Achter de schermen
Kitty en Susanne
Auteur: Lara Broekman | Foto: Polgara Productions. Susann. Melkweg Vers
Achter de schermen
Kitty en Susanne
Auteur: Lara Broekman | Foto: Polgara Productions. Susann. Melkweg Vers
De afgelopen maanden waren verwarrend, onzeker en meer dan dat. De culturele wereld werd gevloerd. Na de eerste schrik kwam er veel creativiteit en innovatie los. Cultuurmakers zitten niet bij de pakken neer, een crisis is immers ook een kans. In Achter de schermen, een serie over het maakproces, laat Kunstzone zien hoe de culturele sector omgaat met de nieuwe werkelijkheid.
Ze zijn jong, getalenteerd én succesvol. Kitty Goemaat is dit jaar halve finalist van het Amsterdams Kleinkunst Festival en Susanne Thiel is geselecteerd voor Popronde. 2020 is een bijzonder jaar voor ze. In deze editie van Achter de schermen praat ik met Kitty en Susanne over de kracht van cabaret, over de totaalbeleving van muziek en wat de intelligente lockdown voor hen heeft betekend.
Het is een warme dinsdag in juni als ik Kitty via een videobelverbinding spreek. Ze heeft de dag ervoor voor het eerst in maanden weer gerepeteerd. Gewapend met een fles water naast zich vertelt ze enthousiast over haar carrière in de cabaretwereld. Het begon allemaal bij het vak kleinkunst, dat werd gegeven door docente en regisseuse Susanne Zuurbier op de mbo Artiest Theater opleiding. In 2014 won ze het Leeuwarder Cabaret Festival. In de daaropvolgende vier jaar speelde ze in kleine zalen door het hele land. Een goede leerschool, omdat ze daar heel veel speeluren heeft kunnen maken. Maar het was ook een ‘mannenwereld met vooral veel stand-up jongens’. Ze nam contact op met haar oud-docente om haar te vragen of ze wilde helpen bij het maken van een voorstelling.
Scheidsvechter
Het maakproces duurde een half jaar. Het plan was om met materiaal te werken dat Kitty in de jaren daarvoor had ontwikkeld. Ook wilde ze meedoen met het Amsterdams Kleinkunst Festival. Tijdens de eerste repetitie zei Zuurbier: ‘We gaan alleen maar eerlijk zijn tegen elkaar’. Ze spraken oude frustraties uit en er ontstond een sfeer van vertrouwen en openheid. In die eerste fase van het maakproces werd er vooral veel gepraat. Over de rare vriendjes die Kitty vroeger altijd had en over de scheiding van haar ouders. ‘Wat voor mens ik daardoor geworden ben’, vertelt Kitty. Dit thema bleek de urgentie te hebben die nodig was voor de voorstelling. Het plan voor Scheidsvechter was geboren.
In de tweede fase van het maakproces werkten ze op de vloer. Susanne gaf Kitty ook schrijfopdrachten (scènes en liedjes) om thuis te maken. ‘Dat werkt goed’, zegt Kitty als ik vraag hoe ze deze aanpak ervaart. Ze legt uit dat ze dat nodig heeft, een regisseur die haar opdrachten geeft, iemand die zorgt dat er continuïteit zit in het repetitieproces. Zo zit er in voorstelling een liedje waarin Kitty aan haar fictieve stiefzusje vertelt dat ze wel van haar houdt, maar dat ze haar niet per se had willen hebben. Het laat de schrijnende tweestrijd van kinderen met gescheiden ouders zien. De schakel na dit nummer is bewust heel hard; Kitty houdt er niet van om in het drama te blijven hangen.
Verscherpen
Met Scheidsvechter is Kitty halve finalist geworden op het Amsterdams Kleinkunst Festival. Tijdens de verschillende rondes werkte ze verder aan de voorstelling. De feedback die ze van coaches als Wimie Wilhelm kreeg, was gericht op het verscherpen van de voorstelling in plaats van op het aanpassen. Overgangen werden strakker gemaakt. Wimie stelde haar regelmatig vragen als: ‘Waarom zeg je dit eigenlijk? Of ‘Waarom doe je dit? Je geeft al de blik, dus waarom het ook nog zeggen?’ De intentie werd daardoor duidelijk en ruis werd weggehaald, legt ze uit.
De reacties op de voorstelling zijn enthousiast. Kinderen van gescheiden ouders zeggen: ‘Oh, mijn vader moet dit zien’ of ‘wij hebben ook een stem.’ En het ontroert mensen. ‘Er moest zelfs iemand huilen’, vertelt Kitty. Zij is ook breder naar haar eigen situatie gaan kijken. Ieder familielid heeft een ander proces in een scheiding. En dat mag naast elkaar bestaan. Lachend en huilend, samen zittend op de bank.
Susann.
Dat kunst maken therapeutisch kan werken, herkent Susanne Thiel. Net als Kitty spreek ik deze derdejaars Conservatoriumstudente via het scherm. Na wat gepruts van mijn kant om een skypeverbinding tot stand te brengen, zwaait ze breeduit lachend naar me in de camera. Vorig jaar won ze Mooie Noten, de singer-songwriter competitie van GRAP Popmuziek Amsterdam. Het was de lancering van haar soloproject Susann. ‘Ik doe dingen vanuit een intensiteit, ik wil dat een liedje blijft hangen’, zegt ze als ik haar vraag zichzelf te omschrijven als muzikant. Haar muziek wordt hybrid experimental genoemd. Of zoals ze zelf zegt: ‘Elektronische muziek maar dan wel verfijnd. Niet zoals Cher’. Die laatste toevoeging is belangrijk want Susanne vervormd haar stem met een vocal processor. Het maakproces van haar muziek verschilt per project. Voor Susann. ontstaan nummers achter de piano, vanuit een ritme of melodielijn. Maar ook opdrachten vanuit de opleiding waren inspiratiebron. Afgelopen jaar werkte ze voor het vak lyriclab vanuit tekst. De liedjes die ze voor Susann. maakt zijn de meest persoonlijk. Ze werkt veelal vanuit een gevoel, emotie of situatie. Het werkt daardoor ‘medicinaal’, zegt ze.
Dark Lord
Als Susanne met haar soloproject op het podium staat wil ze een totaalbeleving voor het publiek creëren. Levendig vertelt ze dat ze ‘soms het gevoel heeft dat ze een soort Dark Lord is die de wereld gaat vernietigen’. Op een positieve manier welteverstaan. Ze wil dat haar muziek ‘filmisch verloopt’. Haar muziek is dynamisch door de toevoeging van de vocalprocessor en de piano die ze layerd met synthesizer klanken. Ze speelt haar muziek altijd live. Een docent zei tegen haar, dat ze het zichzelf daardoor best moeilijk maakt. Maar dat maakt haar werk ook uniek. Ze programmeert van te voren niets, alle handelingen worden alleen door haar uitgevoerd. Dat is fysiek best intensief, vertelt ze me. Ze moet ook vaak bijkomen van optredens. Net als haar publiek. Ook Susanne heeft weleens een huilende toeschouwer in de zaal gehad.
Blik naar buiten
Op dit moment is ze samen met andere Conservatoriumstudenten bezig met een project geïnspireerd op het werk van Björk, over het thema feedback. In tegenstelling tot haar soloproject is de blik nu naar buiten gericht om ‘problemen’ in de wereld te onderzoeken. Het uitsturen en ontvangen van informatie, vertelt Susanne, is door de overload aan elektronica in sommige gevallen een eigen leven gaan leiden. De nummers zijn gemaakt in coronatijd, op afstand. De groep studenten stuurde materiaal in een muziekprogramma naar elkaar waar ze vervolgens op reageerden. Het thema feedback heeft dus ook een letterlijke betekenis gekregen in het creatieproces. Het kon ook niet anders want fysiek in een ruimte met elkaar spelen was onmogelijk.
En dan straks Popronde. Hoe dat er precies uit gaat zien, weet Susanne nog niet. Wordt het live met publiek of gestreamd?
Voor podiumkunstenaars Kitty en Susanne ligt de kracht van hun werk bij het creëren van een beleving, iets dat je samen met je publiek op dat moment doet. ‘Je gaat een dialoog aan met elkaar’, zegt Kitty. Cabaret met maar dertig man op 1,5 meter van elkaar, dat zag ze niet zo zitten. De focus en flow zijn door corona wel even weggeweest, zegt ze.
Na de zomer start AFK weer en over de optredens is ze inmiddels wat meer berustend: ‘We gaan het zien’. Ook Susanne kijkt realistisch naar de toekomst. ‘Je geld verdienen in de muziek is gewoon lastig’. Ze gaat binnenkort parttime op een muziekschool werken. Daar heeft ze zin in. En straks afstuderen en Popronde. En daarna, Eurosonic Noorderslag? Dat zou leuk zijn!