De laatste lesweken was op de basisscholen waar ik lesgeef het thema vakantie.
Terwijl ik zong over zon, zee, strand, kamperen en bergen werd mijn verlangen naar de vakantie steeds groter. Ik maak as we speak met mijn gezin een mooie reis en na al die regen heb ik daar, zoals waarschijnlijk iedereen, erg naar verlangd.
Toen ik in een muziekles zong over zandkastelen bouwen op het strand stak een kleuter zijn hand op alsof hij zijn plas echt niet meer kon ophouden. Ik vroeg hem wat er was en spontaan vertelde dat hij ooit ECHT een keer een zandkasteel had gemaakt en hoe cool dat was. De rest van de kinderen keek hem vol verwachting aan terwijl hij vertelde hoe dat in zijn werk ging.
Ik begreep dat veel kinderen in die klas voorlopig alleen een zandkasteel zouden maken door middel van het zingen van het liedje. Voor veel kinderen is de zomervakantie lang en na een tijdje helemaal niet zo leuk meer, omdat ze heel klein wonen of omdat er geen geld is om leuke dingen te doen met een ouder. Kortom: school biedt hen de kleur die het leven vrolijk maakt.
Dit besef stemde mij verdrietig, want alle kinderen verdienen een vrolijke zomervakantie. Ik vroeg: ‘Wat kun je allemaal doen als je thuis bent? Waar word je blij van? Wie een idee heeft steekt zijn vinger op!’. Met een beetje hulp kwamen naast tv-kijken dingen naar boven als tekenen, knutselen, voetballen en bakken. Een kind zei dat hij het heerlijk vond om niks te doen. ‘Wat een goed idee is dat! Door niks te doen komen er vaak hele goede of gekke ideeën in je hoofd op!’
Na de les bedacht ik dat ik een lied ga schrijven over niks doen en wat dat op kan leveren. Daarvoor zal ik eerst een tijdje helemaal niks moeten doen, want mijn hoofd draait nog op volle toeren en lijkt nog moeilijk tot stilstand te willen komen. Maar het komt!