The art of belonging: over je thuisvoelen in een nieuwe omgeving

Blog / Meldrid Ibrahim / 25-09-2025

Leerlingen bij de start van een nieuw schooljaar een gevoel van thuiskomen geven, is essentieel ziet docent Meldrid Ibrahim. Een manier om leerlingen dat gevoel te geven, is om ze een gezamenlijk kunstwerk te laten maken. 

Het schooljaar is vers. In de gangen wennen nieuwe pupillen aan een nieuw gebouw, nieuwe lessen en nieuwe mensen. Bij wie ga je zitten in de pauze? Wat voor kleding trek je aan? Wat kun je verwachten van de docenten? Wordt het heel moeilijk? En: Hoor ik hier thuis?

Kunstenaar Narges Mohammadi onderzoekt het gevoel van je thuis voelen met specifieke materialen. Voor Passing Traces kneedde ze van halva, een zoet geurend deeg, twee wanden, met daarin uitsparingen in de vormen van slaapkamermeubilair. In Stories of Beloning (2022) werkte ze samen met kunstenaars, curatoren en zes leerlingen uit Amsterdam-West. Samen onderzochten ze het thema ‘erbij horen’. Het collectief maakte een tentoonstelling vol verhalen en een kunstwerk van twee banken en een tafel van gips, waarop persoonlijke herinneringen werden getekend. 

Dat het gevoel van erbij horen tastbaar kan zijn, merkte ik ook bij mijn jongste dochter. Na de open dag van haar nieuwe school raakte ze niet uitgepraat over de kluisjes. Elk kluisje had een eigen versiering, passend bij de eigenaar (met bijvoorbeeld: paardenplaatjes). Het was dan ook voor haar een wezenlijk gevoel van thuiskomen toen zij een paar weken later zelf leerling werd op diezelfde school, een kluisje kreeg toegewezen en daar ook zelf een mooi ontwerp voor mocht maken. 

Als docent hoop je dat nieuwe leerlingen en studenten een sense of belonging gaan ervaren, het gevoel dat zij erbij horen en een belangrijk onderdeel zijn van het dagelijks leven in de gemeenschap. Docenten spelen een rol in het creëren van dit thuisgevoel. Bijvoorbeeld door zich actief in te zetten om leerlingen te leren kennen, hun waardering te laten blijken en hen te betrekken bij het reilen en zeilen in de school (Tahir et al, 2023). 

Lea fotografeert eerste week met wegwerpcamera Foto Docent Gina Sanches

Een korte rondvraag bij collega’s leert dat er in de kunstvakken allerlei rituelen zijn om nieuwe leerlingen een thuisgevoel te geven. In de eerste kunstlessen maken leerlingen gepersonaliseerde tekenmappen (Inte van Roemburg), vervreemdende naambordjes (Deborah Vergeest), gezamenlijk een ‘lelijk’ schilderij (Sanne Beemsterboer), wegwijzerbordjes naar hun vakantiebestemming (Melvin van der Woude), een fysiek theaterstuk over onderlinge verschillen (Mienke Zandleven) of een documentatie van de eerste schoolweek, met wegwerpcamera’s (Gina Sanches).

Op mijn werkplek, de Breitner Academie, bedrukken de eerstejaarsstudenten als een soort rite de passage hun eigen mok. Beeldend docent Karen Oude Alink verwelkomt hen elk jaar met deze maakopdracht. De academie staat vol met de kleurrijke en zeer verschillende mokken van de studenten over alle jaarlagen. 

Mokken op de Breitner Academie

Eén kunstopdracht garandeert natuurlijk nog geen kant en klare sense of belonging. Het gevoel van er echt bij horen, is fragiel en onderhevig aan vele factoren. Maar mooie startopdrachten kunnen zowel een gezamenlijke (werk)sfeer neerzetten als de mogelijkheid om iets van jezelf te laten zien. En houvast geven aan de plek waar je jarenlang gaat doorbrengen. 

Meldrid Ibrahim is docentopleider aan de Breitner Academie (AHK). Ze doet onderzoek en is (co-)auteur van verschillende lesmethodes. In Kunstzone geeft ze aandacht aan de actuele, urgente of ontroerende kant van kunsteducatie.

Verslingerd aan scrollen

Blog / Meldrid Ibrahim / 19-06-2025

We scrollen wat af. Vaak gaat het over de negatieve effecten van social media, maar na een rondvraag blijkt dat die oneindige stroom aan beelden ook tot verrassende kunstprojecten kan leiden.

Grote kans dat je deze blog al scrollend bent tegengekomen, want per week scrollen we gemiddeld maarliefst drie kilometer.
En het lijkt erop dat zowel wijzelf als de democratie daar niet erg van opknappen. De maatschappelijke discussie over onze collectieve scrollverslaving is in volle gang en ik was benieuwd hoe kunstdocenten hiernaar kijken.
Online deed ik een oproep en het was erg enthousiasmerend om door de reacties heen te scrollen. Ondanks dat ik ook steeds afgeleid raakte door andere berichten in mijn tijdlijn, zette ik de mooie vondsten van kunstdocenten op een rij. Ik kan in dit stukje de voorbeelden kort aanstippen (en dat is ook wel passend bij het thema), dus bekijk vooral de links om inspiratie op te doen voor speelse en kritische lesactiviteiten over scrollen!

Ik begin met een paar kunstbronnen. Collega Gina wees mij op Infinite Scroll, een poëtisch grafisch kunstwerk van een oneindige scroll.

Infinite Scroll Drew Sisk

 

Ook ontving ik de tip om het werk van Ritzo ten Cate te bekijken.

Ten Cate maakte honderden foto’s van de blik die mensen in hun ogen hebben wanneer zij opkijken van hun telefoon. Mensen komen van heel ver, lijken wel wakker te worden uit een andere dimensie. In navolging van dit project liet hij leerlingen een fotografisch onderzoek doen naar hun relatie met hun telefoon.

Caught in the app (2016-2019) Ritzo ten Cate 

 

De foto’s van Ten Cate doen me ook denken aan de fotografieserie REMOVED (2025) van Eric Pickersgill, die ik eerder online tegenkwam. Op de fotoserie zijn de smartphones weggephotoshopt en staren de geportretteerden in het niets, afgezonderd van hun omgeving. 

Met leerlingen werd ook gescrold, bijvoorbeeld tijdens een tentoonstelling in het Eindhovense museum MU Hybrid Art House:

 

Toen ik Harm belde, vertelde hij dat de schoolbezoeken waarbij dit gebeurde plaatsvonden in de expositie NERD_FUNK (2025) van Ali Esmali en Mamali Shafahi, een tentoonstelling die is opgebouwd met een eindeloos archief van Instagrambeelden. Tijdens het scrollen ontstonden mooie gesprekken onder de leerlingen over de manier waarop je tijdlijn een spiegel kan zijn en wat er in die eindeloze stroom aan afbeeldingen waard is om te bewaren.

 

Mijn collega Wieke herinnerde zich een kunstles over scrollen:

De stagiaire, Geerke van Campen, liet leerlingen anderhalve minuut door hun social media scrollen en screenshots maken. Vervolgens verbonden de leerlingen al tekenend hun scrollavonturen met elkaar.

De tekeningen van de leerlingen, gemaakt naar aanleiding van hun scrollgeschiedenis

 

Ik kreeg ook tekeningen opgestuurd van kunstdocent Lisa Rinsema:

Lisa verstilt het moment waarop haar telefoon even geen bereik heeft en Instagrambeelden moeten laden. In plaats van ongeduldig verder te scrollen, legt ze het beeld vast in aandachtige, impressionistisch aandoende potloodtekeningen.

 No 3. (2020) Lisa Rinsema 

 

En om af te sluiten: een idee dat je meteen zelf kunt toepassen in de klas of thuis. Kunstdocent Oskar Maarleveld maakte voor zijn leerlingen liefdevolle schilderijtjes op schermgrootte, zodat zij minder afgeleid raken wanneer ze met hun eigen werk bezig zijn.

Kijk eens wat meer om je heen! Oskar Maarleveld

Tegen de wind in leven

Blog / Meldrid Ibrahim / 10-04-2025

Van jonge nieuwkomers in Nederland wordt verwacht dat zij zich ‘invechten’, in de woorden van oud-premier Rutte. Meldrid Ibrahim ziet hoe zij hun hoop en veerkracht verwerken in bijzondere kunstprojecten.

Talloze doosjes met kleine inkijkjes in kamers, in elke kamer een aspect van het leven in vluchtelingencentra. Fysieke aspecten, zoals blauwe matrassen, maar ook emotionele aspecten, bijvoorbeeld het gebrek aan privacy. Ruimtelijk ontwerper Nasma Al-Shutfa vluchtte vanuit Jemen naar Nederland, maar eenmaal aangekomen belandde zij in een traject dat minstens zo zwaar was als de route hiernaartoe. In de installatie I am Grateful (?) (2024) geeft ze een indrukwekkend inkijkje in het wachten, het papierwerk, het geduld en het doorzetten. 

Nasma Al-Shutfa I am Grateful (?) (2024)

De ervaringen van Nasma zijn niet uitzonderlijk voor jonge nieuwkomers. Ze zullen ook herkenbaar zijn voor de oud-leerlingen van Mark Rutte, die tijdens zijn premierschap elke donderdag maatschappijleer gaf op een school met veel nieuwkomers. In de documentaireserie Kinderen van Rutte (VPRO, 2025) vertellen zij hoe het hen is vergaan in het leven. Ze blijken zeer loyaal aan hun oud-leraar, die in hen geloofde. Politieke fragmenten van Rutte worden verweven met de verhalen van de jongeren. Zo horen we Rutte spreken over de ‘jezelf invechten’ en de ‘hardwerkende Nederlander’: “Je hebt een keuze. Ga je behoren tot de doeners, ook bij tegenslagen, of behoor je tot de nee-zeggers?”

Uit de verhalen van Ruttes oud-leerlingen blijkt dat niemand hen hoeft te vertellen wat dat betekent: tegen de wind in leven, in ons gave land. De liberale overtuiging om te moeten knokken en je ‘in te vechten’, zit diep. “Niet afhankelijk zijn van een ander, alleen van jezelf”, zegt Ridwan, die moeite heeft een baan te vinden en een periode op straat leefde. Anar verbleef tien jaar in een asielzoekerscentrum en doorliep het vmbo, de havo en het vwo. Nu helpt hij zijn moeder met de gevolgen van de toeslagenaffaire om te gaan. Anar noemt zichzelf ruimhartig de ‘opoffering voor toekomstige generaties,’ zodat de migrantenkinderen na hem het makkelijker zullen hebben. Mijn eigen vader en zijn generatiegenoten, die in de jaren zeventig naar Nederland kwamen, dachten er precies zo over. Maar de tegenwind is in de tussenliggende decennia alleen maar aangewakkerd. Om daar doorheen te komen, moet je méér dan een hardwerkende Nederlander zijn. 

Gelukkig zijn er plekken waar nieuwkomers op een andere manier hard mogen werken. In de Haagse Schilderswijk, waar Rutte zijn lessen gaf, bevindt zich de kunstschool Art-S-Cool. Daar volgen jongeren kunstles, bijvoorbeeld tijdens de zomerweek ‘Build a Better Future’. Kunstenaars Quentley Barbara, Berk Duygun en Sophia Bulgakova vroegen de jongeren: waar maak je je zorgen om en hoe kun je dat in beeld brengen? De resultaten zijn indrukwekkend. Een ontwerp voor de herbouw van het verwoeste theater in Marioepol (Oekraïne), pasjes voor gratis zorg en maquettes van klimaatneutrale woningen voor mensen wier eigen woningen gebombardeerd zijn.
De volgende keer dat het mij even tegenzit, denk ik aan de tieners van Art-S-Cool, de kamers van Nasma Al-Shuftam en de leerlingen van Mark Rutte.

Leerling Art-S-Cool Nieuw theater Marioepol (2023) Foto Biek Krijgsman

Leerling Art-S-Cool Gratis zorgpassen (2023) Foto Biek Krijgsman

Leerling Art-S-Cool Klimaatneutrale huizen (2023) Foto Biek Krijgsman

 

Met dank aan Laura van Eeden, oprichter van Art-S-Cool

Binnen de muren van het kunstlokaal

Blog / Meldrid Ibrahim / 03-02-2025

Als leraar herinner je je vast nog wel de vele indrukken tijdens je eerste stagelessen. Stagedocent observeren, rondjes door de klas lopen, helpen bij het zelfstandig werken. Bij de eerstejaarsstudenten die ik lesgeef, zie ik dat het weleens spannend kan zijn. Er is immers vaak maar een klein leeftijdsverschil tussen henzelf en de stageleerlingen. En hoe maak je contact met leerlingen die aan het werk zijn?

Kijken hoe andere docenten dat doen kan dan behulpzaam zijn. In het echt, maar ook in films. Zo zag ik tijdens een training van de Transformatieve School een fragment uit de veelgeprezen Franse film Entre les murs (2008). De bevlogen docent François geeft les aan een roerige klas in een Parijse banlieue. De personages worden gespeeld door echte leerlingen, zij volgden een jaar lang improvisatietheaterlessen. Het verhaal is een aaneenrijging van dialogen. Vaak gaat het helemaal mis in de klas. Maar de momenten van verbinding, die vooral plaatsvinden wanneer er iets creatiefs gebeurt, springen eruit.

Films waarin je een echt inkijkje krijgt in de interactie tussen docenten en leerlingen, zijn magisch. Mijn collega Gina Sanches en ik voelden de behoefte om meer te weten te komen over dit contact, met de focus op de Nederlandse kunstlokalen. Voor het lectoraat Kunsteducatie aan de AHK doen wij onderzoek naar het pedagogisch handelen van kunstdocenten in het vmbo. We bezochten de afgelopen maanden verschillende lessen en leefden zo een beetje in onze eigen onderwijsfilm.

Het viel ons op dat de mooiste interacties plaatsvinden tijdens het zelfstandig werken. Kletsen over het weekend, iets zeggen over de compositie, een compliment over een nieuw kapsel. Een actueel kunstwerk tonen, meewerken aan een tekening, muziek aanzetten, karton snijden. Mopperen op kauwgum, troosten, een idee bedenken, verf mengen; tijdens het zelfstandig werken is een kunstdocent tegelijkertijd sfeermaker, politieagent, tante, therapeut en artistiek leider.

Door Daisy Vink en Indy Schouten

Geïnspireerd door ons onderzoek hoopte ik in mijn lessen vakdidactiek een zaadje te kunnen planten voor kwalitatatief contact tussen leerling en kunstdocent. De eerstejaarsstudenten oefenden met manieren van contact maken en begeleiden. Ik vroeg hen om in hun stageles, tijdens het zelfstandig werken, drie interacties aan te gaan en die momenten uit te werken.

De studenten beschreven en visualiseerden verrassende en mooie ontmoetingen met leerlingen. Zo hielpen Daisy en Indy hun leerlingen het hoofd leeg te maken. Puck doorbrak weerstand voor vieze handen. Linde en Lizzy deden een dobbelspel met leerlingen die vastliepen. En Nathalia en Emre vroegen leerlingen hoe een superheld het werk zou afmaken.

Een hele dag lesgeven is een aaneenrijging van contactmomenten. Om daar af en toe de vinger op te leggen is verrijkend. Het contact tussen docent en leerlingen zien Gina en ik door ons (lopende) onderzoek nog meer als een kunst op zich, een kunst waarin veel docenten voldoening en creativiteit vinden.

Door Emre Karabacak en Nathalia Cavalcante Marinho

Door Linde Diefenthal en Lizzy de Boer

Thuiskunst van thuiszitters – deel 2

Blog / Meldrid Ibrahim / 14-11-2024

In Nederland kunnen duizenden kinderen en jongeren om uiteenlopende redenen niet naar school. Hoe is het voor een kind om iedere dag wakker te worden zonder een vastomlijnd plan of doel, zonder het vooruitzicht om klasgenoten te gaan zien?

Pedagogisch adviseur Martin Schravesande werkt al jarenlang met thuiszitters. In 2016 startte hij op een school voor speciaal onderwijs een klas voor kinderen die zijn vastgelopen in het voortgezet onderwijs. Daarover schreef hij het boek De thuiszittersklas, op zoek naar de wil om te leren. Martin vertelde me dat het hem opvalt dat veel thuiszitters heel artistiek zijn. In zijn andere boek, De onderhuidse leraar: twintig lessen van pubers, schrijft hij onder andere over Robert. Dat is een jongen die geen leerboek aanraakt, maar wel stapels tekeningen maakt. Al lezende leerde ik hoe belangrijk autonomie is voor thuiszitters. En dat er hele mooie dingen kunnen ontstaan wanneer zij ruimte en aandacht krijgen.

Als moeder van een noodgedwongen thuiszitter ervaar ik ook de ontwrichting, het verdriet en het gebrek aan perspectief die hierbij komen kijken. Tegelijkertijd valt het mij als kunstdocent op dat thuiszitters inderdaad in een heel geconcentreerd maakproces terecht kunnen komen. Zo beschreef ik in mijn vorige blog hoe mijn dochter een draad van huis naar school haakt. De verhalen die ik in reactie daarop ontving deel ik graag in deze blog, omdat ze laten zien wat er op creatief gebied kan gebeuren wanneer school wegvalt.

1. Portret Julia (15) 2. Bookgirl.2024 Esmée (12)

Julia (15) experimenteert met schildertechnieken. Ze maakt veel, groot en kleurrijk werk, variërend van portretten van mensen en huisdieren tot abstracte kunst.

Esmée (12) verslindt het ene na het andere boek sinds ze niet meer naar school gaat. Hoe het voelt om zich helemaal te verliezen in het lezen, laat ze zien in haar zelfgemaakte memes op bookgirl.2024.

3. Orang-oetan en Pterosauriër Tijmen (21)

Tijmen (21) is gefascineerd door de natuur. Hij doet uitgebreid biologisch onderzoek naar dieren en bootst ze na in indrukwekkende sculpturen. Tijmen: “Soms probeer ik me te verbeelden hoe de uitgestorven pterosauriër nu door de lucht zou zweven. Prehistorische wezens weer tot leven brengen is hetgeen waar ik blij van word.”

4. Oma en Korneel Korneel (11) 5. Illustraties voor Maffe Beestjes (Uitgeverij Boekscout) Thijs (11)

Het huis van Korneel (11) ligt vol met oude materialen en gereedschap, waarvan hij nieuwe objecten maakt. Van fietswielen maakte hij een lamp voor zijn oma. Korneel: “Het grootste fietswiel representeert oma en die geeft mij, het kleine fietswiel, licht.”

Thijs (11) ontdekte na een periode van thuiszitten zijn liefde voor tekenen en maakte samen met zijn moeder het boek Maffe Beestjes. Zijn moeder: “Het heeft ons geholpen te doen wat we leuk vinden, en vooral te doen wat we wél kunnen.”

Mijn dochter Vera kreeg na mijn vorige blog tientallen bemoedigende meters gehaakt draad, bolletjes wol en kaarten toegestuurd. Wat voor ons klein en individueel was, werd onderdeel van een universeel verhaal. Dat er aandacht is voor het werk van mijn dochter is bekrachtigend, en dat gun ik meer thuiszitters. Dus, mocht je een kind of jongere kennen die al een poos niet naar school gaat, verdiep je (met veel respect) eens in de bezigheden van dit kind. Die zijn het zo waard en leerzaam om gezien te worden.

 

Meer weten over thuiszitters? Bekijk de documentaire Iedereen samen naar school: een illusie? over Sifra (12) die jarenlang niet of nauwelijks naar school ging.

Thuiskunst van thuiszitters – deel 1

Blog / Meldrid Ibrahim / 05-09-2025

Over het pad langs mijn huis fietsen deze weken weer plukjes kinderen, op weg naar een nieuw schooljaar. Binnen zit mijn dochter (11) te haken. Haakje voor haakje ontstaat er een felgekleurd koord van wol. Ze wil een kilometerslange draad maken, van huis naar school. Ze heeft er alle tijd voor, want naar school gaat zij niet. De dagen, weken en maanden strekken zich voor haar uit; zonder vanzelfsprekend samen te leren en spelen, zonder erbij te horen.

20.000 leerbare kinderen en jongeren in Nederland ‘zitten’ thuis. Ze kunnen niet naar school omdat er geen passend onderwijs is voor hun extra ondersteuningsbehoefte. 20.000 kinderen, stel je eens voor, dat zijn 800 klassen, of twaalf grote vo-scholen.

Voor sommige kinderen is niet naar school gaan een opluchting, maar voor veel een groot gemis. Voor mijn dochter is een reguliere school zo overweldigend dat zij al anderhalf jaar niet of nauwelijks naar school kan. Ik verbaas me erover hoe een kind dat uitvalt zo vanzelfsprekend buiten de maatschappij komt te staan. Als ouders probeer je alles (en veel meer) wat binnen je macht ligt. Maar passend onderwijs is schaars, ver weg en betekent vooral heel, heel lang wachten. En de steeds grotere kring van jeugdhulpverleners werkt hard en heeft de beste bedoelingen, maar functioneert in een systeem dat traag, versnipperd en richtingloos is.

Nieuwsuur maakte deze zomer een reportage, waarin twee thuiszitters open
vertellen over hun lange periode thuis. Zij vonden allebei houvast in het creëren van dingen. Zoals het schrijven van een boekje en het maken van tekeningen met bemoedigende teksten.

Dit herken ik: in de leegte van de dagen en binnen de muren van het huis is er voor mijn dochter ruimte voor maken, maken, maken. Dan bedenkt ze zelf haar projecten en is zij in flow als een kunstenaar. De ene keer knutselt ze een camping van plakband, dan is ze dagenlang bezig met een lego-huis en onlangs verloor ze zich in het ontwerp van een modecollectie.

Blijkbaar kan de drang tot maken groeien als je op jezelf bent aangewezen. Dat weten we natuurlijk al door allerlei levensverhalen van kunstenaars, zoals dat van Frida Kahlo, die begon te schilderen toen ze aan bed gekluisterd was. Of van de 20-jarige Mees, die zoveel ruimte ervoer zonder school dat hij is gaan schilderen. Hij startte zijn eigen kunstbedrijf SpaceGambler en kreeg zo vrijstelling van de leerplicht.

Het atelier van Mees (Spacegambler). Bron: www.studenten.com

 

Op het moment van schrijven wordt mijn dochter gedreven door emoties omdat er een nieuw schooljaar zonder haar van start is gegaan. Als het koord van huis naar school af is, wil ze het Jeugdjournaal uitnodigen en de koning spreken.

Ik vind dat thuiszitters de aandacht zouden moeten krijgen die ze verdienen. En ik ben heel benieuwd welke rol creativititeit speelt in het leven van andere kinderen en jongeren die niet naar school gaan. Voor mijn volgende blog ga ik op zoek naar wat er door thuiszitters wordt geschreven, gemusiceerd, geknutseld of geprogrammeerd.

Herken je je deze situatie, of ken je een thuiszitter die mooie dingen maakt?
Input is van harte welkom en kan naar: meldrid@gmail.com

Meer:
Documentaire Schoolziek van Jan Stap
Oudervereniging Balans
De thuiskunst van scholieren van Folkert Haanstra

Los zand

Onlangs was ik voor de derde keer in mijn leven op familiebezoek in Egypte, het geboorteland van mijn vader. Mijn ooms en tantes wonen in een grote wijk vol markten, brommers, kippen, broden, slachtvlees, kerken, moskeeën, falafel, sociale codes, dieselgeneratoren, vers mangosap en muziek van Umm Kulthum. Het voelde als een vertrouwde, heerlijke, ingewikkelde en chaotische omhelzing, als thuiskomen op een plek waar je niet bent opgegroeid.

Met meerdere culturen in je leven is nooit iets vanzelfsprekend. Naast dat ik het gevoel heb nergens werkelijk aanspraak op te kunnen maken, sluit ik ook nooit echt iets uit, staat er niks vast. Biculturaliteit wordt geassocieerd met identiteitsproblematiek, maar ook met complex denken en creativiteit. Als je op los zand loopt, zoek je altijd opnieuw naar een pad. Hoe gaan kunstenaars en kunstdocenten hiermee om? 

Kunstenaar Kalkidan Hoex zoekt door sieraden te maken. Geadopteerd uit Ethiopië had ze altijd het gevoel dat ze tussen twee werelden leefde. Tot ze besefte dat er een derde wereld is, die ze onderzoekt en vormgeeft in sieraden waarin de Ethiopische en Nederlandse cultuur samenkomen.

Kalkidan Hoex, oorsieraad op cover tijdschrift Echoes, 2021, Bron

 

Voor fotograaf Meryem Slimani is de wereld met de verschillende culturen waarin zij leeft een zeer kleurrijke plek. Ze fotografeert haar moeder in prachtige outfits. De Marokkaanse gewaden, jurken met print, sneakers en knalroze hakken laten zien wat intiem voor hen is: leven in een grote stad, leven tussen verschillende culturen en de liefde tussen een moeder en haar dochter. 

Activist en kunstenaar Sioejeng Tsao verbeeldt in de illustratie Double Identity haar dagelijkse worsteling die ze ervaarde als een Chinese persoon die geboren is in Nederland. Als kind wilde ze niets te maken hebben met haar achtergrond, tegenwoordig is ze hier trots op en heeft ze het gevoel dat haar voorouders over haar schouder meekijken om haar de weg te leiden als ze vastloopt.

Sioejeng Tsao, Double Identity, 2020, bron

 

De fotograaf Marwan Bassiouni maakt foto’s vanuit zijn religieuze achtergrond. Hij fotografeert via de ramen van moskeeën het Nederlandse landschap. Een plek die we in de media vaak van buitenaf zien, zien we nu van binnenuit, de polder wordt vanuit een heel nieuw poëtisch standpunt gekadreerd.

Marwan Bassiouni, New Dutch Views, 2018-19, bron

 

Ook het werk van Ivan Barbosa is sterk verbonden met zijn Kaapverdische roots. Hij volgt in zijn satirische documentaire Drijfvermogen de carrièreswitch van acteur Tarikh Janssen. Hij laat de filmwereld achter zich en wordt topzwemmer. Via humor, poëtische beelden en confronterende scènes in zwart-wit en kleur verkennen ze taboe-onderwerpen rondom het racismedebat.

Ivan Barbosa en Tarikh Janssen, Drijfvermogen, 2022, bron

 

Dit zijn allemaal voorbeelden van jonge makers in Nederland, en ik kan nog wel even doorgaan. Maar hoe zien we dit in de kunstles? Voor Marijke Heine, kunstdocent aan het Rotterdamse Montfort College, zijn de verhalen van haar leerlingen een rijke bron. Haar Nederlandse leerlingen met veel verschillende achtergronden vertellen haar over hun dubbele nationaliteit, en maken er soms werk over. Zoals een jongen met ouders uit Turkije, die zich zowel in Nederland als in Turkije nooit helemaal thuis voelt. Hij nam een cd op met zelfgeschreven Turks-Nederlandse smartlappen. Zijn muziek is gebrand óver een cd van André Hazes heen. De poëtische smartlappen bracht hij vol trots ten gehore voor de klas. Een meisje met roots in Togo maakte van bladzijden uit een boek over Afrika een rokje en topje in de stijl van Josephine Baker. Ze vroeg zich hierbij af in hoeverre het beeld van Afrikaanse vrouwen veranderd is sinds de tijd waarin Baker leefde.

De cd-hoes van de leerling van Marijke Heine

 

Leerlingen die dit soort persoonlijk werk maken, zitten al wat langer bij Marijke in de klas. Zij investeert zeer veel in de relatie met haar leerlingen. Via gesprekken, museumbezoeken en  samen kunst beleven, bouwt ze een veilige band met hen op. Zowel in theorie- als praktijklessen voeren Marijke en haar leerlingen gesprekken over persoonlijke en maatschappelijke onderwerpen. Marijke trekt hierin samen met haar leerlingen op, zij leert van hen, en dat laat ze zien. Dankzij haar leerlingen ziet ze identiteit als een flexibele schil, met verschillende lagen, óók die van haarzelf. 

Wat Marijke doet, noemt onderwijswetenschapper Sabrina Alhanachi cultureel responsief lesgeven. Docenten die zo lesgeven hebben oog voor de diversiteit van de achtergronden van hun leerlingen, staan daar positief tegenover en doen moeite om zich in die diversiteit te verdiepen en daarop in te spelen. Eerder in deze blog had ik het over het gevoel van los zand. In de voorbeelden herkende ik het losse zand, dat vormen zoekt en vindt. Het kunstlokaal is bij uitstek de plek waar ruimte aan deze zoektocht kan worden gegeven.

Marijke Heine, portret van een leerling

Woorden als artistiek gereedschap

Vakwerkplannen, leerdoelen, beoordelingsrubrics en reflectieverslagen. Bij kunsteducatie komt veel taal kijken. Soms voelt dit tegenstrijdig, hoor ik van kunstdocenten in opleiding. Het (beeldende) kunstvak gaat volgens hen over kijken, maken, voelen, en het analytische van het onderwijsjargon kan daar haaks op staan. Sommigen voelen weerstand om iets te moeten beschrijven wat over intuïtie gaat, om alles plat te slaan met woorden. Maar zou taal niet één van onze artistieke gereedschappen kunnen zijn?

In mijn eigen kunsteducatieve bubbel zie ik veel fascinatie voor woorden. Zo struint collega Sjouke Schaafsma de minibiebs in de straten van de stad af. Hij ziet de verzameling boeken in deze kasten als een toevallig samenraapsel dat je nergens anders aantreft. Met de titels maakt hij, heel intuïtief en binnen twee minuten, opmerkelijk rake gedichten, zoals: Huwelijk met hindernissen-Stofzuigen in het donker-Ieder heeft een taak, en Een moeilijke jeugd-Dit eet ik niet-Zus. Al stapelend bouwt hij een poëtisch stadsarchief.

Amsterdamse Stapelgedichten, Sjouke Schaafsma, 10 maart 2024.
Woorden, schat, Hooijmans en Heijnen (2022)

Emiel Heijnen en Janneke Hooijmans zijn gefascineerd door woorden die lijken te verdwijnen, zoals proleet en onbesuisd. Ze lezen deze woorden voor aan een speciaal samengesteld jongerenpanel. Van woorden die geen enkele jongere herkent maken ze nameplates, gouden kettinkjes met de reputatie extreem cool, maar ook ordinair te zijn. Zo vereeuwigen zij verdwijnende taal op een humoristische manier.

Student en woordkunstenaar Sveva de Valk post op Instagram gedichten waarin ze reflecteert op haar leven. Ook haar stage-ervaringen als aankomend kunstdocent komen daarin voor:

Sveef_schreef, 25 september 2023

Sveva laat zo haar stem horen, en moedigt haar leerlingen aan om ook zo’n stem te ontwikkelen. Ze vroeg hen om een ongevraagd advies de wereld in te slingeren, met een klassiek tegeltje. De leerlingen gingen aan de slag en kwamen met heel lieve boodschappen, die varieerden tussen groot en klein. De tegeltjes plaatsten ze in hun omgeving.

Don’t buy things you don’t need, Anna; Vrede is rust, Firdous (2024)

Kunstdocenten en -educatoren gaan in hun kunstlessen vaak aan de slag met woorden. Zo ken ik kunstdocenten die lessen een smeuïge titel geven, zodat leerlingen snel in de artistieke stand komen. En een wicked arts assignment formuleren is een poëtische daad op zich. Bij het bouwen van een curriculum kan je ook kijken door een artistieke lens. Wypke Jannette Walen en ik lieten ons voor de opleiding filmeducatie On The Movie inspireren door de fases van een filmscenario. De opleiding begint met de module ‘setup’, waarin de basis wordt gelegd. Via modules als ‘confrontatie’, ‘crisis’ en ‘turningpoints’ werken de deelnemers toe naar de ‘climax’, waarin alles samenkomt en de deelnemers zich richten op de toekomst (‘cliffhanger’). Op deze manier werken is niet alleen heel plezierig voor onszelf en de deelnemers, maar de woorden dienen echt als ankerpunten voor het inhoudelijke én gevoelsmatige verloop van het studiejaar.

Totstandkoming curriculum On The Movie, Wypke Jannette Walen en Meldrid Ibrahim (2022)

Er zijn vast veel meer voorbeelden van een artistieke blik op het onderwijsjargon. Kunstdocenten en -educatoren kunnen veel plezier beleven door creatief om te gaan met de soms ambtelijke realiteit van het onderwijs. Ik heb me voorgenomen mijn ogen hier de komende tijd voor open te houden, zodat mijn studenten nog meer het gevoel krijgen dat ze hierin vrijheid mogen pakken.

Glazen kinderen

Blog / Meldrid Ibrahim / 11-01-2024

‘Ik moet het zonnetje zijn, want ik moet mijn ouders het gevoel geven dat het goed met mij gaat.’ ‘Als je naar mijn gezin kijkt, ben ik niet de eerste die je ziet, de meeste aandacht gaat naar mijn zorgintensieve broer of zus.’ Leonie Sonneveld tekent stripjes over haar leven als ‘jonge mantelzorger’: een kind dat opgroeit met een familielid dat veel zorg nodig heeft en vaak spanning in huis ervaart. In het Engels worden deze kinderen glass children genoemd, kinderen waar je doorheen kijkt, omdat ze niet opvallen en ze het gewend zijn zich aan te passen.

 

Leonie Sonneveld @mijn_brus_verhaal

 

Omdat jonge mantelzorgers veel tijd zelfstandig moeten doorbrengen, hebben zij hun creativiteit extra sterk ontwikkeld, zo is althans mijn aanname. Sommige glass children uiten zich in artistieke vormen als dans en film. Maatschappelijk fotograaf en kunstdocent Vera Duivenvoorden groeide op met een broer en zus met autisme en een licht verstandelijke beperking. Voor haar project Zie je mij? volgt zij jonge mantelzorgers. Ze fotografeert de jongeren op momenten dat zij zich krachtig voelen, samen met degene die extra zorg nodig heeft. Bij de foto’s vertellen de jongeren over momenten die ze lastig vinden. Met haar camera zet Vera jongeren die het gewend zijn zichzelf onzichtbaar te maken, letterlijk in het licht.

 

Fotografie: Vera Duivenvoorden – Hanane en Tassnim

 

Met de foto’s en de jongeren van Zie je mij? reist Vera langs onderwijsinstellingen. De leerlingen bespreken waar je een jonge mantelzorger aan kan herkennen. Zij noemen eigenschappen als: zorgzaam, empathisch, bezorgd, moe, teruggetrokken, volwassen, of juist opstandig. Soms is er herkenning en emotie (uit onderzoek blijkt dat 1 op de 4 jongeren mantelzorger is). Voor leerlingen is het vaak de eerste keer dat zij zich realiseren dat hier aandacht voor mag zijn, en ze niet de enige zijn. Veel jonge mantelzorgers vallen niet op in de klas: ze kunnen rustig en zeer zelfstandig zijn. Soms iets te volwassen en meewerkend voor hun leeftijd. Maar ze hebben vaak ook moeite met grenzen stellen en op latere leeftijd kans op mentale problemen. Opgemerkt worden door een alerte buur, familielid of docent kan net dat ene verschil maken.

Elk jaar vraag ik bij de start van het studiejaar mijn studenten wat hun motivatie is voor het vak van kunsteducator. Dat roept vaak herinneringen op aan hun jeugd. Ze beschrijven het kunstlokaal als een plek waar ze zich geborgen voelden en een kunstdocent die oprechte aandacht voor hen had. Denkend aan de jonge mantelzorgers die in elke klas aanwezig zijn, krijgt het kunstvak misschien nog wel extra betekenis. Een plek waar de kunstdocent hen kan laten merken: jou zie ik.

 

Meer over het project Zie je mij? van fotograaf Vera Duivenvoorden

Podcast Meesterwerk waarin Vera in gesprek gaat met haar vroegere basisschoolleerkracht

TED Talk Recognizing Glass Children van Alicia Maples

Trial-art-error 10: Geef de aarde nog een kans, jij lapzwans

Mijn dochter van acht zag op het Jeugdjournaal dat volwassenen en kinderen klimaatprotesten hielden op de A12. Het ging haar enorm aan het hart en ze wilde er ook heen. Net op dat moment werden de protesten opgeschort vanwege de door de Tweede Kamer aangenomen motie voor het afbouwen van de verschillende fossiele subsidies. Toen besloot mijn dochter maar om te beginnen met een spandoek. Ze bedacht de slogans: Olie is vies, gebruik liever mijn pies. De aarde is vuil, dus ik huil. Geef de aarde nog een kans, jij lapzwans.

Tijdens het schrijven van de slogans werd ze steeds activistischer en bozer. Ze werd ook kwaad op mij, omdat ik nog in een benzineauto rij. Er is vaak kritiek op de woede van klimaatactivisten, want woede zou niet constructief en productief zijn. De Vlaamse filosoof Sigrid Wallaert beweert het tegendeel. In Een klimaat van woede (2020) betoogt zij dat we de woede van Greta Thunberg en andere jongeren moeten waarderen. Volgens Wallaert kan deze woede motiverend, revolutionair en verbindend zijn. En het signaal dat die kwade boodschap uitstraalt is van grote waarde.

Woede als een waardevol signaal… Textielkunstenaar Aram Han Sifuentes zorgt ervoor dat immigranten en statelozen hun stem (en hun woede) kunnen laten horen, omdat het risico om opgepakt te worden tijdens een demonstratie te groot is. Ze organiseert naai-bijeenkomsten waarin zij samen protestdoeken maken. Sifuentes ziet de daad van het maken van protestdoeken als een bekrachtigende daad. De protestdoeken zijn te zien (geweest) in Amerikaanse musea en ook in Nederland, in het Zeeuws Museum.

Mijn dochter maakt alvast ontwerpen voor haar spandoek met uitgeknipte letters papier. Olie is slecht, zie je niet dat ik vecht? De aarde is rond, maar niet gezond. Spelend met letters en kleuren kijkt ze hoe ze haar boodschap het beste over kan brengen. Oma brengt stof mee om een echt spandoek te maken. Daar is mijn dochter nu mee bezig, vol verve, het puntje van haar tong uit haar mond. Alleen al het creëren van een spandoek lijkt haar te doordringen van haar overtuigingen, haar steviger in haar schoenen te laten staan. Waar ze de informatie vandaan haalt weet ik niet precies, maar ze lijkt vooral intuïtief aan te voelen hoe essentieel het is dat er naar klimaatprotesten geluisterd wordt. Alarm alarm, de aarde is te warm. De aarde is stuk, verdienen wij geen geluk?

Op 12 november vindt de Mars voor Klimaat en Rechtvaardigheid plaats. Ik wilde er heen gaan en wilde rondvragen wie er mee kon gaan. Maar ik hoef niet meer te zoeken, ik ga met mijn dochter en haar spandoek. De boosheid van zo’n klein mens mag niet genegeerd worden.

Het werk van Aram Han Sifuentes leerde ik kennen via collega Nathalie Roos (Dealing with the Real Stuff).

Trial-art-error 9: urgent borduren

Op de Breitner Academie pakken we vaak kunstzinnig uit als er een collega afscheid neemt. Onlangs bijvoorbeeld met een collectief wandkleed van geborduurde zakdoeken. Sinds lange tijd nam ik naald en draad ter hand om mijn naam op de zakdoek te borduren en ervoer ik de weldadige werking van handwerk.

Borduren mag dan de reputatie van een huiselijke en decoratieve praktijk hebben, de afgelopen decennia zetten kunstenaars het medium in voor zelfexpressie en empowerment. Bijvoorbeeld Desirée Hammen, die radicale borduursessies organiseert. Of de Oekraïense Marta Leshak, die door middel van traditionele Oekraïense borduurpatronen een statement maakt over de Russische invasie: ‘Mama, het is tijd om te vertrekken’ en ‘Russia is a terrorist state’.

 

Martha Leshak 1. Embroidery scheme Mummy it is time to leave (2022), 2. Russia is a terrorist state (2022) Instagram: @martaleshak

 

Het is niet toevallig dat Leshak haar statement maakt met een borduurpatroon. Borduren zit diep geworteld in de Oekraïense cultuur. In de Sovjettijd was het een van de weinige kunstvormen die niet werd onderdrukt, omdat borduren werd gezien als een decoratieve, ongevaarlijke bezigheid. Na de val van de Sovjet-Unie en de onafhankelijkheid van Oekraïne bleef borduren een visueel symbool van de Oekraïense identiteit.

De Nederlandse stichting Thick Present is sinds begin 2022 betrokken bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen en zag dat veel mensen een borduurset mee hadden genomen in hun vluchttas. De stichting hoopte dat gezamenlijk borduren bij zou dragen aan het kanaliseren van emoties en spanningen die komen kijken bij het ontvluchten van je thuisland. Daarom organiseerde Thick Present samen met een aantal vluchtelingen een borduurgroep. Tijdens de bijeenkomsten deelden de deelnemers verhalen en bekeken ze het werk van kunstenaars die zich door middel van borduren verzetten tegen de Russische invasie. De deelnemers, die het borduren vaak van hun familie hadden geleerd, ontdekten de artistieke en activistische potentie van het medium dat hen zo vertrouwd is. Ze spraken af om iets te gaan borduren wat er voor henzelf toe deed, op een kledingstuk dat ze zouden dragen. Ze kwamen geregeld samen, spraken over hun vorderingen, hielpen elkaar met alledaagse zaken in een nieuw land en vonden in het borduren een taal om hun gedachten vorm te geven.

Zo maakte Liudmyla Tyzhuk de Tree of Life: ‘My embroidery is made with light threads on a dark background. This precisely depicts the feelings I have at the moment. But there is so much love and hope that I gave into this piece that now I am sure it will serve me as a talisman for my future life. So, when the war is over, I will come back to my home, even if not fully recovered, and I will embroider yet another Tree of Life, but this time with the brightest threads I can find.’
Tyzhuks werk werd onderdeel van de expositie Continue This Thread in het Amsterdam Museum (17 februari – 3 september 2023). Daar hangt het naast een onafhankelijkheidsrok, gemaakt ten tijde van de Nederlandse bevrijding in 1945.

Je hoort weleens dat handwerken verdwijnt uit het onderwijs en dat het voor docenten beeldend en textiel een zoektocht is om de discipline hedendaags te houden. Ik denk dat dit project laat zien hoe urgent en actueel werken met naald en draad kan zijn.

Liudmyla Tyzhuk Tree of Life (2022)

 

Het borduurproject en de betrokken kunstenaars zijn te volgen via het Instagramkanaal van Thick Present. 

Trial-art-error 8: empathie op Instagram

De zevenjarige Mina heeft een rood-witte kamer, rood-witte kleding en is vergroeid met haar haarband met zwarte muizenoren. Met haar kleurrijke kledingstijl steekt ze scherp af tegen een grauwe omgeving waarin iedereen in het vaalgroen gekleed gaat. Mina’s moeder, juf en klasgenoten snappen niks van haar verschijning en sluiten haar buiten. De film Mina Moes (Mirjam de With, 2011) kijkt als een arthousefilm voor jonge kinderen. Geholpen door de scherpe kleurcontrasten en cameraperspectieven leef je je in in Mina, maar krijg je ook bewondering voor haar volhardendheid.
Filosoof Martha Nussbaum roemt de empathie die literatuur, kunst en film kunnen opwekken. Zij noemt dit de ‘narratieve verbeelding’: ‘De vaardigheid om te bedenken hoe het is om in de schoenen te staan van iemand anders dan jijzelf, om een intelligente lezer te zijn van het verhaal van die persoon.’ (Niet voor de winst, 2011, p. 130)

Ik zie om me heen dat veel kunstdocenten op een intuïtieve manier beroep doen op de narratieve verbeelding van hun leerlingen. Zo keek filmdocent Nicole O’Niel in Amsterdam-Zuidoost met groep drie naar Mina Moes. De leerlingen tekenden daarna momenten uit de film die zij belangrijk vonden. Samen met O’Niel bedachten ze een gespreksvraag bij hun tekening. Bij een tekenwerk van een mensfiguur die blij naar haar extravagante outfit kijkt: ‘Mina is gelukkig en ongelukkig tegelijk, want ze weet dat ze weer gepest zal worden. Vind je dat Mina zich moet aanpassen?’ Bij een wirwar van lijnen: ‘Mina wordt iedere dag weer gepest. Zo moet het er in haar hoofd uitzien. Ben jij wel eens gepest?’ Of bij drie abstracte mensfiguren: ‘Mina is eenzaam. Niemand accepteert haar kledingkeuze. Durf jij anders te zijn?’

Filmdocent Edwin Klazinga bekeek Mina Moes met groep 5 op een basisschool in Amsterdam Nieuw-West, binnen een project over mediawijsheid. De leerlingen spraken over de emoties die zij ervoeren bij het kijken van de film, en waar in hun lichaam zij deze emoties voelden. Klazinga vroeg de leerlingen hun gevoelens te verwerken in een bemoedigend, maar anoniem, bericht op een speciaal daarvoor gemaakte Instagram-fanclub. Ze stuurden Mina berichten met zelfontworpen verdrietige smileys met ‘wij vonden het heel zielig voor je, maar blijf sterk’ en ‘je moet meer naar jezelf luisteren dan naar anderen.’ Het sturen van deze lieve berichten zette ook aan tot nadenken over online anonieme berichten. Berichten die vaak niet zo aardig zijn, of zelfs hatelijk, en hoe je daarmee om kan gaan. Hoe zou Instagram eruitzien met alleen maar empathische berichten?

Zo lieten O’Niel en Klazinga zowel de narratieve verbeelding van hun leerlingen als die van henzelf spreken. Via het bedenken en uitvoeren van hun speelse lessen konden ze zich samen met hun leerlingen inleven in een ander, maar ook verbeelden hoe een meer empathische wereld eruit zou kunnen zien.

Nicole O’Niel en Edwin Klazinga voerden deze lessen uit binnen hun opleiding tot bekwaam filmleraar. In dit blok lag de nadruk op filmkijken en luidde de opdracht: ‘Ontwikkel en geef een les die je leerlingen aanzet tot geëngageerd filmkijker’. Ook activerende, ontroerende en kritische filmlessen maken voor het po, vo of mbo? Tijdens On The Movie – post hbo leergang filmeducatie leer je film maken, film analyseren en film doceren.

Trial-art-error 7: Genderneutrale wc-picto’s

Is het toilet op jouw school genderneutraal? En wat voor pictogram moet daar dan hangen? Het Oostenrijkse Paracetamol Collective probeert daar een antwoord op te geven met BODIE:S (2022), een machine die inclusieve wc-pictogrammen genereert en op stickers print. Het kunstwerk toont hoe weinig plek de publieke ruimte biedt aan diverse lichaamsvormen en identiteiten.

 

Paracetamol Collective, BODIE:S (2022)

Er is – terecht – steeds meer aandacht voor genderdiversiteit. Waar jonge mensen onderling en via social media er snel vertrouwd mee raken, denk ik dat het bij ons docenten niet vanzelf gaat en dat we ons echt in genderdiversiteit moeten verdiepen. In menig lerarenkamer en intervisiegroepje zal het onderwerp van gesprek zijn.

Siema Ramdas ontwikkelde met het Mixed Classroom Educational Model (2020) praktische tools voor een veilige leeromgeving, waarin ruimte is voor verschillen en onzekerheden, en waarin het mag schuren. Ramdas start met het bespreken van wat iedere deelnemer kan doen om zowel een ‘safe’ als een ‘brave’ space te creëren, een groepssfeer waarin in vrijheid en veiligheid geleerd en gediscussieerd kan worden.

De minor Digital Arts (Un)Plugged, die ik samen met collega’s Loes Bogers en Roderick Laperdrix geef op de Breitner Academie, begonnen we ook met zo’n gesprek over intenties. De studenten vertelden elkaar wat ze nodig hadden voor een stimulerende, geborgen en prikkelende leeromgeving. In de loop van de minor passeerden er tal van digitale en technologische kunstwerken de revue, die allemaal relateren aan maatschappelijke kwesties, zoals het eerder genoemde kunstwerk BODIE:S.

Geïnspireerd door dit werk ontwikkelde Laperdrix een kunstopdracht voor de studenten: programmeer een inclusieve wc-pictogramgenerator. Het was de eerste programmeerles, dus we begonnen met het spel ‘exquisite corpse’, waarbij je samen grappige harmonica-mensfiguren maakt. De vervreemdende pictogrammen die dat opleverde, vertaalden de studenten naar een digitale code. Zo maakten we met vallen en opstaan, morrend en lachend, samen een inclusieve wc-pictogramgenerator. Als je erop klikt, wordt er een pictogram gegenereerd.

De studenten leerden coderen en waren tegelijk bezig met genderdiversiteit. Ze ervaarden dit als een opdracht waarbij de klassieke man-vrouwsymboliek kritisch kon worden bevraagd. Omdat de workshop eindigde met een collectief resultaat, voelde het voor hen als een saamhorig proces. Iets wat voor de studenten belangrijk is rond zo’n intiem onderwerp, bleek toen ik de studenten hiernaar vroeg.

Dit is het mooie aan kunsteducatie. Het denken over maatschappelijke tendensen hoeft niet altijd een talige exercitie te zijn. Ook makend zetten we samen kleine stappen.

Inclusieve wc-pictogramgenerator, Studenten minor Digital Arts (Un)Plugged, Breitner Academie (2022)

Studenten van de Breitner Academie aan het werk

 

Meer weten?
– tips voor een genderneutrale aanpak in de klas: Het Gender Doeboek voor scholen (Transgender Netwerk, 2021)
– genderleeslijst op Queerboeken.nl https://queerboeken.nl/boekentips/
– de opdracht van Roderick Laperdrix is vanaf voorjaar 2023 te downloaden op De creatieve code

 

Trial-art-error 6: Stervende bergen

In Kassel stond deze zomer een herdenkingsplek voor een boom. Maria, de overgrootmoeder van de kunstenaar, plantte een stekje in 1896. In 2021 stierf de inmiddels volgroeide boom aan de gevolgen van droogte. Het kunstwerk liet me even stilstaan, evenals mijn vriend die zichzelf gewoonlijk een ‘kunstbarbaar’ noemt. Het trof hem omdat er verderop in het park sterk uitgedroogde bomen en struiken stonden, bewaterd door een dieselaggregaat die water uit het meer pompte. De combinatie van het kunstwerk en de klimaatcrisissymboliek op de achtergrond leidde tot gespreksstof op onze vakantie.


Reflecting Point 4: Maria, Christoph Hesse & Barbara Ettinger-Brinckmann (2022)
(deze foto zal genomen zijn vóórdat de droogte het park geel kleurde).

Over heel de wereld zien mensen dierbare plekken verschroeien of wegspoelen als gevolg van opwarming van de aarde. In de documentaire Breaking Boundaries van David Attenborough (2021) kijken wetenschappers in tranen naar afstervend koraal of hele vogelpopulaties die verloren gaan in een afgebrand bos. Hoe gaan we om met dit soort verlies?

De Australische hoogleraar milieustudies Glenn Albrecht (2007) bedacht een woord voor verdriet om natuurlijke plekken die veranderen onder invloed van industrie en vervuiling: ‘solastalgia’. Solastalgia is een ‘geleefde ervaring’ van verlies, een gevoel van ‘heimwee als je nog thuis bent.’ Later deze zomer, hoog in de alpen vertoonde mijn vriend (met de kennis van nu) tekenen van solastalgia. Hij heeft sinds zijn jeugd vele klimzomers doorgebracht tussen de rotswanden en zag nu in alle details de effecten van de hitte en het smelten van permafrost. Uitkijkend over een krimpende gletsjer vertelde hij dat hij mentaal al afscheid nam van de bergen en zijn leven in de alpen.

Ik dacht aan het werk van Breitner-collega en kunstenaar S†ëfan Schäfer. Voor Ok jökull Memorial Shirt combineert hij de beeldtaal van memorial shirts met grafische beelden van de gletsjer Ok jökull, die in 2014 als eerste IJslandse gletsjer ter dood werd verklaard. De shirts kunnen dienen om het gesprek te openen over rouw om het sterven van niet-levende entiteiten zoals gletsjers, bergen, meren en koralen (Schäfer, 2019). Als ik het werk laat zien aan mijn vriend is hij te spreken over de shirts en zou hij er graag een dragen. Dit shirt en vele meer, om een statement te maken en er met mensen over te praten.

Voor een ander project, Dying Mountain Hochvogel (A/D) Research Trip (2021), reisde Schäfer af naar een Duitse berg uit zijn jeugd, die als gevolg van klimaatopwarming op het punt van instorten staat. Met foto’s en opnames van de stervende berg en een groep omringende rouwende bergen legt hij zijn bezoek vast. Voor dit werk vindt mijn vriend zichzelf dan weer te nuchter.


Ok jökull Memorial Shirt, S†ëfan Schäfer (2019)

De manier waarop Schäfer herdenkingssymboliek met de klimaatcrisis verbindt spreekt tot de verbeelding. Ik heb geen idee hoe we onszelf en onze kinderen kunnen voorbereiden op de klimaatrouw die we allemaal zullen voelen. Wat ik wel weet is dat kunstenaars ons voor kunnen gaan in een proces van verlies dat wetenschappers al heel lang hebben zien aankomen.

Trial-art-error 5: Digitale kloof

De digitale samenleving is nog lang niet voor iedereen in dezelfde mate toegankelijk. Wie technologie gebruikt in de kunstles zou hierover na moeten denken. 

Deze kaart, die op het eerste gezicht op een 17e-eeuwse wereldbol lijkt, toont waar ter wereld mensen een goede en betaalbare internetverbinding hebben. De kaart maakt in één oogopslag duidelijk dat het vooral mensen in de westerse welvarende landen zijn die beschikking hebben over middelen en kennis om online goed toegerust en geïnformeerd voor de dag te komen.


Domestic Data Streamers, Impresión sobre papel, Analog Museum for Digital Inequality, Barcelona, 2020

Kunstenaar en docent Melissa Cruz maakt zich zorgen om deze vorm van ‘digitale inclusie,’ sinds zij werd geconfronteerd met de geringe digitale vaardigheden van haar Colombiaanse ouders. Na een bezoek aan Nederland moesten zij inchecken voor het vliegtuig naar Bogota. Melissa verbaasde zich erover hoe ingewikkeld haar ouders dat vonden en hoeveel hulp zij nodig hadden. De digitale samenleving is lang niet voor iedereen zo toegankelijk als het lijkt.

Hoogleraar Jan van Dijk spreekt over een eerste en een tweede digitale kloof. De eerste gaat over bezit en toegang tot digitale middelen. In westerse landen bestaat deze kloof bijna niet meer. De tweede digitale kloof is dat mensen met een lager inkomen of een praktische opleiding minder profiteren van de mogelijkheden van internet dan theoretisch opgeleide mensen, zoals kennisverwerving en opbouwen van een professioneel netwerk (Van Dijk, 2020). De Cubaans-Amerikaanse mediakunstenaar en educator Agnes Chaves schrijft in haar essay How Artists Can Bridge the Digital Divide and Reimagine Humanity (2021) dat de meeste technologie die wij gebruiken wordt ontwikkeld door een kleine elite. Voor werkelijke participatie moet volgens Chavez een veel bredere en diversere doelgroep betrokken worden. Zij ziet kunst als een verbindende factor en heeft daarvoor het STEMarts Lab opgericht, een plek waar mediakunstenaars en jongeren samenkomen.

Melissa Cruz geeft les op Art-S-Cool, een kunstschool in de Haagse Schilderswijk. De leerlingen hebben diverse achtergronden, of zijn nieuw in Nederland, en krijgen bij Art-S-Cool les van kunstenaars die tevens rolmodellen voor hen zijn. Veel van Melissa’s leerlingen zijn digitaal vaardig, maar sommige hebben geen tools en vaardigheden om bijvoorbeeld foto’s te maken of nepberichten te herkennen. Melissa sprak met hen over de vraag of iedereen mee kan komen in een gedigitaliseerde maatschappij. Ze toonde kunstwerken van mediakunstenaar Nam June Paik en gaf hen de opdracht een machine te ontwerpen die de samenleving meer inclusief maakt. De tieners bedachten een juf die altijd ‘digitale spullen’ kan geven als leerlingen die vergeten zijn en een ‘emotiemachine’ die kinderen die bang zijn om naar school te gaan nieuwe emoties kan geven.


Ahmet Yildiz


Mohamed Achalhi & Zakariyya Tahari

De lespraktijk van Melissa Cruz en het essay van Agnes Chavez doen mij inzien dat we, juist op momenten dat we vernieuwend onderwijs maken en in de kunstles met leerlingen nadenken over technologie, moeten stilstaan bij de vraag: hoe inclusief is technologie en kan iedereen meedoen in een wereld waarin je steeds meer digitaal je weg moet kunnen vinden?

De les van Melissa Cruz vond plaats binnen een tweejarig traject van de KunstCampus van Scholengemeenschap Johan de Witt. Met verschillende culturele instellingen ontwikkelen we een leerlijn cultuureducatie volgens de principes van Authentieke Kunsteducatie (Heijnen, 2015).