De digitale samenleving is nog lang niet voor iedereen in dezelfde mate toegankelijk. Wie technologie gebruikt in de kunstles zou hierover na moeten denken.
Deze kaart, die op het eerste gezicht op een 17e-eeuwse wereldbol lijkt, toont waar ter wereld mensen een goede en betaalbare internetverbinding hebben. De kaart maakt in één oogopslag duidelijk dat het vooral mensen in de westerse welvarende landen zijn die beschikking hebben over middelen en kennis om online goed toegerust en geïnformeerd voor de dag te komen.
Domestic Data Streamers, Impresión sobre papel, Analog Museum for Digital Inequality, Barcelona, 2020
Kunstenaar en docent Melissa Cruz maakt zich zorgen om deze vorm van ‘digitale inclusie,’ sinds zij werd geconfronteerd met de geringe digitale vaardigheden van haar Colombiaanse ouders. Na een bezoek aan Nederland moesten zij inchecken voor het vliegtuig naar Bogota. Melissa verbaasde zich erover hoe ingewikkeld haar ouders dat vonden en hoeveel hulp zij nodig hadden. De digitale samenleving is lang niet voor iedereen zo toegankelijk als het lijkt.
Hoogleraar Jan van Dijk spreekt over een eerste en een tweede digitale kloof. De eerste gaat over bezit en toegang tot digitale middelen. In westerse landen bestaat deze kloof bijna niet meer. De tweede digitale kloof is dat mensen met een lager inkomen of een praktische opleiding minder profiteren van de mogelijkheden van internet dan theoretisch opgeleide mensen, zoals kennisverwerving en opbouwen van een professioneel netwerk (Van Dijk, 2020). De Cubaans-Amerikaanse mediakunstenaar en educator Agnes Chaves schrijft in haar essay How Artists Can Bridge the Digital Divide and Reimagine Humanity (2021) dat de meeste technologie die wij gebruiken wordt ontwikkeld door een kleine elite. Voor werkelijke participatie moet volgens Chavez een veel bredere en diversere doelgroep betrokken worden. Zij ziet kunst als een verbindende factor en heeft daarvoor het STEMarts Lab opgericht, een plek waar mediakunstenaars en jongeren samenkomen.
Melissa Cruz geeft les op Art-S-Cool, een kunstschool in de Haagse Schilderswijk. De leerlingen hebben diverse achtergronden, of zijn nieuw in Nederland, en krijgen bij Art-S-Cool les van kunstenaars die tevens rolmodellen voor hen zijn. Veel van Melissa’s leerlingen zijn digitaal vaardig, maar sommige hebben geen tools en vaardigheden om bijvoorbeeld foto’s te maken of nepberichten te herkennen. Melissa sprak met hen over de vraag of iedereen mee kan komen in een gedigitaliseerde maatschappij. Ze toonde kunstwerken van mediakunstenaar Nam June Paik en gaf hen de opdracht een machine te ontwerpen die de samenleving meer inclusief maakt. De tieners bedachten een juf die altijd ‘digitale spullen’ kan geven als leerlingen die vergeten zijn en een ‘emotiemachine’ die kinderen die bang zijn om naar school te gaan nieuwe emoties kan geven.
Mohamed Achalhi & Zakariyya Tahari
De lespraktijk van Melissa Cruz en het essay van Agnes Chavez doen mij inzien dat we, juist op momenten dat we vernieuwend onderwijs maken en in de kunstles met leerlingen nadenken over technologie, moeten stilstaan bij de vraag: hoe inclusief is technologie en kan iedereen meedoen in een wereld waarin je steeds meer digitaal je weg moet kunnen vinden?
De les van Melissa Cruz vond plaats binnen een tweejarig traject van de KunstCampus van Scholengemeenschap Johan de Witt. Met verschillende culturele instellingen ontwikkelen we een leerlijn cultuureducatie volgens de principes van Authentieke Kunsteducatie (Heijnen, 2015).