Dankzij subsidie van de gemeente Amsterdam krijgen veel basisscholen muziekles van een vakleerkracht. In een schooljaar zijn dat vijftien muzieklessen van 45 minuten. Het is de bedoeling dat de groepsleerkracht tijdens de muziekles meedoet en met een handleiding van de vakleerkracht de week erop de les herhaalt. Zo krijgen de leerlingen ook nog vijftien muzieklessen van de groepsleerkracht. Dit heet met een mooi woord co-teaching.
Co-teaching werkt hartstikke goed met groepsleerkrachten die het leuk vinden om een les muziek te geven. Helaas heb ik ervaren dat een aantal leerkrachten muziekles geven doodeng vinden, niet zitten te wachten op nog een vak geven of simpelweg de tijd niet hebben. Leerkrachten moeten een boel ballen in de lucht houden, dat merk ik als in- en uitvliegende vakleerkracht als geen ander.
Dus bedacht ik een experiment om groepsleerkrachten tegemoet te komen, zonder mezelf daarbij in de vingers te snijden. Om dat laatste uit te leggen: in één week bezoek ik drie scholen, op elke school geef ik gemiddeld vijf klassen om de week les. Ik zie dus ongeveer 750 kinderen twee keer per maand.
Het experiment hield in dat ik op een school die ik goed ken de kinderen drie keer in het jaar drie weken achter elkaar een les van 75 minuten gaf. Zonder de groepsleerkracht. Wat ontzettend goed werkte was dat ik de kinderen beter leerde kennen en een uitgebreidere les kon geven. De leerkrachten vonden die tijd voor zichzelf heel fijn, waardoor ik dacht een goede formule te hebben gevonden.
Helaas was deze formule niet ideaal, want er was te weinig regelmaat: de kinderen kregen na zo’n blok van drie weken ruim twee maanden geen muziekles. De leerkrachten wilden weer terug naar de oude situatie. Maar dan wel zonder aanwezig te zijn bij de muziekles die ik gaf en ze wilden de les de week erop ook niet herhalen. Met als gevolg dat ik elke keer weer haast opnieuw moest starten.
Ik heb aan de bel getrokken, gezegd dat het zo niet werkte, maar te laat. Er speelden in de klassen teveel moeilijkheden die ik zelf moest uitvogelen. Ik wilde niet te streng optreden, want politieagent spelen is niet mijn ding. Maar ik was toch te streng tegen kinderen die dat niet trekken. Toen ik dit bespreekbaar wilde maken kreeg ik van een aantal leerkrachten te horen dat ik als professional alleen voor een klas moet kunnen staan.
Met pijn in mijn hart ben ik tijdelijk gestopt, terwijl er al zo’n tekort is aan vakleerkrachten.
Ik hoorde in de wandelgangen dat de subsidieregeling over een paar jaar verandert. Het co-teaching-idee gaat eruit en we moeten als kunstvakdocenten voor werkdrukverlichting zorgen. Ik denk hier heel graag over mee. Ik geloof dat het kan, maar dan moet er wel ruimte zijn om te experimenteren en om fouten te mogen maken en hiervan te leren!