‘De master gaf mij zelfvertrouwen’

Auteur: Lisa van Bennekom | Foto: Lisa van Bennekom

Rond het tienjarig bestaan van de master Kunsteducatie interviewde ik Soesja Pijlman, alumna van de master Kunsteducatie (Codarts Rotterdam) voor een jubileumuitgave. Nu de opleiding vijftien jaar bestaat, blikken we terug. Welke ontwikkeling heeft Soesja doorgemaakt? En welke rol speelde het volgen van de master Kunsteducatie daarbij?

Toen we elkaar vijf jaar geleden spraken, werkte je bij de opleiding Codarts Circus Arts als coördinator van de theoretische afstudeerprojecten en de vooropleiding, en was je betrokken bij het programma Mentoren op Zuid. Wat doe je nu?
‘Ik werk nog steeds voor Codarts Circus Arts en geef daarnaast lessen acrobatiek aan één van de DAMU-scholen, de Havo/vwo voor Muziek en Dans in Rotterdam. Ik ben gestopt bij het programma Mentoren op Zuid, en werk als projectleider Cultuurparticipatie bij Kunstgebouw, de provinciale organisatie voor cultuuronderwijs en -participatie in Zuid-Holland. Ik had de behoefte om meer in de breedte met kunst en cultuur bezig te zijn. De circuswereld is klein en vanuit deze functie is mijn impact groter. Ik vind het belangrijk dat iedereen de mogelijkheid heeft om met kunst en cultuur in aanraking te komen, om zijn of haar talent te ontdekken.’

Heeft het volgen van de master invloed gehad op deze nieuwe stappen?
‘Ja, de master Kunsteducatie heeft zeker invloed daarop gehad. Ik ben er zelfs van overtuigd dat ik de baan als projectleider bij Kunstgebouw niet had gekregen zonder de kennis, inzichten en vaardigheden die ik verwierf tijdens de master. De opleiding leerde me breder denken over kunst en cultuur en heeft me ook meer zelfvertrouwen gegeven. Tijdens de master leer je verbanden leggen en samenwerken met mensen uit andere domeinen. Die ervaring gebruik ik nog steeds. Ook raak ik niet in paniek van de beleidsmatige kant van dit werk. Ik voel me een vertaler tussen beleid en de mensen in de praktijk. Natuurlijk weet ik inmiddels een stuk meer dan toen ik mijn diploma behaalde, maar dat komt ook omdat ik leerde om vragen te blijven stellen. De tools om kennis te vergaren heb ik daar opgedaan.’

Je vertelde vijf jaar gelden dat je in de toekomst de gaten in de ketenverbinding van jeugdcircus tot hbo wilde dichten. Hoe staat het daarmee?
‘Daar ben ik nog steeds mee bezig en ik zal niet rusten voor dat gelukt is! Ik heb gesproken met het ministerie van OCW over het toelaten van het voortraject Circus in de DAMU-regeling. Op dit moment is acrobatiek alleen nog een onderdeel van het voortraject Dans. Helaas wil het ministerie de evaluatie van die regeling in 2024 afwachten. Voor de levendigheid van de circuswereld zou het goed zijn als er een specifiek voortraject komt voor de hbo-opleiding tot circusartiest omdat ik zie hoe jongeren in Nederland worstelen om hun circuscarrière handen en voeten te geven. Het zijn nu vooral buitenlandse studenten die hier komen studeren. De kans dat Nederlandse studenten hier blijven werken of gaan lesgeven is natuurlijk veel groter.’

Je wilde destijds zelf geen nieuw circustheater maken omdat je niet nóg een matige voorstelling aan het bestaande repertoire wilde toevoegen. Heb je nog een voorstelling gemaakt?
‘Nee, ik heb geen voorstelling meer gemaakt omdat ik tot het inzicht ben gekomen dat ik geen maker van circustheater ben. Ik sta op de barricade voor een voortraject waarin jongeren de kans krijgen om zich voor te bereiden op de hbo-opleiding tot circusartiest. Zelf hoef ik niet meer zo nodig op een podium te staan. Ik reflecteer graag op voorstellingen. Als je me op die manier voedt, ben ik in staat om veel terug te geven.’

Cover #5

 

Mindblooming Jada de Jong (5 havo, Veluws College Walterbosch, Apeldoorn). 20cm x 20cm x 40cm, acrylverf-hout-kunststof