Documentaire en lesmateriaal

Bekijk de documentaire Luister (2017) van Astrid Bussink

Bekijk het lesmateriaal van Lesson Up.

Bekijk het lesmateriaal bij de documentaire Luister (pdf)

 

 


 

Luister naar je leerlingen

Auteur: Vincent Hodde | Foto: Va Tao

In onze huidige beeldmaatschappij is het belangrijk dat leerlingen kritisch zijn op de dagelijkse flow aan beelden die op hen afkomen. De korte docu Luister (2017) en de bijbehorende les kunnen hier volgens het Netwerk Filmeducatie een bijdrage aan leveren. De documentaire is overigens al een bewezen succes in de klas.

Luister is een korte documentairefilm van een kwartier en bestaat uit verschillende kindertelefoongesprekken die, op hun beurt, gebaseerd zijn op echte gesprekken. De film kun je goed tijdens één lesuur behandelen, inclusief bespreking. Mocht je geen ervaring hebben met filmeducatie dan is dat geen probleem, aangezien er kant-en-klare vragen in de les op LessonUp verwerkt zijn. De les is ontwikkeld op basis van de nieuwe leerlijn filmeducatie die het Netwerk Filmeducatie met verschillende vakdocenten ontwikkelde.

Nadat de leerlingen de film bekeken hebben ga je in op wat ze tijdens de film voelden – tenslotte luisterden ze mee bij  ‘echte’ telefoongesprekken – en vraag je hen te benoemen wat ze van de film vonden. Vervolgens leren ze dit te koppelen aan de vorm van de film; een documentaire met een bijzondere verhaalstructuur. De maker van de film, Astrid Bussink, koos er namelijk voor het verhaal op te knippen in een mozaïek, als een wirwar van verhaallijnen, om zo de kijker te blijven boeien. De leerlingen reflecteren op het effect van deze vormkeuze en hoe het geweest zou zijn als de verhalen niet door elkaar waren gehusseld. Daarnaast richt de les zich op een ander bijzonder aspect van de film: kinderen maakten de beelden ter interpretatie en visuele ondersteuning van de kindertelefoongesprekken. Op deze manier voelt de documentaire ‘echter’ aan, omdat letterlijk het perspectief van een kind wordt getoond.

Topstuk
Leerlingen willen graag film zien. We doen er dan ook goed aan om naar ze te luisteren en deze wens in vervulling te laten gaan. Ze leren in de filmlessen de combinatie van bewegend beeld en geluid te analyseren en te begrijpen hoe zij zich hiertoe verhouden. Mocht er tijd over zijn, dan kun je eventueel nog aan de slag door met hen zelf een docu/verhaal te maken. De les is onderdeel van het project Film in de Klas en is een van de topstukken van het Netwerk Filmeducatie. Toch is de feedback van docenten altijd gewenst omdat het vast beter zou kunnen…

 

 

Dialooginstrument

Bekijk hier de eerste versie van het dialooginstrument die de Werkplaats Diversiteit ontwikkelde.

 

 


 

Praten over gelijke kansen

Auteurs: Pien School, Hester Edzes, Inti Soeterik en Monique Meij | Eduardo Paolozzi: Wittgenstein in New York, 1965 (uit de serie As is When), zeefdruk op velijnpapier. © Staatliche Museen zu Berlin, Kupferstichkabinett, fotograaf Jörg P. Anders. © Trustees of the Paolozzi Foundation, licensed by VG Bild-Kunst, Bonn 2020

Speel jij een rol in het verminderen van vooroordelen onder kinderen? Benut jij de achtergronden en perspectieven van kinderen als kennisbron voor je onderwijs? Het zijn twee vragen uit het instrument dat het onderzoeksteam van de Werkplaats Diversiteit maakte om een collegiaal gesprek over verschillen en ongelijkheid richting te geven.

Vrijwel alle leerkrachten willen leerlingen met diverse achtergronden en karakters op een goede manier bij hun lessen betrekken. De beste aanpak hiervoor verschilt vaak per school en soms zelfs per klas. Een gesprek met collega’s hierover is niet eenvoudig. Gedurende drie jaar onderzochten schoolleiders van de Amsterdamse Stichting voor Katholiek, Protestants-Christelijk en Interconfessioneel Onderwijs (ASKO) in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en het Kohnstamm Instituut hoe ze in hun scholen met hun teams de dialoog over diversiteit kunnen voeren, met als doel recht te doen aan verschillen tussen leerlingen.

Een gesprek over diversiteit
Voor ASKO betekent recht doen aan diversiteit: ‘oog hebben voor de combinatie van achtergrondkenmerken zoals etnische identiteit, opleiding en inkomen van ouders/verzorgers, geslacht, genderidentiteit, religieuze oriëntatie, gezinssamenstelling én individuele kenmerken als karakter, cognitie, motivatie, kwaliteit en behoeftes.’ (Edzes, Soeterik, & Meij, 2019, p. 22). Tijdens gesprekken in het leerteam van schoolleiders bleek echter al gauw dat de verschillende achtergronden, perspectieven en werkcontexten óók een belangrijke rol spelen in hoe verschillen tussen mensen worden benaderd.

Om elkaars achtergronden en ideeën te leren kennen voerde het bovenschoolse leerteam in het eerste jaar onder externe begeleiding socratische dialogen. Onderzoeksbegeleider Inti Soeterik vertelt: ‘In het eerste jaar zijn we voornamelijk met elkaar in gesprek gegaan over diversiteitsvraagstukken en op welke manier deze aan de orde komen binnen school. Deze gesprekken werden door iedereen als zeer waardevol ervaren, maar leidden toch tot het onbevredigende gevoel dat er niet echt iets was uitgekomen waarmee een gesprek met het eigen team gevoerd kon worden.’ Om hiervoor toch iets te ontwikkelen is het team vervolgens onderzoeksmatig aan de slag gegaan met de vraag: ‘Hoe ziet een theoretisch onderbouwd instrument eruit waarmee schoolleiders en leerkrachten de dialoog kunnen voeren en structureren rondom diversiteit en kansenongelijkheid op school?’

James Banks
De werkplaats ontwikkelde uiteindelijk een instrument in de vorm van een vragenlijst die kan helpen bij het richting geven aan een dergelijke dialoog. Als theoretisch kader voor het instrument diende het werk van de Amerikaanse onderwijskundige James Banks over wat hij noemt ‘multicultural education’. Banks houdt zich bezig met de vraag hoe er in onderwijs recht gedaan kan worden aan de (super)diverse achtergronden van leerlingen en hoe gelijke kansen voor ontwikkeling voor alle leerlingen gecreëerd kunnen worden (Banks, 2004). Hij constateert een grote kloof tussen theorie en praktijk op dit gebied. In de praktijk wordt multicultureel onderwijs vaak begrepen als curriculumherziening waardoor een achtergestelde groep – bijvoorbeeld leerlingen die thuis een andere taal spreken dan op school – meegenomen kan worden, maar dat is volgens Banks te beperkt.
Om deze kloof te overbruggen formuleert hij vijf dimensies van multicultureel onderwijs. Hij pleit bovendien voor een multidimensionale aanpak, waarbij er niet één dimensie wordt aangepakt, maar alle dimensies tegelijkertijd worden meegenomen.

 

Lees het hele artikel in Kunstzone #2.

 

Danskaarten

Danskaart 01: ik en mijn lichaam
Danskaart 04: de tijd
Danskaart 08: de kijk-terug-kaart (reflectiekaart)
Danskaart 09: ik en de ander
Danskaart 15: de beeldhouwers
Danskaart 18: ik en de groep
Danskaart 22: de schaduw

 


 

Dansant burgerschap

Samen dansen en verbinden

Auteur: Lynn Kosakoy | Afbeelding: Web. Bas van den Eijkhof

Als dansdocente in het basisonderwijs zie ik vaak dat leerkrachten moeite hebben met dans. Sommige leerkrachten vinden het dan ook lastig om een goede invulling te geven aan dans. ‘Dat wat een danser doet of laat zien, in een dansvoorstelling of op televisie, kan ik niet’, zegt een leerkracht bijvoorbeeld.

Dit artikel is voor basisschooldocenten die met dans aan de slag willen en op zoek zijn naar een (nieuwe) manier hoe dat te doen.
Mijn onderzoek en project Move School, Make Society! brengt hen nieuwe dansinzichten en -mogelijkheden. In dit onderzoek bracht ik danseducatie en burgerschapsvorming in het primair onderwijs samen tot het concept dansant burgerschap. In Kunstzone 2 (2021) schreef ik al een kort artikel over dit onderzoek, dansant burgerschap en de interactieve en educatieve dansvoorstelling die ik voor mijn afstuderen maakte.
Een korte teaser van de dansvoorstelling, opgenomen tijdens mijn afstuderen in januari 2020, is hier te zien: Filmpje teaser MSMS.

Vier elementen van dansant burgerschap
Vanuit het onderzoekslab De Kracht van Dans van Cultuur Oost ontwikkelde ik samen met Janneke van der Vlugt en Elena Nijsen het project Move School, Make Society! verder uit. We zochten naar waar de kracht van dans ligt en hoe we dans een explicietere plek konden geven in het basisonderwijs. Dat laatste gaat het beste wanneer leerkrachten zich vaardiger voelen in het kunnen onderwijzen van dans. We ontwikkelden daarom danskaarten, gebaseerd op vier elementen van dansant burgerschap.

– Wie ben ik en wat kan mijn lichaam?
Het eerste element is Identiteit, waarbij het draait om het ontdekken van het eigen lichaam, hoe het kan bewegen, bewustzijn van het zelf en de rol die je hebt. Bij het element Identiteit wordt ook ingegaan op de fysieke dansante verbeelding van jouw rol voor de buitenwereld.

– Hoe ontmoeten wij elkaar fysiek?
Bij het element Ik en de ander gaat het over jou en mij, over ontmoeten van en vertrouwen op de ander. In danstaal gezegd: dit element richt zich op lichamelijke verhoudingen; wie ben ik met mijn lichaam en hoe verhoud ik me tot de ander in een ruimte. Hoe zet je je lichaam dansant in om te communiceren met de ander?

– Hoe zijn wij fysiek en sociaal verbonden?
Van het individu verplaatsen we de focus naar de ander en ten slotte naar de groep. Samenzijn is het element dat gaat over de groep. De klas kan als een samenleving in het klein worden gezien. Bij dit element gaat het over sociale aspecten en omgaan met elkaar. Daarnaast gaat het ook over leren samenwerken als een groep, groepsgebonden normen en waarden ontdekken, weten wie welke rol heeft en dat iedere rol even belangrijk is om zo te kunnen bouwen op elkaar.

– Welke lichamelijke impulsen heb of krijg ik en wat doe ik ermee?
Tot slot het element Fysieke intuïtie. Bij dans ontstaan fysieke reacties; een reactie op de handeling van een ander of een situatie in de ruimte, voorbedacht of reflexmatig. Zo’n reflexmatige reactie is een reactie die je voelt en waar je misschien ook wel over nadenkt, maar die zo snel in je lichaam zit dat je jezelf verbaast. Bijvoorbeeld wanneer iemand gaapt en jij automatisch mee-gaapt. Of wanneer jij iemand ziet bewegen en daarop op jouw eigen manier een reactie wil geven door zelf een beweging te maken. Binnen het element Fysieke intuïtie gaan we op zoek naar die reflexmatige reacties en worden we ons er (fysiek) bewust van.

Danskaarten, stappenplan en trainingen
De danskaarten zijn verdeeld in de drie thema’s. Het eerste thema (de rode kaarten) is Ik en mijn lichaam en gaat over de basiselementen van dans, wat jij met jouw lichaam kan en jouw identiteit. Het tweede (gele kaarten) is Ik en de ander en richt zich op ontmoeten en communiceren via dans tussen jou en een ander (een maatje). Het derde thema (blauwe kaarten) is Ik en de groep en gaat over samenwerken in dans, dansregels en sociale verbondenheid. Op iedere danskaart staan dansante werkvormen om met de leerlingen tot dans te komen.
Er zijn bovendien drie reflectiekaarten, de kijk-terug-kaarten, die de reflectie op dansant burgerschap ondersteunen. Ze helpen leerkracht en leerlingen zich bewust te worden van wat er met hen, met een ander en met de groep gebeurt wanneer je alleen en samen danst.

Reacties welkom
Als extra ondersteuning ontwikkelden bovendien stappenplannen per danskaart en trainingen. De danskaarten, stappenplannen en trainingen worden nog getest door dansdocenten op basisscholen. Ik reik graag danskaarten aan, om alvast mee aan de slag te gaan.

Heb je wat geprobeerd en wil je laten weten hoe het ging? Andere vragen of opmerkingen? Mail dan naar: lynnkosakoy@gmail.com.