Een kleine filosofische geschiedenis van de kunst
Auteur: Rob van Gerwen | Foto: Traumrune Grotschilderingen Lascaux, 2017 (CC BY SA 3.0) Wikimedia Commons
Een kleine filosofische geschiedenis van de kunst
Auteur: Rob van Gerwen | Foto: Traumrune Grotschilderingen Lascaux, 2017 (CC BY SA 3.0) Wikimedia Commons
Begon het allemaal met de grotschilderingen? Die zijn zeker intrigerend. Het zijn afbeeldingen en dat is in die tijd nieuw, dus belangrijk. Er waren dus eerder afbeeldingen in grotten dan geschreven teksten. Afbeeldingen gingen de taal vooraf. Goed om te beseffen, maar maakt dat ze tot kunst?
Het lijkt me veiliger om de grotschilderingen als onze eerste poging tot journalistiek te beschouwen: ‘Hier zijn bizons’. Maar ook dat is een speculatie. Er was waarschijnlijk niet eens behoefte aan journalistiek. Wat bestaat is wat je ziet. Vaak lijkt het er meer op dat er iemand heeft staan schetsen. Dieren afbeelden om er controle over te krijgen, misschien? Misschien was er sprake van een magische eredienst aan de bizon in de grotten?
In latere tijden gebeurt er weer iets bijzonders, bij de monotheïsmes: men verbiedt het afbeelden van levende wezens omdat mensen die afbeeldingen zullen aanbidden. Beeldverboden beschermen de ene intellectuele god die alle aandacht wil. Zulke iconoclastische tijden werden afgewisseld met een nieuw soort aanbidding: van iconen. Niet de afbeelding maar de afgebeelde zelf werd daarin aanbeden.
De theorie achter de (Byzantijnse) iconen gaat terug op de Mandylion, een doek waaraan Jezus zijn gelaat had afgeveegd waarna er een portret van hem op de doek achterbleef. Zo zouden de iconen ook moeten zijn: niet geschilderd ‘naar’ maar door het model zelf. Het icoon als een overblijfsel van de heilige zelf. Omdat de afgebeelde al tijden dood is, betoogde men dat het diens inspiratie was die de hand van de schilder leidde.
Dit alles staat ver af van wat wij onder kunst verstaan. Wij bewonderen kunstwerken als gemaakt. De vraag die bij ‘onze’ kunst voorop staat, is die naar de artistieke verdienste van de kunstenaar.
Onze kunst is die van het moderne systeem van de schone kunsten, dat in de achttiende eeuw voor het eerst geformuleerd is door Charles de Batteux en daarna werd uitgewerkt door moderne kunstfilosofen.
Zij hielden zich vooral bezig met de vraag wat kunst eigenlijk mooi maakt: wat is schoonheid, hoe beoordelen we dat?
Deze kwesties hingen samen met het nieuwe idee dat schone kunst geen functie heeft, maar beoordeeld moet worden naar hoe het de beschouwer esthetisch raakt. Voor functionele ‘kunsten’, ambachten zoals aardewerk, tapijten en gebrandschilderde ramen, zijn er objectieve criteria van succes, voor schone kunst alleen subjectieve. En dat toont het eigenlijke probleem: wat is kunst?
Filosofen buigen zich hier dus al drie eeuwen over. Het gaat niet zozeer om schoonheid, maar om artistieke verdienste, de stijl van de kunstenaar, de zijnswijzen van de kunstwerken, de afbakeningen tussen de kunstvormen, de definitie van kunst. Deze kwestie ontstond met het moderne systeem.
In de twintigste eeuw is zelfs de kunst zelf zich ermee gaan bemoeien. Het wemelt inmiddels van kunstwerken die niet meer in een bepaalde kunstvorm in te delen vallen: driedimensionale schilderijen, beschilderde sculpturen, abstracte schilderijen (die niet afbeelden), objecten die niet door een kunstenaar gemaakt zijn (readymades), installaties die louter om het materiaal draaien en niets vertellen, concept-kunst. De narratieve kunsten zijn de enige constanten; film, fotografie, literatuur, poëzie, theater.
Volgens de praktijkdefinitie is kunst geen journalistiek of religie. Dat zijn andere praktijken, met hun eigen criteria: waarheid over de werkelijkheid dan wel het mobiliseren van het geloof der gelovigen.
Kunst is een autonome praktijk, intern ‘gereguleerd’: makers, werken en beschouwers zijn er op elkaar betrokken. Procédés (zoals verf op een doek) leggen uit hoe kunstenaars zulke werken maken, en waar kunstbeschouwers op moeten letten. Nieuwe kunstvormen passen zich aan die regels van de kunstpraktijk aan: fotografie, film, performance-kunst, installatie-kunst, implicatiekunst. (En concept-kunst?)
Lees verder: Kunst gaat het om de mensen