Volgens het coalitieakkoord moet elk kind dezelfde kansen krijgen om zijn talenten en vaardigheden zo goed mogelijk te ontwikkelen en ontplooien. Dat mag niet afhankelijk zijn van het gezin waarin het geboren is. Begin juli liet OCW-minister Wiersma de Tweede Kamer weten hoe hij invulling wil geven aan de in dit akkoord opgenomen ‘rijke schooldag’, waarin scholen zelf mogen bepalen wat zij nodig achten om de kansengelijkheid te vergroten.

De eerste stap wordt het Programma School & Omgeving, dat extra activiteiten naast of in het verlengde van het curriculum op of rondom de school stimuleert. Dit jaar is er 34 miljoen voor 130 gebieden beschikbaar. In die gebieden werken scholen, gemeenten en lokale partijen, zoals kunst- en cultuurinstellingen, samen in coalities. Verspreid over het gehele land zijn 45 voorlopers geselecteerd op basis van de inhoud van hun programma en achterstandsproblematiek. Zij krijgen drie jaar de tijd om een duurzaam en structureel programma te ontwikkelen, dat later als voorbeeld kan dienen. Meer dan de helft van de voorlopers biedt culturele activiteiten aan zoals muziek, techniek en kunst, theater en dans.

Zo’n uitbreiding van de schooldag met naschools aanbod of dagarrangementen van acht tot acht kennen we eigenlijk al lang. Vanaf het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw werkten het LOKV en daarna Cultuurnetwerk Nederland hier al aan. In de verlengde schooldag deden leerlingen ervaringen op die ze van huis uit meestal niet meekregen. Het doel van deze aanpak was om kinderen en jongeren in kansarme buurten meer ‘kennis van de wereld’ bij te brengen, zoals de oriëntatie op buurt en vrije tijd, op buurt en arbeid, op kunst en cultuur en op sport en bewegen.

Het lijkt erop dat Wiersma hiernaar gekeken heeft. De voorlopers hebben namelijk de opdracht de kansenongelijkheid ‘integraal aan te pakken en school, thuis en omgeving met elkaar te verbinden’. Hoe ze dat doen en met wie ze samenwerken is aan hen. Dat cultuuronderwijs bij kan dragen aan kansengelijkheid is evident. Leerlingen ontwikkelen daarbinnen immers specifieke kennis, inzicht en vaardigheden, die ook effect kunnen hebben op andere leergebieden, zoals taal en rekenen. En op de sociaal-emotionele ontwikkeling, de morele ontwikkeling en creatief denken en handelen.

Waar het vroeger een beperkt aantal scholen betrof wil Wiersma nu naar een eerlijk stelsel waarin alle leerlingen de tijd en ruimte krijgen om zich optimaal te ontwikkelen. Wel jammer dat dit nu pas gebeurt!

Cover #5

 

Mindblooming Jada de Jong (5 havo, Veluws College Walterbosch, Apeldoorn). 20cm x 20cm x 40cm, acrylverf-hout-kunststof