ISK-methodiek: pedagogische gevoeligheid bij permanent wisselende omstandigheden

Auteur: Esther Schaareman | Beeld: 1. Werk van Nahom 2. Spijkerplank 3. De wereld der insecten 4. Filmen Common Frames Foto Aziz Kawak

In het lokaal van Simone Bouwstra, docent bevo (beeldende vakken) aan de ISK-afdeling van het Singelland College in Drachten is het rustig. Veel leerlingen zijn thuis en moe, de ramadan is bijna afgelopen. Van degenen die er zijn, legt een aantal de laatste hand aan een dierenmasker, anderen zijn begonnen met een tussenopdracht, een berglandschap met op de achtergrond een kleurige maan van uitgevloeide ecoline, waar ze een tekst onder zetten: FIJN SUIKERFEEST, in zoekende hoofdletters, een spreuk in het Arabisch of Cyrillisch.

Simone heeft inmiddels acht jaar op verschillende ISK-vestigingen in het noorden van het land gewerkt. Naast bevo geeft ze een talentuur fotografie (elke donderdagmiddag, leerlingen kiezen een activiteit die ze gedurende een blok van ongeveer acht weken willen volgen, red.) en doet ze mee aan de filmprojecten van Common Frames. Een coherente methodiek voor kunstvakken in het ISK-onderwijs is er niet en permanent differentiëren is het credo. Wat kan ze op basis van haar ervaring delen?

Beeldend onderwijs op een ISK-afdeling verschilt wezenlijk van het reguliere onderwijs, zegt ze. De klassen zijn weliswaar klein, maar vier à vijf keer per jaar anders samengesteld omdat het verloop van leerlingen groot is. Ook de vakinhoudelijke achtergrond van leerlingen verschilt, ‘Sommige Oekraïense leerlingen hebben fantastische tekenvaardigheden, maar zijn conceptueel weinig geschoold; een aantal Eritrese leerlingen gebruikt een potlood alleen om een rechte lijn te zetten.’ Voorts is de waarde van de kunstvakken niet vanzelfsprekend. ‘Veel leerlingen zijn er niet mee opgegroeid en ze willen graag weten waarom ze dit vak hebben.’

Ambachtelijkheid als basis
Taalverwerving is natuurlijk belangrijk, vindt ze, maar de intrinsieke waarde van de kunstvakken net zo goed, met ambachtelijkheid als basis. ‘In de instroomklas introduceer ik vaktaal met schrijfoefeningen. We zetten lijnen, dan maken we vormen en ten slotte voegen we kleur toe. Leerlingen maken kennis met verschillende materialen, gereedschappen en technieken aan de hand van instructieve teksten, veel doen én voordoen. Zo zie ik soms dat een leerling die niet zo taalvaardig is wel heel handig is, of praktisch is ingesteld.’
‘Ik wissel dan af met spelen, ontdekken en experimenteren. Dat het proces van maken leuk is en je iets voor jezelf maakt, is vaak nieuw.
Een enkeling ontdekt dat je een verhaal op een beeldende manier kunt vertellen, maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Procesmatig werken, persoonlijke expressie en je stem of perspectief kunnen verbeelden worden in het reguliere onderwijs samen vaak als de kern van de kunstvakken gezien. Voor de meeste ISK-leerlingen moet dat ontwikkeld worden. Ze hebben in het land van herkomst vaak geleerd resultaatgericht te werken en willen graag van mij de bevestiging dat het goed is. Ik leer ze dat ze elkaar kunnen helpen.’

Een ander belangrijk element in haar lessen is kijken: ‘Dat helpt bij het maken. Voor veel leerlingen is het een nieuw inzicht dat haast alles om hen heen is vormgegeven. Dat het interessant is om te bekijken hoe iets eruitziet.’ Ze werkt met voorbeelden en visuele stappenplannen. In het begin had ze lesbrieven, maar dat werkte niet: ‘Die waren veel te talig.’ Expliciete mimiek, heldere taal, langzaam spreken, een open houding en ondersteunende gebaren zijn belangrijk op een ISK. Je moet steeds nagaan of leerlingen je snappen. Ze zijn vaak beleefd, zeggen ook ‘ja’ als ze iets niet begrijpen.’

Ideeënboek met vuistregels
‘Ik ben nieuwsgierig naar de verhalen die deze jongeren te vertellen kunnen hebben. Hoe nodig ik ze uit om die te vertellen, zonder dat het al te expliciet is wat ik van ze vraag? Ik werk op grond van verbinding, zoek een thema, een gemene deler in de groep, bijvoorbeeld ‘wat wens je iemand anders’ of ‘wat is vrijheid voor mij’, of heel concreet: ‘insecten’ en zorg dan voor ruimte om iets persoonlijks, uit het land van herkomst, in de opdracht te verwerken. De beeldende vakken zijn voor mij een manier om contact te maken, om te praten, te vragen. Je weet niet altijd of je de juiste snaar raakt; hoe weet ik of ik de plank juist missla? Ik overleg en ontwikkel veel met collega’s in Sneek en Groningen, dat helpt.’

De vraag waar het om draait, zegt ze, is hoe je aansluit bij de leerling. Ken je leerling is haar adagium. ‘Je moet je hele didactische instrumentarium permanent ‘aan hebben staan’ en je moet beschikken over een grote pedagogische gevoeligheid. Ik heb ooit een methodeboek willen ontwikkelen, maar ik denk dat dat zou niet werken vanwege de sterk wisselende samenstellingen van groepen. Geen les laat zich voorspellen. Een ideeënboek met vuistregels misschien wel. De aandacht voor het persoonlijke, het permanent ontwikkelen, finetunen en in het moment zijn, passen daar goed bij.’
Artistieke en conceptuele doelstellingen komen op een ISK misschien minder expliciet aan bod, pedagogische des te meer.

Cover #6

Radically Mine! 2024 Winnend object juryprijs Leerlingenwerk vso De Berkenschutse (Heeze) Van Abbemuseum Foto Damion Thakoer (fragment)