Creatieve autonomie: hoe, waarom en hoeveel?
12-05-2025
Creativiteit stimuleren in muziekonderwijs op de basisschool
Auteur: Linda Hendriks | Illustratie: Marike van Ringen
Creatieve autonomie: hoe, waarom en hoeveel?
12-05-2025
Creativiteit stimuleren in muziekonderwijs op de basisschool
Auteur: Linda Hendriks | Illustratie: Marike van Ringen
Hoe vrij laten we de leerling en wat gebeurt er als leerkrachten hun leerlingen meer autonomie bieden? Hoe zien we dat terug in het creatieve gedrag van leerlingen in de muziekles en in de ontwikkeling van hun muzikale creativiteit? Deze vragen staan centraal voor onderzoeker Linda Hendriks.
Autonomie betekent letterlijk zelfbeschikking, maar in het onderwijs zitten daar natuurlijk grenzen aan. Als je leerlingen te veel ruimte geeft, kan het uit de hand lopen en wordt er niet geleerd, is vaak de gedachte. Tegelijkertijd is autonomie een psychologische basisbehoefte voor alle leerlingen en als leerkracht moet je daaraan tegemoetkomen.
Voor de intrinsieke motivatie is het belangrijk dat leerkrachten de autonomie van hun leerlingen ondersteunen door hen keuzes te bieden en ruimte te geven voor eigen invulling van opdrachten (Haakma & Hendriks, 2025). In het vak muziek kan dat lastig zijn voor basisschoolleerkrachten, die meestal opgeleid zijn als allrounders. Een natuurlijke reactie kan dan zijn om de controle te willen houden door bijvoorbeeld veel voor te doen. Nadeel is dat leerlingen dan leren nadoen, in plaats van zelf ideeën te bedenken en te exploreren.
Op welke manieren kunnen leerkrachten de creatieve autonomie van hun leerlingen stimuleren? Hoe zien we die autonomie terug in het creatieve gedrag van leerlingen in de muziekles en in de ontwikkeling van hun muzikale creativiteit? Daarover gaat mijn proefschrift, Pathways of Musical Creativity.
Creativiteitsontwikkeling
Muziek maken bij een tekenfilmpje, bodypercussie, improvisatie met slagwerkinstrumenten of een rap maken: in de 105 muzieklessen die ik in mijn promotieonderzoek heb geanalyseerd, stonden creatieve muzikale taken centraal. In een professionaliseringstraject leerden leerkrachten de creatieve muzikale autonomie van hun leerlingen te ondersteunen in de leerkracht-leerling interactie, verbaal en non-verbaal. Doel was om naast het creatieve denken ook het creatieve handelen te stimuleren, aansluitend bij recente inzichten uit creativiteitsonderzoek (Bremmer & Nijs, 2024; Haakma et al., 2022). De docenten kregen hiervoor videofeedback-coaching, met als uitgangspunt dat elke leerling creatief potentieel heeft. Door creatieve autonomie-ondersteuning te bieden, ontlokten leerkrachten creatief muzikaal gedrag bij leerlingen in de leerkracht-leerling interactie. Dit was te zien in zowel het bedenken en uitproberen van muzikale ideeën en variaties daarop (divergeren) als in het selecteren en uitwerken van ideeën (convergeren). Zo kan creatief muzikaal gedrag in de muziekles op den duur leiden tot ontwikkeling van muzikale creativiteit.
Autonomie ondersteunen
Door de creatieve autonomie van leerlingen te ondersteunen, bied je ze eigenaarschap van hun creatieve proces (Hendriks, 2023). Zo stel je leerlingen in staat hun persoonlijke voorkeuren te ontdekken. Eigen keuzes durven maken is volgens Viig (2015) belangrijk in muziekonderwijs en legt de bouwstenen voor creatief gedrag en spel (Nieuwmeijer, 2023) vanuit motivatie.
Hoe? Verbaal kan dat door open vragen te stellen waarop elke leerling een eigen antwoord kan geven, dat nooit fout kan zijn. Bijvoorbeeld: “Wat voor geluiden hoor je in de speeltuin (of het bos, het strand, op de tennisbaan etc.) en welke instrumenten vind je daarbij passen? Kun je dat eens laten horen?” Ritmisch spel kun je uitlokken door leerlingen te vragen een geluid te herhalen, te versnellen of af te wisselen met een ander geluid en te vragen naar hun voorkeuren. Ook kun je leerlingen aanmoedigen hun ideeën uit te proberen en keuzes te maken.
Non-verbale manieren om de creatieve autonomie te ondersteunen zijn gebaren tijdens of in plaats van spraak of tijdens muzikale actie. Gebaren geven richting, nodigen uit tot actie en laten ook ruimte voor eigen interpretatie (Simones, 2019). Voorbeelden zijn handgebaren om leerlingen te stimuleren dóór te spelen en zichzelf uit te dagen, ter bevestiging of om aan te moedigen. Ook een uitnodigende houding en beweging kunnen creatief gedrag stimuleren. In plaats van voordoen, kun je meespelen op basis van ideeën van leerlingen. Dan volg jij je leerlingen in plaats van andersom.
Onderzoeksresultaten
Uit het promotieonderzoek bleek dat leerkrachten goed in staat zijn om in hun muzieklessen de creatieve autonomie van hun leerlingen te ondersteunen. In het professionaliseringstraject zagen we bij het grote merendeel van de klassen groei van muzikale creativiteit in verschillende vormen. Bij sommige klassen nam vooral het bedenken en exploreren van muzikale ideeën toe. Bij andere klassen nam de complexiteit in de ritmische expressie toe.
Bijzonder was dat bij sommige klassen in de controlegroep waarvan leerkrachten geen videofeedback-coaching kregen, ook groei van muzikale creativiteit optrad, hoewel minder dan in de klassen waarvan leerkrachten wel coaching kregen. Meerdere klassen kregen niet structureel muziekonderwijs en puur door te starten met muzieklessen, zagen we groei bij leerlingen. Deze resultaten ondersteunen dus niet alleen de meerwaarde van coaching, maar ook het belang van wekelijks muziekles geven.
Door de creatieve autonomie van hun leerlingen te ondersteunen in de muziekles kunnen leerkrachten de kiem leggen voor de ontwikkeling van hun muzikale creativiteit. Leerkrachten bleken dit prima te kunnen. Een hoopvolle boodschap voor leerkrachten die hun muzieklessen een boost willen geven en meer willen doen met creativiteitsbevordering!
Linda Hendriks is onderzoeker bij het lectoraat Kunsteducatie van de Hanzehogeschool.
Lees haar hele proefschrift hier: Proefschrift Pathways of Musical Creativity