In september 2019, tijdens mijn eerste dagen bij de master Kunsteducatie, begon ik de Nederlandse taal volledig te ‘leven’. Met de taal te ‘leven’, bedoel ik dat de taal een onafscheidelijk aspect werd van mijn dagelijkse routine, het werd zoals de lucht waarmee we inademen, waar we in ondergedompeld zijn. Ik dook in een wereld van taalkundige conventies die niet noodzakelijk verband hielden met mijn moedertaal of met mijn emotionele en visuele waarnemingen. Mijn verlangen om mijn identiteit en imago vorm te geven door middel van woorden en discussie moedigde me aan om drempels te overschrijden tussen wat ik al kende en wat ik nieuw leerde. Ik zou kunnen zeggen dat niets effectiever was dan de Nederlandse taal te leven door middel van kunsteducatie.
Verhalenarchief
Omdat mijn aandacht voor luisteren extra groot was (en nog is) noteerde ik voortdurend de meest populaire woorden uit mijn Nederlandse samenleving. Wat denk je dat de woorden waren die het meest herhaald werden? Ja zeker, het verhaal; vertel een verhaal, gebruik een verhaal, zoek een verhaal… en wat een authentiek verhaal heb jij!
Als ik nu een vraag over een verhaal in de kunsteducatie ervaar, begint mijn taalkundige bagage actief te puzzelen met mijn verbeelding; dat is het geluk dat onze hersenen bieden. Lera Boroditsky, cognitief wetenschapper op het gebied van taal en cognitie, benadrukte in een interview Beyond Words? dat onze hersenen ware meesters zijn. Ze maken dynamische, opportunistische collages, ze recyclen en hergebruiken de kennis die we opdoen door onze fysieke ervaring.
Als we taal als een conventie van onze fysieke realiteit beschouwen, beïnvloedt het de verbeelding. Of beter gezegd, de taal onderscheidt zich als een generator van verbeelding, verhalen, perceptie en creativiteit. Met de woorden die we construeren kunnen we onbeperkte aantallen ideeën, emoties en afbeeldingen verzamelen. Als een groot verhalenarchief.
Waarnemen en verbeelden
Taal is een ongelooflijk krachtig instrument dat ons uitnodigt om ideeën op allerlei (nieuwe) manieren op te roepen en eindeloos met elkaar te combineren. Met een paar woorden kan ik het beeld samenstellen van een witte, gevleugelde olifant die stroopwafels bakt onder jouw kerstpalm.
Verbeelding is een waarnemingsmiddel, een gelijktijdige realiteit gevormd uit concepten en signalen die niet altijd verbonden zijn met de fysieke realiteit. De taal die het mogelijk maakt om dingen voor te stellen die je nooit had kunnen bedenken.
Ibn Arabi, een Arabische theoloog en filosoof van het soefisme, beschrijft verbeeldingservaring als licht omdat het de essentie van de taal en het verhaal verkent. Hij zegt: Wanneer de verbeelding iets waarneemt, neemt het met zijn licht op, en het licht vergist zich niet in het onthullen van dingen. De verbeelding oordeelt niet, maar ontdekt de duisternis die de dingen bedekt.
In wezen gebruiken wij in kunsteducatie twee buitengewone menselijke krachten: de taal en de verbeelding om onze verhalen te genereren en te produceren. Verhalen die meer worden dan woorden, die een potentieel instrument worden dat ons traint om ons te concentreren op iets dat misschien niet zichtbaar of voorspelbaar is.