Beleidsadviseur Maedy de Miranda pleit voor meer speelruimte voor creativiteit en sociale verbondenheid
Blog / Maedy de Miranda / 29-05-2025

Maedy de Miranda ziet als beleidsadviseur kunst en cultuureducatie de ‘speelruimte’ in het onderwijs naar de achtergrond verdwijnen. Wat zijn daarvan de gevolgen? Wat gaat er verloren? Daarover reflecteert ze in haar eerste blog voor Kunstzone.
Tijdens mijn vakantie bezocht ik de tentoonstelling Kids Take Over van Francis Alÿs in het Ludwig Museum in Keulen. Hierin toont Alÿs korte video’s van kinderen spelend over de hele wereld. Opvallend: alle spellen vinden buiten plaats, zonder schermen. Wat je ziet is fysieke interactie, creativiteit en een diep sociaal bewustzijn. Bekende buitenspellen als tikkertje wisselen af met inventieve, geïmproviseerde vormen. Sommigen zijn universeel, anderen nauw verbonden met geopolitieke realiteiten.
Een van de meest aangrijpende werken vond ik Children’s Game #9: Haram Football. ‘Haram’ verwijst naar het verbod op voetbal tijdens het bewind van de Islamitische Staat. In Mosul, Irak, speelt een groep jongens voetbal zonder bal. Hun bewegingen zijn perfect gecoördineerd: ze voeren passes uit, maken slidings en doen tricks – allemaal alsof er wél een bal is. Het doet denken aan fysiek theater of geïmproviseerde dans. Het dansante spel is ontstaan uit herinnering, improvisatie en samenwerking. Ze zijn zó goed op elkaar ingespeeld, vol energie. Tot er schoten klinken en het spel abrupt eindigt. De kinderen stuiven met snelheid van het ‘speelveld’ af, op zoek naar veiligheid.
De kracht van Alÿs’ beelden zit in de verbeeldingskracht en sociale verbondenheid van de kinderen. Ondanks sommige heftige situaties was er blijheid, creativiteit, en inventiviteit — de kunst om ‘van niets iets te maken’ bij deze kinderen. Het deed me denken aan wat kunstonderwijs zou moeten zijn.
In de kunsteducatie wordt het belang van ‘speelruimte’ al langer besproken: ruimte voor leerlingen om te fantaseren, te experimenteren, te klooien, te mogen falen, te ontdekken en tot betekenis te komen. Maar in het Nederlandse onderwijs lijkt die speelsheid soms ver te zoeken. Ook in danseducatie zie ik de speelruimte soms verdwijnen. Toen ik onlangs bij een populaire dansschool was en het lesmateriaal automatisch ging analyseren (hallo beroepsdeformatie!), zag ik tot de max gebeuren wat eigenlijk al een tijd gaande is binnen danseducatie. Alle danslessen waren ‘on steroids’: techniek overslaan, meteen naar het aanleren van een ‘choreo’, snelle passen, luide muziek en… It’s all about the gram! Choreografieën zijn gemaakt voor de camera, voor de content op sociale media. Niet voor de dansers.
Het is natuurlijk razend interessant hoe ontwikkelingen als sociale media invloed hebben op culturele expressies. Maar ik vraag me af: wat blijft er over als de vorm belangrijker wordt dan de ontwikkeling van de persoon? Halen we dan niet de menselijkheid uit… onszelf? Zo zijn de lessen bij de populaire dansschool duidelijk niet ontworpen voor het stimuleren van de artistiek creatieve ontwikkeling van de leerlingen of het aangaan van sociale connecties.
Deze tendens sijpelt ook het klaslokaal binnen, met name in het voortgezet onderwijs. En begrijp me niet verkeerd: het kan heerlijk zijn om een flitsende choreo te leren en daar trots een filmpje van te posten. Maar laten we ook bewaken dat de sociale en creatieve kracht van dans niet ondergesneeuwd raakt. Juist nu, als tegenhanger, is het belangrijk om het idee van ‘speelruimte’ aandacht te blijven geven. Vooral in het onderwijs! Want ook daar zie ik nog te vaak, wanneer ik bij examenklassen kom kijken, dat leerlingen flitsende choreo’s dansen waar geen artistiek onderzoek aan vooraf gegaan is.
Wat als we die speelruimte weer centraal stellen? En weer ruimte bieden om op een belichaamde manier iets betekenisvols te creëren, in interactie met anderen? De tentoonstelling van Alÿs herinnert mij eraan dat spel fundamenteel is voor leren, creativiteit, verbinding, en veerkracht voor het leven. In een tijd waarin we geconfronteerd worden met oorlogen, klimaatverandering, sociale druk en economische ongelijkheid, biedt spel ruimte om te dromen, te verbeelden en alternatieve toekomstbeelden te creëren. En ons te verbinden met de mensen om ons heen! Juist daarom blijft speelruimte — óók in danseducatie — van grote waarde.