Samenwerken met je idool
Auteur: Ingrid Cornelissen | Foto: Bjorn Frins Heb je mijn zusje gezien?
Samenwerken met je idool
Auteur: Ingrid Cornelissen | Foto: Bjorn Frins Heb je mijn zusje gezien?
Regisseur Lieke Benders (theatergroep Hoge Fronten) was als kind al fan van de boeken van Joke van Leeuwen. Ze bewerkte het prentenboek Heb je mijn zusje gezien? tot een theatervoorstelling voor de allerkleinsten (2,5+) en vroeg de schrijfster om mee te spelen in de voorstelling. In een gesprek met beide kunstenaars wordt het maakproces kort onder de loep genomen.
‘Van mijn zakgeld kocht ik Deesje‘, vertelt Benders, ‘en daarna las ik bijna al haar boeken.’ De waardering voor elkaars werk is wederzijds en de twee werkten al vaker – succesvol – samen. Ook van niet wiet, wel nel, Van Leeuwens boekje voor beginnende lezers, maakte Benders een theaterbewerking. Toen ze de schrijfster vroeg om mee te spelen in de voorstelling Heb je mijn zusje gezien?, stemde Van Leeuwen daar direct mee in. ‘Ik had al eerder gezien dat Lieke in staat was om van een dun boekje een voorstelling te maken en toch dicht bij de kern te blijven.’
In Heb je mijn zusje gezien? gaat een kind op zoek naar haar zusje en komt allerlei vreemde personages tegen. Het boek bestaat uit zeven prenten met eenvoudige, zich herhalende, zinnen. Hoe maak je daar theater van?
Meteen een goede tekst
Benders stelde een veelzijdig team samen, waar Van Leeuwen onderdeel van uit maakte. Uiteraard was ze zenuwachtig om haar te regisseren, al was het maar om de enorme staat van dienst van de schrijfster. Gaandeweg verdween dat gevoel.
De tekeningen in het boek inspireerden Benders en ze nodigde Van Leeuwen uit om nieuw materiaal te schrijven. Liedjes en versjes over kleuren bijvoorbeeld, en over hoe handig het is om zakken te hebben.
‘Joke is waanzinnig. Ze komt met een tekst en dat is bam, meteen goed. Ze schrijft het perfecte materiaal.’ Al spelenderwijs makend kwamen zowel vorm als inhoud tot stand. Gaandeweg werd ook de structuur van de voorstelling duidelijk: elke tekening werd een scène. Benders koos voor basale materialen zoals karton en eenvoudige instrumenten als een neusfluit. Op die manier bleef ze dicht bij het boek.
Van Leeuwen is weliswaar een performer, maar geen actrice. Ze heeft wel ‘podiumpresence’. Benders liet haar dan ook geen rol spelen, maar zichzelf. ‘Als een soort vertellende en musicerende tekenaar schetst Van Leeuwen de grote lijnen waartegen het verhaal zich afspeelt’ (uit: Theaterkrant 21 juni 2021). De samenwerking resulteerde in een kleurrijke voorstelling die peuters en kleuters vanaf het eerste moment betovert (zie: www.hogefronten.nl).