Onder je bed en uit je comfortzone

Alsof Tetris haar nummer 1 hobby is, schuift de stewardess de doosjes terug in het laatje. Groot, middelmatig, groot, klein en heel klein. 10 minuten geleden bouwde ze nog een parfumflesjes-metropool op de bovenkant van het wagentje dat zowel over chips als krasloten gaat, maar nu moet ik toch echt constateren dat het gedaan is. We gaan landen. We zijn terug.

Alsof tijd zijn eigen tempo bepaalt, rol ik mezelf een aantal dagen later heen en weer in mijn werkkamer. Twee stappen naar rechts, drie stappen naar links. Zo beland ik vanzelf bij deur om koffie te halen. Nog 58 uur te gaan en dan begint de kunstweek met 185 studenten. Ik ben nerveus. Vorig jaar hebben we onze blauwdruk doorgezet en makers vanuit verschillende kunstdisciplines uitgenodigd om samen met pabo-studenten te onderzoeken wat de rol van kunst kan zijn in primair onderwijs; een mogelijkheid om haar betekenis weer bij te schaven of juist uit te gummen. Beeldend is niet alleen maar monsters kleien en dansexpressie is meer dan het uitbeelden van een gebakken ei op de vloer van een gymzaal. Toch bekruipt me ergens de angst dat ik straks 185 ongelukkige gezichten ga zien. De titel alleen al: K U N S T W E E K. Klinkt het niet te zwaar? Als iemand mij zou uitnodigen voor de W I S K U N D E W E E K, zou ik ook onder mijn bed gaan liggen. Deze studenten hebben niet gekozen voor een kunstvakopleiding; is het daarom teveel gevraagd? Wanneer wordt ‘uit je comfortzone’ gewoon heel vervelend? En waar ligt de grens tussen uitnodigen en vriendelijk dwingen?

130 uur later kijk ik naar een sporthal vol dansende studenten. De een in de maat en de ander doet een poging, maar gelachen wordt er overal. Wat ik eerder in de paniekmodus vergat, is dat we de hele week hadden ingestoken vanuit plezier, spel en verbinding. Dat we niet afsluiten met een beoordeling, maar met een feest. Dat het geen gesloten verhaal is, maar een open einde. Terwijl ik moet lachen om al die hupsende studenten op muziek, denk ik: ik ben geland, ik ben weer terug.

Cover #3

 

Foto Jurien Higgins 2019 (fragment)