De zevenjarige Mina heeft een rood-witte kamer, rood-witte kleding en is vergroeid met haar haarband met zwarte muizenoren. Met haar kleurrijke kledingstijl steekt ze scherp af tegen een grauwe omgeving waarin iedereen in het vaalgroen gekleed gaat. Mina’s moeder, juf en klasgenoten snappen niks van haar verschijning en sluiten haar buiten. De film Mina Moes (Mirjam de With, 2011) kijkt als een arthousefilm voor jonge kinderen. Geholpen door de scherpe kleurcontrasten en cameraperspectieven leef je je in in Mina, maar krijg je ook bewondering voor haar volhardendheid.
Filosoof Martha Nussbaum roemt de empathie die literatuur, kunst en film kunnen opwekken. Zij noemt dit de ‘narratieve verbeelding’: ‘De vaardigheid om te bedenken hoe het is om in de schoenen te staan van iemand anders dan jijzelf, om een intelligente lezer te zijn van het verhaal van die persoon.’ (Niet voor de winst, 2011, p. 130)
Ik zie om me heen dat veel kunstdocenten op een intuïtieve manier beroep doen op de narratieve verbeelding van hun leerlingen. Zo keek filmdocent Nicole O’Niel in Amsterdam-Zuidoost met groep drie naar Mina Moes. De leerlingen tekenden daarna momenten uit de film die zij belangrijk vonden. Samen met O’Niel bedachten ze een gespreksvraag bij hun tekening. Bij een tekenwerk van een mensfiguur die blij naar haar extravagante outfit kijkt: ‘Mina is gelukkig en ongelukkig tegelijk, want ze weet dat ze weer gepest zal worden. Vind je dat Mina zich moet aanpassen?’ Bij een wirwar van lijnen: ‘Mina wordt iedere dag weer gepest. Zo moet het er in haar hoofd uitzien. Ben jij wel eens gepest?’ Of bij drie abstracte mensfiguren: ‘Mina is eenzaam. Niemand accepteert haar kledingkeuze. Durf jij anders te zijn?’
Filmdocent Edwin Klazinga bekeek Mina Moes met groep 5 op een basisschool in Amsterdam Nieuw-West, binnen een project over mediawijsheid. De leerlingen spraken over de emoties die zij ervoeren bij het kijken van de film, en waar in hun lichaam zij deze emoties voelden. Klazinga vroeg de leerlingen hun gevoelens te verwerken in een bemoedigend, maar anoniem, bericht op een speciaal daarvoor gemaakte Instagram-fanclub. Ze stuurden Mina berichten met zelfontworpen verdrietige smileys met ‘wij vonden het heel zielig voor je, maar blijf sterk’ en ‘je moet meer naar jezelf luisteren dan naar anderen.’ Het sturen van deze lieve berichten zette ook aan tot nadenken over online anonieme berichten. Berichten die vaak niet zo aardig zijn, of zelfs hatelijk, en hoe je daarmee om kan gaan. Hoe zou Instagram eruitzien met alleen maar empathische berichten?
Zo lieten O’Niel en Klazinga zowel de narratieve verbeelding van hun leerlingen als die van henzelf spreken. Via het bedenken en uitvoeren van hun speelse lessen konden ze zich samen met hun leerlingen inleven in een ander, maar ook verbeelden hoe een meer empathische wereld eruit zou kunnen zien.
Nicole O’Niel en Edwin Klazinga voerden deze lessen uit binnen hun opleiding tot bekwaam filmleraar. In dit blok lag de nadruk op filmkijken en luidde de opdracht: ‘Ontwikkel en geef een les die je leerlingen aanzet tot geëngageerd filmkijker’. Ook activerende, ontroerende en kritische filmlessen maken voor het po, vo of mbo? Tijdens On The Movie – post hbo leergang filmeducatie leer je film maken, film analyseren en film doceren.