Toekomsttheorie voor kunstvakken

Vaktheorie, kunstanalyse en kunsten in context

Auteur: Marie Wensing | Beeld: Roland Conté

Het niet te onderschatten echte goede nieuws van de beoogde vakkenstructuur voor de kunstvakken in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs is dat het vakken blijven met een centraal eindexamen. Het ministerie van OCW gaat daar in zijn opdracht aan SLO vanuit. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar hetzelfde ministerie, weliswaar met andere bewindspersonen en ambtenaren, heeft die status jarenlang doen wankelen.

De vooroordelen die daarbij een rol speelden zijn nog lang niet uitgeroeid en kunnen op elk onverwacht moment opnieuw opduiken. Kunst is voor de sier, niet wezenlijk, een vak ‘achter de streep’ waar je affiniteit mee moet hebben en waar een speciaal talent voor nodig is. Het belang van de kunstvakken moet steeds opnieuw bevochten en verdedigd worden. Hopelijk is hun officiële examenstatus nu voor de komende decennia veiliggesteld.

Voor de vakvernieuwingscommissie die zich over de inhoud gaat buigen, ligt er de uitdaging om een vorm te vinden die zowel de diepgang van elk kunstvak als de breedte van kunst (algemeen) kan vertalen naar een haalbaar programma voor elk schooltype. Een programma waar leraren enthousiast van worden, waar ze voor zijn toegerust of zich verder in willen bekwamen. Dan worden het vanzelf vakken die leerlingen graag kiezen. De voorzet van de structuurwerkgroep is veelbelovend en aantrekkelijk. Vijf vakken: beeldend, dans, theater, muziek en film. Minstens de helft van de tijd is voor de praktijk. De theorie bestaat uit delen die voorlopig ‘vaktheorie’, ‘kunstanalyse’ en ‘kunsten in context’ heten. Het is aan de vakvernieuwingscommissie om deze termen zinvol in te vullen. Ik geef hen graag enkele overwegingen mee.

Vaktheorie
Een kunstvak is in de eerste plaats een praktisch vak. Leerlingen willen tekenen, musiceren, dansen, toneelspelen en films maken en kiezen om die reden kunst in hun pakket. Zij zien de theorie vaak als een apart vak, wat jammer is. De structuurwerkgroep hoopt dat theorie en praktijk meer samenhang krijgen. Het is aan de leden van de vakvernieuwingscommissie om dat te stimuleren als ze formuleren wat de theorie van elk kunstvak in moet houden. Als ze de diepgang van de kunstvakken oude stijl willen behouden, hebben ze al een uitgangspunt.

Bij de beeldende vakken werd en wordt onder vaktheorie kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis verstaan. De beschouwing is uiteraard essentieel, een vorm van kunstanalyse in een taal die ook in de praktijkles wordt gehanteerd. De kunstgeschiedenis diende in het verleden altijd in dienst te staan van de beschouwing, maar ging gaandeweg een eigen leven leiden. Indertijd moesten de 19e en 20e eeuw behandeld worden voor het mavo-examen. Havo oude stijl kon vragen vanaf de middeleeuwen verwachten en vwo vanaf de klassieke oudheid. Dat is nu al te veel. Daar kan geen ‘contextdeel’ meer bij.
Een manier om deze overdosis aan leerstof te verlichten is thematisering: voor een of meer jaren aangeven waar het examen over gaat en welke periodes uit de kunsthistorie bestudeerd moeten worden. Met de nadruk op de huidige tijd en op de afgelopen twee eeuwen.

De filmgeschiedenis beslaat nog geen anderhalve eeuw. Kunstbeschouwelijk stelt film nieuwe eisen, omdat hier elementen van alle andere kunsten aan bod komen, aangevuld met een verhaallijn die vaak teruggaat op literatuur. In filmbeschouwing moet aandacht zijn voor geluidseffecten en filmmuziek, vormaspecten, verhaal, expressie en dramatische handeling. De rol van montage, die de film zijn dynamiek geeft. De vaktheorie die bedacht moet worden zal per schoolniveau eenzelfde gewicht moeten krijgen, net zo moeilijk als de vaktheorie van de andere disciplines. Het medium is nogal technisch, dus waarschijnlijk is er genoeg vakinhoud om dit gewicht te bereiken.

Dans en drama/theater zijn al theorievakken op vmbo en moeten worden opgenomen in een logisch doorlopende leerlijn naar havo en vwo. Dat vraagt om expertise en ik stel dan ook voor dat vanuit alle vijf disciplines ervaren vakexperts de vernieuwingscommissie gaan adviseren. Muziek heeft al een traditie op alle niveaus.

Het ligt voor de hand dat elk kunstvak zijn eigen vaktheorie ontwerpt of aanpast. Met zoveel historie en technische kennis als voor dat vak nodig en zinvol is. Maar het zou heel nuttig zijn om met alle vakexperts de programma’s van de verschillende vakken te vergelijken. Sterke punten kunnen overgenomen worden. Bekijk elkaars vakexamens en bekijk de examens kunst (algemeen). In deze laatste komen alle disciplines, ook film, vaak op een andere manier aan bod dan in de examens van beeldend, dans, drama en muziek. Laat dat een inspiratie zijn om alle vaktheorie eens goed op te frissen, nu de kans er ligt.

Lees het hele artikel in KZ03/23

Cover #6

Radically Mine! 2024 Winnend object juryprijs Leerlingenwerk vso De Berkenschutse (Heeze) Van Abbemuseum Foto Damion Thakoer (fragment)