Cultuur van de kerk

Hoe de documentaireserie Godvergeten mij aan het denken zette over een examenonderwerp

Auteur: Lara Broekman | Foto: Lennie Steenbeek

Het is bij de tweede aflevering. Een Mariabeeld, het gezicht demonstratief naar de muur geplaatst. ‘Omdat ze me niet beschermt’, wordt er gezegd. Het klikt in mijn hoofd. De artefacten van de Rooms-Katholieke Kerk staan in Godvergeten symbool voor seksueel misbruik.
Ik voel me ongemakkelijk, ik behandel ze in het examenonderwerp Cultuur van de kerk.

Godvergeten, de vierdelige documentaireserie van VRT CANVAS doet in het najaar van 2023 in Vlaanderen veel stof opwaaien. De expliciete getuigenissen van slachtoffers van seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk leiden tot afschuw en woede. Ook de politiek roert zich en er wordt een parlementaire onderzoekscommissie ingesteld. In de nasleep van het publieke en politieke debat willigt paus Franciscus in maart 2024 het verzoek in om bisschop Roger Vangheluwe uit zijn ambt te zetten. Deze sanctie is een uitzondering, blijkt uit de serie. Bijna alle plegers van seksueel misbruik gaan vrijuit. Niet gestraft door de kerk, ook niet door justitie. De Rooms-Katholieke Kerk blijkt immuun voor strafrechtelijke vervolging.

Wringende machtspositie
Het is de bittere pil die de slachtoffers moeten slikken. Maar het laat ook iets anders zien. De Rooms-Katholieke Kerk heeft nog altijd een belangrijke machtspositie in de samenleving. Een machtspositie die ook centraal staat in het examenonderwerp Cultuur van de kerk, bij Kunst (algemeen). Een machtspositie die jarenlang is misbruikt. Het zet me aan het denken. In hoeverre draag ik, als docent, bij aan het in stand houden van die positie? Niet, antwoorden enkele collega-redactieleden tijdens een gesprek hierover. Kunst (algemeen) gaat over de kunst(theoretische) aspecten uit die tijd. En toch. Ergens wringt het. We bieden ons onderwijs altijd aan vanuit een bepaald perspectief. We kiezen onderwerpen en invalshoeken, keuzes op grond waarvan we naar de cultuurhistorie kijken.

Waar hebben we het over bij het examenonderwerp Cultuur van de kerk? Kort samengevat over de ontwikkeling van de kunsten in de Middeleeuwen in West-Europa. De Rooms-Katholieke Kerk speelde hierin een belangrijke rol. Waar we het niet over hebben, is de keerzijde van die machtspositie en het misbruik dat daarmee gepaard gaat.
Het doet me denken aan het examenonderwerp Burgerlijke cultuur van de zeventiende eeuw. Jarenlang hebben we het slavernijverleden in relatie tot de VOC en de WIC niet expliciet genoemd. Mede door het publieke debat is deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis nu ook een onderdeel van het perspectief van het examenonderwerp geworden. Het wordt behandeld in de nieuwe editie van de lesmethode Bespiegeling. Zou dat ook niet moeten gebeuren met het examenonderwerp Cultuur van de kerk?

Cancelcultuur
Tegelijkertijd realiseer ik me dat mijn gedachten voortkomen uit een soort geïnternaliseerde cancelcultuur. Ik ben geschokt, geraakt, vind het getoonde misbruik in Godvergeten verwerpelijk en projecteer dit gevoel op een examenonderwerp. Zijn de vragen die ik mezelf stel legitiem? Heeft het een wel iets met het ander te maken? Op het eerste gezicht niet. Het examenonderwerp gaat over de ontwikkeling van de kunsten in de Middeleeuwen, Godvergeten over seksueel misbruik in de Rooms-Katholieke Kerk in de periode vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw. Twee verschillende onderwerpen, twee verschillende tijdvakken.
Ja, het gaat allebei over de Rooms-Katholieke Kerk, maar daar houden de overeenkomsten dan ook wel bij op. Dat ligt anders bij het examenonderwerp Burgerlijke cultuur van de zeventiende eeuw. Daar heeft het machtsmisbruik wel iets met de kunstontwikkeling te maken. De kunstproductie kon floreren, mede dankzij het geld dat de Republiek met de slavenhandel verdiende. Het is dus niet vreemd dat de machtspositie van de Rooms-Katholieke Kerk in het examenonderwerp Cultuur van de kerk niet wordt bekritiseerd.

Taal doet ertoe
Aan de inhoud ligt het niet. Dan misschien aan de vorm? Het eindexamenonderwerp heet Cultuur van de kerk van de elfde tot en met de veertiende eeuw. Taal doet ertoe. Het verwoordt het perspectief van waaruit we naar de dingen kijken. Cultuur is een containerbegrip. Het behelst onder andere kunst, religie, normen en waarden. Alles wat een groep mensen bindt, en reikt dus verder dan alleen de kunsten.
Vandaar dat in het examenonderwerp ook de machtspositie van de Rooms-Katholieke Kerk wordt genoemd. Het mens- en wereldbeeld van de Middeleeuwers in West-Europa werd grotendeels bepaald door een christelijke levenshouding. Die machtspositie heeft natuurlijk niet automatisch gezorgd voor het misbruiken van die macht in de vorm van seksueel misbruik. Dat zijn twee verschillende dingen.
Wat Godvergeten wel laat zien is dat die machtspositie mede heeft bijgedragen aan een cultuur waarin machtsmisbruik werd toegelaten.
Een machtspositie die in de Middeleeuwen ontstond.

Het is de vraag over welke cultuur ik het heb, als ik in mijn lessen over de Cultuur van de kerk spreek. Na Godvergeten vind ik het lastig om in mijn lespraktijk het begrip cultuur te gebruiken. De artefacten uit het examenonderwerp lijken te zijn besmet. De geschiedenis kunnen we niet uitwissen. Het perspectief erop kunnen we wel verbreden. Of scherper duiden. Misschien moeten we het woord cultuur niet meer gebruiken. Het eindexamenonderwerp zou bijvoorbeeld ook Kunst in de Middeleeuwen kunnen heten. Dat verandert niets aan de inhoud, maar maakt het wel waardevrij en daarmee makkelijker om als docent te navigeren. Zeker als de context zo godvergeten beladen is.

KZ04/2024

14. Influencers in de kunstles 56. Humane wetenschappen op school 08. Kunstdocent in po, nuttig of nodig 16. Van speler tot speler