In februari 2018 vond in Riga de jaarlijkse conferentie van EAS plaats, het Europese overlegorgaan voor docentenopleidingen muziek (European Association for Music in Schools). Dit jaar was het thema Competenties in muziekeducatie. Tijdens de discussies kwamen een aantal kritische opmerkingen naar voren.

Meetbaar muziekonderwijs
Duitse collega’s waren kritisch over de plaats die competenties innemen. Ten onrechte wordt nu gesuggereerd dat, door te streven naar te verwerven competenties, het muziekonderwijs meetbaar en controleerbaar is, vinden ze. En, zo benadrukken ze, een aantal essentiële muziekinhouden zullen buiten de boot vallen, als alles meetbaar moet zijn.
Geen strikte toepassing
Ze spitsten hun kanttekeningen toe aan de hand van vragen over de meetbaarheid van muzikaliteit. Hoe ga je om met de grote individuele (muzikale) verschillen tussen leerlingen? Is het wel mogelijk generieke (beheers)niveaus vast te stellen op grond waarvan het hele muziekonderwijs kan worden getoetst? Welke rol spelen de culturele, sociale en onderwijskundige context van een school?
Het gevaar is dat het onderwijs wordt aangepast aan de meetbaarheid ervan, en te strikt toegepaste vormen van meten stuiten bij hen dan ook op principiële bezwaren.
“Het gevaar is dat het onderwijs wordt aangepast aan de meetbaarheid ervan”
Duiding gegevens
Toch is er vanuit de didactiek een groeiende behoefte om het kwaliteitsstreven op allerlei manieren met onderzoek te onderbouwen (evaluaties, metingen). De gegevens uit die onderzoeken kunnen echter een heel andere duiding krijgen wanneer ze worden gebruikt door beleidsmakers die behoefte hebben aan meetinstrumenten om beleid te legitimeren. En dan worden ze op een andere manier gebruikt dan waar ze voor bedoeld waren. Het Engelse muziekonderwijs bijvoorbeeld is vastgelegd in een National Curriculum, waar de overheid de kwaliteit van beschrijft en borgt. Er is nauwelijks eigen ruimte voor een docent (of school) en men verzet zich hier dan ook tegen: men voelt zich in een keurslijf gedrongen en dat botst met professionele inzichten en gedrevenheid.
Docent centrale rol
In ons land hebben docenten een grote verantwoordelijkheid voor hun onderwijs. Toch zijn er ook in ons land vormen van toezicht die op gespannen voet staan met die verantwoordelijkheid. Docenten en scholen staan onder druk om goed te scoren, terwijl er nagenoeg niet wordt gevraagd naar de oorspronkelijke betekenis en inhoudelijke kwaliteit van de door hen gehanteerde standaarden. Het gevaar is dat er langzamerhand een verstikkend systeem ontstaat, dat zowel docenten als leerlingen voortdurend aan toetsing onderwerpt.
De docent moet blijven vechten voor zijn – centrale – rol als echte deskundige. Hij is de enige die ‘meten’ in zijn onderwijs goed kan vormgeven, nuanceren, begrenzen en relativeren.
Marinus Verkuil is hoofd van de opleiding Docent Muziek van het Prins Claus Conservatorium te Groningen en National Coördinator voor EAS.