil hier voor eeuwig blijven!’
Ik deel graag mijn ervaring met docenten in workshops. Stuur op aanvraag de film Kijken naar kinderfoto’s met daarin een selectie van honderdentwintig foto’s die gemaakt zijn door kinderen. Schreef twee bekroonde kinderboeken over fotografie. Mijn boek Klik ik heb je is bij mij verkrijgbaar, foto! is alleen nog tweedehands te koop. Van 19 december 2020 t/m 11 april is de tentoonstelling Hoed op voor Rembrandt te zien, naar aanleiding van het gelijknamige project in het Rembrandthuis in Amsterdam. www.marijevanderhoeven.nl
Proeftuinen in Filmhub Noord
Auteur: Jolijn Peters | Afbeelding: Filmhub Noord
Daar zaten we dan, op een dakterras in Marrakesh. Acht jongeren en ik, met onze smartphones. YouTube en TikTok tegelijkertijd open en kijken maar, het ene na het andere filmpje, achteloos en gedachteloos. Dat hier sprake was van onbewust filmkijken, was zo klaar als een klontje.
Dat het noodzakelijk is de stap van onbewust naar bewust filmkijken te maken, drong een jaar later pas goed tot me door toen ik projectleider werd van Filmhub Noord. Filmhub Noord vormt een nauwe samenwerking tussen Kunst & Cultuur, Keunstwurk, Kunstkade, Forum Groningen, Film in Friesland en het Internationaal Filmfestival Assen.
Net als de jongeren daar op dat verre dakterras onbewust naar allerlei films keken, is dat ook vrijwel de dagelijkse praktijk in de meeste Nederlandse klaslokalen. Uit onderzoek dat Motivaction (2019) in opdracht van het Netwerk Filmeducatie verrichtte in po, voortgezet onderwijs en mbo blijkt dat docenten dagelijks films tonen. Dit gebeurt zelden bewust, dat wil zeggen met oog voor de maker, het verhaal, de vormgeving of de context. Film in het onderwijs is dus meestal een prettige manier om de concentratie en motivatie van leerlingen te vergroten, dient ter ontspanning en vermaak. Als film louter een middel is en zelden een doel op zich, dan vergeten we leerlingen filmtaal te leren spreken, missen ze de woorden om een filmervaring te duiden en hier betekenis aan te geven. Die betekenisgeving is belangrijk om de wereld – en jezelf – in perspectief te kunnen zien.
Hoe maken we die stap van onbewust naar bewust filmkijken? Filmhub Noord beantwoordt die vraag al doende in Proeftuinen, in elke provincie (Groningen, Friesland en Drenthe) een. Een Proeftuin is een intensieve samenwerking tussen een school, een steuninstelling en een of meerdere aanbieders (bijvoorbeeld een filmdocent, -theater of –festival). De vraag van de school is leidend. Wat is er nodig op deze school om filmeducatie naar een ander plan te tillen, zijn er aanknopingspunten in het curriculum, de identiteit van de school en de dagelijkse lespraktijk? Welke plek heeft film en filmeducatie nu en welke interventie zorgt ervoor dat die plek steviger, beter en structureler wordt? Niet alleen de school moet leren van de Proeftuin, ook de aanbieders en de steuninstellingen en, in een later stadium, anderen in de regio. Tijdens het proces wordt iedereen gestimuleerd nieuwsgierig naar elkaar en elkaars ervaringen te blijven. Door te monitoren, vast te leggen, te evalueren en te delen, groeien niet alleen de scholen, de steuninstellingen, filmdocenten, filmtheaters en het filmfestival, maar groeit filmeducatie in de regio. Als Filmhub Noord weten dan nog beter welke stappen we moeten zetten om ervoor te zorgen dat filmeducatie een structurele plek in het primair en voortgezet onderwijs krijgt.
Soms, als ons doel té ambitieus lijkt, ga ik in gedachten terug naar dat dakterras in Marrakesh, zie acht blauwe gezichten, hoor hoe het geluid van smartphones de oproep tot gebed overstemt, en voel ten volle waarom we die stap van onbewust naar bewust met elkaar moeten maken.
Van Gerwen denkt door
Wat kan er beter aan de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)?
Auteur: Dr. Rob van Gerwen | Illustratie: Lennie Steenbeek
Platforms moeten zich fatsoenlijk gedragen. Dat verwachten we van alle dienstverlening.
De AVG beschermt onze gegevens tegen misbruik – zoals diefstal en verkoop – door instanties en internetbedrijven. Gegevensbescherming is echter een dubbelzinnige term. Enerzijds gaat het om de informatie waarmee je mensen kunt identificeren en localiseren, gegevens die in het paspoort staan, in archieven van de gemeente, bekend zijn bij de belastingen of bij zorgverleners. Dat die gegevens uitsluitend voor die instanties bedoeld zijn, lijkt mij evident.
We moeten ook beschermd worden tegen de roof van onze zogenaamde gebruiksgegevens, sporen die mensen achterlaten als ze internet gebruiken en de apps op hun telefoons — hoewel ze dat niet bewust doen. Gebruikersgegevens gaan over ons. Gebruiksgegevens doen dat niet, die komen alleen bij ons vandaan.
Internetplatforms verzamelen gebruiksgegevens om advertenties te verkopen. Daar krijg je meer geld voor naarmate je ze weet voor te leggen aan meer mensen die waarschijnlijk op de advertenties ingaan. Onlogisch is dat niet, maar er blijken meerdere manieren te zijn om de advertenties bij de gewenste consumenten te brengen. Je kunt die geïnteresseerde consumenten zoeken of je kunt ze maken, of allebei een beetje. Of toch liever maar maken want dan zijn ze stabieler.
Daarvoor dienen wat we ook wel filterbubbels noemen. Filterbubbels zijn gegrond in iets wat mensen zelf al willen op het internet; relevante resultaten krijgen als ze iets zoeken. Op de eerste pagina van de zoekmachine moeten de beste suggesties staan, anders haken mensen af. Maar staan de resultaten op de eerste pagina omdat ze het beste zijn, of zijn ze het beste omdat ze op de eerste pagina staan? Gebruikers gaan dat laatste geloven: wat niet op de eerste pagina staat is niet relevant.
En dat is het grondbeginsel van de filterbubbel: wat je voorgeschoteld krijgt op internet moet wel interessant zijn. Dan ga je er op in en bevalt het je ook. Zo groei je samen met de platforms ergens heen, maar niet per se naar iets waar je zelf voor zou kiezen. In ieder geval word je zo voor de platforms die ideale consumenten die zij met hun advertenties (willen) bestoken.
De platforms gebruiken ook de sociale media om onze aandacht te trekken. Dat lukt natuurlijk niet met pagina’s-lange subtiele overwegingen; wel met korte provocerende opmerkingen, zoals onwaarschijnlijke complotten als dat de elite bestaat uit pedofielen die in de kelder van een pizzeria kinderen misbruiken en dat Bill Gates verantwoordelijk is voor de corona-pandemie.
Sommigen lezen dergelijke ongein om de tijd te verdrijven, maar ook dat geeft hem elders op internet meer gewicht. Haatpraat, complottheorieën en de ongenuanceerde expressies van ongenoegen kunnen zo niet anders dan toenemen. En ook dit komt in filterbubbels terecht.
De platforms lijden ogenschijnlijk niet onder de aanslag die het internet zo op onze privacy, onze wetenschappen en onze democratie pleegt. Ze verkopen alleen maar meer advertenties. Zij het geld, wij de problemen.
Dit is deel 1 over de AVG. Over de privacy gaat het in deel 2, dat verschijnt in Kunstzone 1, 2021, blz. 54.
Ontwerpen en onderzoeken doe je zo!
Auteur: Bart Boonen | Foto: Vera en Rosa. Gebruikerstest doe je zo!
Op het Citadel College in Lent geven we van het eerste tot en met derde leerjaar het vak Onderzoek en Ontwerp. Belangrijke elementen in het vak zijn creatieve en probleemoplossend vermogen.
We introduceren daarbij thema’s die te maken hebben met bestaande problemen, die de leerlingen moeten oplossen. Ze werken samen met potentiële gebruikers en ontwikkelen al onderzoekend en experimenterend oplossingen voor het probleem.
We werven voor deze levensechte kwesties of problemen instanties zoals het Radboud ziekenhuis of de Nijmeegse bibliotheek. Zij dragen de ontwerpproblemen aan, zodat leerlingen ook werkelijk iets maken dat gebruikt gaat worden. Het Radboud ziekenhuis vraagt leerlingen bijvoorbeeld een behang te ontwerpen voor een specifieke afdeling en patiënten met artsen treden als jury op, om het beste ontwerp te kiezen. Dat ontwerp moet aansluiten bij de eisen die de afdeling stelt en de leerling zal zich dus moeten verplaatsen in de gebruikers van de ruimtes waar het ontwerp voor wordt gebruikt.
Stap voor stap ontwerpen
Een ontwerpproces opzetten en volgen is nieuw, en bepaald niet eenvoudig voor onze leerlingen. Daarom zette ik met leerlinge Vera Van den Oord uit 4vwo en kunstvakcollega Tonja Moonen, voorzien van de adviezen van Jaap Daalhuizen (Delft Design Guide) een YouTube-serie op. Met een subsidie van LOF, het LerarenOntwikkelFonds, kon ik de serie te ontwikkelen.
In de serie Ontwerpen doe je zo! legt Vera stap voor stap uit hoe zij een ontwerpprobleem heeft aangepakt en op die manier laat ze zien hoe andere leerlingen dit kunnen doen.
Het mooie is bovendien dat de serie bij elk vak inzetbaar is.
Bekijk de serie via: https://www.youtube.com/channel/UCXzhqiLeTSmiqqrmjwrF9-w
Als docent dans én Grieks & Latijn stond Carmen van Deuren tien jaar lang vol enthousiasme voor de klas. Nu richt ze haar enthousiasme volledig op haar andere passie: boeken. Afgelopen januari opende van Deuren Arnhems Boeken Café (ABC) Libertas, een literair café vol met de meest uiteenlopende boeken.
Carmen van Deuren: ‘Meteen na mijn dansdocentenopleiding ben ik weer terug de schoolbanken in gegaan. Ik miste het leren zo erg dat ik, tegen ieders advies in, halsoverkop een nieuwe studie koos. Grieks en Latijn, dat leek me wel een studie waarbij ik mijn hoofd kon gebruiken. Daarna combineerde ik mijn werk als dansdocent in het amateurveld met een vaste baan in het voortgezet onderwijs. Die combinatie paste heel goed bij mij.’
‘Tijdens een bezoek aan Groningen kwam ik terecht in een café vol met tweedehandsboeken. Het idee van een plek waar je boeken kunt lezen onder het genot van een kopje koffie of een biertje vond ik simpelweg fantastisch. Ik deed een oproep voor tweedehandsboeken en kreeg ontzettend veel respons. Vanaf daar ging het balletje snel rollen. Ik heb een ondernemingsplan geschreven en ben op zoek gegaan naar een pand. Na een jaar hard sparen heb ik mijn docentschap achter me gelaten en me fulltime op het café gestort.’
Een nieuw avontuur
‘Door middel van crowdfunding zijn we van start gaan. Dit was een zwaar proces, ik moest me ineens verdiepen in bijvoorbeeld marketing. Door mijn ervaring in lesgeven heb ik geleerd te differentiëren. Ik merkte dat deze kwaliteit van pas kwam tijdens het proces, doordat je constant probeert verschillende mensen te bereiken en te activeren. Gelukkig had ik een fantastisch team om me heen, waaronder het veelzijdige Collectief Soepel. Zij hebben het interieur ontworpen en de plek een sfeer gegeven waar ik voorheen alleen maar van kon dromen.’
‘Boeken selecteren vond ik het leukste werk. Ik voelde me als een curator van een museum. Op dit moment zijn er 5000 boeken in Libertas en dat is maar tien procent van alle boeken die ik heb verzameld. Dit proces ging vooral op gevoel. De verrassende, grappige, choquerende, bijzondere boeken en de klassiekers staan nu bij ons op de plank. Ik geniet van het ontdekken van pareltjes en deel die graag met anderen.’
Anders dan een boekenwinkel
‘Onze doelgroep is heel breed. Er zijn mensen die graag naar het café komen voor een goed biertje en daarbij af en toe een boek pakken, en je hebt de boekenfanaten die het fijn vinden dat dit tevens een sociale plek is. Wij organiseren poëzieavonden in samenwerking met de schrijversopleiding van de kunstacademie, voorleesmiddagen voor kinderen, boekpresentaties, bordspelavonden en ook theater- en dansvoorstellingen. Door mijn achtergrond trek ik het breed en zie ik het als een culturele aangelegenheid. Maar het uitgangspunt blijft literatuur en taal.’
‘Ik wilde mezelf omringen met literatuur en geschiedenis. Echte boeken geven een fijne sfeer van rust en veiligheid. Onze gasten komen lezen, studeren, werken of voor de gezelligheid. Iedereen is welkom en dat gevoel wil ik met ABC Libertas uitstralen.’