Zelfsituering om gelijker te kunnen beginnen
Auteur: Stijn Van Dorpe | Beeld: Gemeenschappelijke poetsactie © School of Equals
Zelfsituering om gelijker te kunnen beginnen
Auteur: Stijn Van Dorpe | Beeld: Gemeenschappelijke poetsactie © School of Equals
Sarah Késenne en Stijn Van Dorpe redigeerden School of Equals, een publicatie die ongelijkheid in kunsteducatie verkent. Het vormde de aanleiding voor een concreet project dat aandacht vraagt voor de positie van schoonmakers in de hogeschool.
When I finish a project, the first thing I want to do is clean, because things can descend and find t heir place again.
. . . washing a cup that you can see for its ‘cupness’, . . .
My desk is a heap of junk basically, but it’s very ordered in my mind, . . .
Een greep uit de gesprekken tijdens de summer school van het Brusselse kunstenaarscollectief Jubilee geven te kennen: schoonmaken is een belangrijk deel van de kunstpraktijk. Toch besteedt LUCA School of Arts, zoals veel scholen, dit werk uit aan een extern bedrijf. Het werk van de vrouwen van kleur van dit schoonmaakbedrijf blijft grotendeels onzichtbaar. Die onzichtbaarheid kaarten we aan met School of Equals, een onderzoekstraject ondersteund door het Impulsfonds IMAGE van de hogeschool met een platform binnen de educatieve masteropleiding audiovisuele en beeldende kunsten. Door interventies zoals een gezamenlijke schoonmaak, een filmvoorstelling, een ontbijt en een assemblee met alle betrokkenen van de school, onderhoudspersoneel, studenten, docenten en directie, proberen we respectvollere relaties, zichtbaarheid van het werk van de schoonmakers en beter werkcondities voor hen te bewerkstelligen.
Toen wij door het Brusselse kunstenaarscollectief Jubilee uitgenodigd werden om School of Equals voor te stellen op hun jaarlijkse summer school, voelde het wat ongemakkelijk om met deze groep van voornamelijk witte hoogopgeleiden over het werk en de situatie van de schoonmakers te praten. Zonder hun aanwezigheid vonden we dat we het risico liepen om hun stem opnieuw in stilte te hullen. We besloten daarom de deelnemers aan de summer school uit te nodigen om over hun persoonlijke relatie tot schoonmaken te reflecteren. Zo kwam de nadruk te liggen op de verhouding van de aanwezigen tot schoonmaakwerk en niet onmiddellijk op de arbeidssituatie van de schoonmakers. De verscheidenheid aan ervaringen die de deelnemers aanbrachten, doorbrak een eenduidig beeld van poetsen en dus ook van het werk van de schoonmakers.
De verschillende percepties werden ‘op tafel gelegd’ en wij verzamelden ons daar allen als leerlingen rond. De analogie tussen deze klasorganisatie en het museum is niet ver weg. Net als de klas weert het museum binnen haar witte muren wereldse, en dus ook machtsrelaties, en wil zo iedereen op gelijke afstand plaatsen. ‘De school is een uitvinding die iedereen tot leerling maakt – en in die zin in een gelijke beginsituatie plaatst,’ schrijven Jan Masschelein en Maarten Simons in Apologie van de school: Een publieke zaak. En, voegen ze eraan toe, ‘de school van de gelijkheid is een tijdelijke toestand van opheffing [. . .] waar maatschappelijke opdelingen van klasse, stand [. . .] zijn opgeschort.’
Maar de getuigenissen tijdens de summer school maakten evenzeer, soms impliciet, soms expliciet, een verscheidenheid aan machtsrelaties, aan bevoorrechte of uitsluitende posities zichtbaar:
My mother is a cleaning lady [. . .] ever since I know her we had to clean the house. . .
I can’t because I have eczema. . .
As an architecture student I was unaware of my actions [. . .] making an enormous mess. . .
. . . we have something with our kids that says it’s not only about your intimacy, the problem is that you have someone cleaning, so if it’s not ordered enough, then she won’t clean.
Hoewel alle deelnemers hoogopgeleid waren, bleek hun relatie tot schoonmaken gekneed door sociale stratificatie op assen van klasse, kleur, gender, opleidingsniveau of gezondheid. Een genuanceerd landschap van zelfsitueringen tekende zich af. De privileges en uitsluitingen die in beeld kwamen, benadrukten hoe de groep mensen rond de tafel een relationeel gegeven is en maakten vooronderstelde posities kwetsbaar. In het gesprek dat volgde leek die kwetsbaarheid een groter besef te hebben binnengebracht over wie kon spreken en wie beter luisterde. Dat macht niet buiten beeld bleef, opende de poort om de getuigenissen die de schoonmakers tijdens gesprekken met ons hadden gedeeld, binnen te brengen.
Deze ervaring toont dat dergelijke positionaliteiten mee op tafel leggen een aanzet kan zijn om leerlingen in een weliswaar niet gelijke maar dan toch gelijkere beginsituatie trachten te plaatsen.
Stijn Van Dorpe is sociaal-relationele beeldend kunstenaar en docent- onderzoeker aan Luca School of Arts.