Van moed en twijfel en vernieuwen in de kunstvakken
Auteurs: Marjo van Hoorn & Esther Schaareman | Beeld: Alter Ego Ilayda Karacan, vwo 6 opdracht (fragment)
Van moed en twijfel en vernieuwen in de kunstvakken
Auteurs: Marjo van Hoorn & Esther Schaareman | Beeld: Alter Ego Ilayda Karacan, vwo 6 opdracht (fragment)
Begin februari 2023 – het definitieve advies van de werkgroep vakkenstructuur kunstvakken bovenbouw vmbo/havo/vwo was nog niet ‘ontsloten’ – vroegen we docenten naar hun opvattingen over het conceptadvies. We keken met hen ook vooruit: wat vinden zij belangrijk als de inhoud van de verschillende onderdelen straks wordt gedefinieerd?
We spraken met Marjolijn Breuring, dans- en CKV-docent (SG Helinium, Hellevoetsluis), Piet Spee, theater- en KUA-docent (Coornhert Lyceum, Haarlem), Roos Koenders, docent beeldend oude stijl (Ludger College, Doetinchem) en docent beeldend oude en nieuwe stijl in ontwikkeling (Panora Lyceum, Doetinchem), Marijn Walraven, muziekdocent oude stijl (Het Streek Lyceum, Ede), Niels de Rooij, muziekdocent oude stijl (Revius Lyceum, Doorn) en José Middendorp, docent tekenen oude stijl (Gomarus College, Groningen).
De zes brengen jaren praktijkkennis mee en hebben uitgesproken ideeën. Onderlinge verschillen zijn er zeker, maar er is ruimte voor elkaars opvattingen. Het dilemma van de tevredenheid bij oude stijl over de huidige situatie en de noodzaak tot vernieuwing gezien de huidige, rommelige examensituatie, evenals de verhouding theorie & praktijk blijken tijdens ons gesprek hoofdthema’s.
Eerste indrukken, de noodzaak van het advies
Het rondje ‘eerste indrukken conceptadvies’ levert een caleidoscopisch beeld op. ‘Wat is oud, wat is (ver)nieuw(d)?’, ‘Is het een oplossing voor de huidige situatie of juist niet’ en: ‘Wordt er nu echt een keuze gemaakt, of gaan we van alles iets doen?’
Koenders ziet geen schokkende dingen in het conceptadvies. Ze is vooral benieuwd hoe de verhouding algemene theorie (kunsten in context), vaktheorie (theorie van de eigen discipline) en praktijk zal uitpakken.
Breuring is aangenaam verrast dat men eindelijk de moed heeft om af te rekenen met de huidige situatie, maar: ‘Dat heeft wel twintig jaar geduurd.’ Ook Spee is blij met de poging om de huidige examenpraktijken meer te stroomlijnen. Hij geeft les op een school waar zowel oude stijl (muziek, beeldend) als nieuwe stijl (theater) gegeven wordt en ziet dat het voor leerlingen soms verwarrend is.
Middendorp is sceptisch over de werkopdracht en citeert uit de werkopdracht aan SLO (november 2021): ‘Kan er een nieuwe vakkenstructuur komen die recht doet aan de diversiteit van de kunstvakken en ook de inhoudelijke verdieping van de verschillende disciplines waarborgt? Of een vakkenstructuur die de samenhang tussen de kunstvakken benadrukt met behoud van het eigene.’
Middendorp: ‘Ik lees hier: lieve mensen, het moet uit de lengte en de breedte komen.’ Het advies is nietszeggend, ‘want nog niet ingevuld’, maar ze ziet tegelijkertijd een idealistisch getint raamwerk, bijvoorbeeld als het gaat om de meerwaarde van vakkenintegratie. ‘Mij bekruipt de vraag: welk probleem wordt hier opgelost?’ Koenders reageert op die kanttekening door te benadrukken dat de huidige praktijk met de veelheid van examens en vakindelingen niet bevorderlijk is voor de status van vakken die landelijk relatief weinig leerlingen trekken.
Het merendeel van de deelnemers erkent de noodzaak van de ‘verbeterslag’. Of, zoals Koenders het verwoordt: ‘Inmiddels denk ik, linksom of rechtsom, maar doe er wat aan.’ Walraven voegt toe dat er veel vakken zijn die in dezelfde vijver vissen als die waar de kunstkiezende leerlingen in zwemmen, zoals O&O, filosofie, Technasium, GEO future. ‘De spoeling wordt dun, zeker als je de krachten niet bundelt.’
De Rooij denkt er heel anders over. Hij is tevreden met zijn vak, muziek oude stijl. Het programma is wel wat vol, maar: ‘Ik heb prima aantallen, leerlingen kiezen het graag. Heel eerlijk, we kunnen er wat mij betreft alleen maar op achteruit gaan.’ Middendorp sluit zich aan: ‘Ik ben gelukkig met de situatie zoals die is. Aan de begripsverwarring kun je even sleutelen, dan heb je dat opgelost. De dingen die de problemen geven, lage leerlingenaantallen en dure examens kunnen, of móeten misschien op een andere manier opgelost.’
Lees het hele artikel in KZ03/23