Antwerpen en andere steden en dorpen zijn onherkenbaar en verdacht stil. Ook de muziekscholen en academies. Er is nog wel activiteit, lessen van 1 op 1 of her en der in kleine groepjes, al naar gelang de interpretatie van de  regels in deze COVID-19-tijd. Ondertussen werken beleidsmensen zich uit de naad aan plannen voor een toekomst. Het zou een kans kunnen zijn. Als er chaos is kan er een nieuwe orde ontstaan, kunstenaars weten dat als geen ander. Maar onze taaie conservatieve reflex loert steeds mee om de hoek. Kijk naar de nieuwe eindtermen die men wil invoeren voor het secundair onderwijs in het Vlaamse landsgedeelte (en de Vlaamse scholen in Brussel, ja we zijn nog steeds dat ingewikkelde land). Er is aardig aan gewerkt met inspraak van alle kanten: de drie machtige onderwijskoepelorganisaties, adviesorganen en zelfs de gebruikers (leerkrachten en studenten). Er is een akkoord en dat moet goedgekeurd en geïmplementeerd worden.

Toch zijn er meer dan donderwolken aan de horizon en lijkt er een nieuwe schoolstrijd tussen de onderwijskoepels te ontstaan (de vorige dateerde van 1950-1958). Vooral de artistieke vakken staan onder meer dan zware druk. Ze worden samengebald met nog enkele andere inhouden onder de welluidende titel ‘Maatschappelijke, economische en artistieke vorming’. Het is een verplicht vak van één uur per week dat de leerlingen één keer per graad moeten volgen, dus bijvoorbeeld in het derde en het vijfde jaar. Een brede beweging is op gang gekomen; men vreest dat de artistieke vakken nog minder tot bijna niet aan bod zullen komen. Academici zoals pedagogen, psychologen maar ook kunstenaars, docenten van allerlei slag protesteren al een paar maanden tegen dit ontij met de meest gekende argumenten om kunst te verdedigen. Creativiteit, verbeelding, expressiviteit, mondigheid, cultureel bewustzijn en nog veel meer van de algemeen erkende eigenschappen van het werken met artistiek vakken passeerden de revue en staan in diverse opiniestukken in de media.

Het is vooral de katholieke koepel van onderwijsvertrekkers (de grootste in Vlaanderen) die doet of zijn neus bloedt en zegt dat het niet zo’n vaart zal lopen, dat het nog altijd mag die artistieke vorming. Wie goed plannen kan lezen weet dat dit flauwekul is. Dat jongeren niet de vrije ruimte krijgen om te spreken in door henzelf bedachte talen en vormen is een feit. Dat ze nog meer dan anders vooral cognitief benaderd worden en die richting worden uitgestuurd ook. Mocht in de vrije tijd het aanbod van kunst en educatie groeien, dan zou er nog wat gesprek mogelijk zijn. Maar neen, ook daar is de druk hoog en is er geen breder perspectief.

Zoals ik al schreef: we gaan aardig achteruit!
Maar de strijd die al woedt sinds midden jaren 50 van vorige eeuw is nog niet gestreden. De ridders van de kunsten nog niet uitgeteld. Een honderdjarige oorlog voor het goede en het schone is een weg die al lopend ontstaat, niemand heeft ons een rozentuin beloofd. We verbeelden hem immers zelf en daar zijn we goed in.

Cover #5

 

Mindblooming Jada de Jong (5 havo, Veluws College Walterbosch, Apeldoorn). 20cm x 20cm x 40cm, acrylverf-hout-kunststof