Tradities en vernieuwing in verhalend ballet

Een interview met Lin van Ellinckhuijsen, programmamaker danseducatie bij Nationale Opera & Ballet

Auteur: Laura Kool | Foto Hans Gerritsen 

Veel klassiek-romantische balletten zijn gebaseerd op literaire bronnen. Zo schreef de Franse dichter en schrijver Théophile Gautier in de 19e eeuw het libretto voor Giselle dat hij o.a. baseerde op De l’Allemagne van Heinrich Heine. Wat is de status van het verhalende ballet en hoe wordt het genre naar de jongere generatie gebracht?

Wat is de invloed van literatuur op het klassieke ballet en hoe gaan ‘oude’ verhalen mee met de tijd?
‘De meeste verhalende balletten komen oorspronkelijk uit de sprookjesvertellingen. Voorstellingen als de Notenkraker en Coppélia zijn over de hele wereld bekend en worden overal gedanst. Het Nationale Ballet presenteert de traditionele klassieke balletten, maar zoekt daarin wel naar modernisering. In Het Zwanenmeer van choreograaf Rudi van Dantzig is de prins Siegfried een vrijdenker die zich niet aan conventies houdt, en Cinderella van choreograaf Christopher Wheeldon is visueel meer van deze tijd. De mime en grote gebaren blijven wel in de traditie, zoals te zien is in het groteske The Sleeping Beauty.’

Hoe onderscheiden nieuwe verhalende balletten zich?
‘Nieuwe balletten zoals Citizen Nowhere van de Britse choreograaf David Dawson (deels gebaseerd op Le Petit Prince) zijn een stuk abstracter. Choreografen halen de essentie uit het verhaal en laten verder veel aan de beleving van het publiek over. Niet alles is zichtbaar, er is geen chronologische opbouw en tradities worden losgelaten. Het publiek kijkt met een andere blik. In het voorjaar toont Het Nationale Ballet neoklassieke stukken (ontstaan rond 1930), iets waarmee Nederland zich onderscheidt van andere landen. Veel jonge choreografen krijgen hier de kans om een nieuw stuk te creëren.’

Hoe breng jij deze balletten naar een jonge generatie?
‘Wij ontwikkelen onder andere workshops, theatrale rondleidingen en projecten voor scholen en ontvangen kinderen in het theater. Het lesmateriaal op onze website gaat in op het verhaal, de kostuums en het orkest. In de workshops komt het ambacht aan bod, kinderen gaan zelf dansen en dans maken. Het voortgezet onderwijs gaat daarbij met specifieke onderzoeksvragen meer de diepte in.
Kinderen ervaren hierdoor meer dan alleen een vluchtig voorstellingsmoment. Ze leren wat erbij komt kijken om een verhalend ballet op het toneel te brengen, over de traditie waarin een ballet is geworteld en maken kennis met ons cultureel erfgoed. Traditionele verhalende balletten brengen kinderen op toegankelijke wijze in aanraking met dans. De verhalen zijn herkenbaar en dankzij kostuums en decor worden ze magische droomwerelden waarin kinderen zichzelf kunnen verliezen.’

 

 

 

Meer Informatie

Dans en onderwijs 43. Lachen om het kwetsbare lichaam

Cover #3

 

Foto Jurien Higgins 2019 (fragment)