Hoe de lockdown onze onstilbare tech-honger tempert
In scifi-klassieker The Machine Stops (1909) beschrijft Edward Morgan Forster een toekomstscenario waarin het grootste gedeelte van de wereldbevolking het vermogen heeft verloren om op de oppervlakte van de aarde te leven. De massa leeft ondergronds, individueel geïsoleerd in hun hexagoonvormige kamer met een knop voor elke denkbare behoefte. Alles is – instant – mogelijk met De Machine.
Sounds familiar, right? Lockdown life, nine months in.
We houden afstand en mijden fysiek contact. Onze ontbijttafel verandert in een bureau, voordat het plaats maakt voor ons – door het plaatselijke restaurant bereide – diner (support your locals!). Post- en pakketbezorgers brengen dingen naar mensen, mensen gaan niet langer naar dingen. Streamingdiensten draaien overuren.
Er is echter een groot verschil tussen het toekomstbeeld dat Forster schetst en het onbedoelde massale sociale experiment waar wij ons plots in bevinden. Dat verschil zijn wij: de mensen. Waar de massa in The Machine Stops niet wil reizen, een afkeer voor de natuur heeft ontwikkeld en persoonlijk contact ingewikkeld vindt, staan wij te springen om weer massaal samen naar evenementen te gaan. Ons verder te verplaatsen en ons te omringen met anderen. Zoals het mechanisch gereproduceerde kunstwerk zijn aura verliest, zo verliest de zichzelf-streamende mens zijn eigenheid.
Voor de crisis merkte Sherry Turkle op hoe Amerikaanse studenten ‘rather text than talk’ en werden er voor tech-addicts Digital Detox weekenden georganiseerd om af te kicken van dopamine-opwekkende apps om tot een gezondere relatie met technologie te komen.
Nu we al negen maanden naar de pixelversie van de ander staren en enkel verbaal en nauwelijks lichamelijk communiceren, kunnen we niet wachten om elkaar weer echt te zien en in gesprek te gaan. Echt. IRL en alles. Tot die tijd vluchten we de natuur in. Weg van schermen en digitale afleiding. Dit menselijke verlangen naar de natuur, naar elkaar en naar echte ervaringen st(r)e(a)mt mij hoopvol.
Ook laat deze crisis ons zien dat we niet altijd on top of the world hoeven te zijn. Dat wij als mensen kwetsbaar zijn en dat dat weliswaar ongemakkelijk, maar ok is. We zitten samen in dit verschrikkelijke schuitje. En dan, als we straks die angstaanjagende pandemie als ware homo deus overwonnen hebben, niet vergeten hoe fijn het ook was om met z’n allen even een stapje terug te doen, elkaar even te laten, of beter nog: te helpen, of gewoon even met jezelf te zijn.
Oftewel, in 2021 met z’n allen op digi-dopamine-dieet. Ik doe mee.
Meer lezen?
– M. Forster (1909), The Machine Stops.
– Walter Benjamin (1935), The Work of Art in the Age of Mechanical Reproduction.
– Sherry Turkle (2011), Alone Together. Why we expect more from technology and less from each other.
– Sherry Turkle (2015), Reclaiming Conversation. The power of talk in a digital age.
– Dirk De Wachter (2019), De kunst van het ongelukkig zijn.