De schaduw van de toekomst: wat kunstenaars ons leren over wat komen gaat

10-10-2025

Auteur: Peter de Boer | Beeld: Der Krieg (1929-1932) Otto Dix Galerie Neue Meister Dresden Foto Igor Miske CC0 Wikimedia Commons

Kunstdocenten kunnen de wereld van jongeren verbreden door hen kennis te laten maken met allerlei vormen van kunst, betoogt Peter de Boer, creative director van een startup. Wie kunst doorgrond, begrijpt wat er zich in de maatschappij ontvouwt – of zich gaat ontvouwen. 

“Geef me de krant van morgen en ik weet wat me te doen staat.”
Die uitspraak klinkt als een verlangen naar grip. Naar richting. Naar houvast in een tijd waarin alles voortdurend in beweging is. Maar wat als die krant van morgen al bestaat — niet in woorden, maar in beelden? In performances, installaties, klanken, bewegingen en verhalen? Wat als kunstenaars de eersten zijn die de contouren van de toekomst zichtbaar maken?

Voorbodes in verf en verbeelding
Wie terugkijkt, ziet het glashelder. In het werk van Otto Dix, Oskar Kokoschka, Franz Kafka en George Grosz herkennen we de schaduw van het naderende onheil in Europa. Kunst fungeert dan niet alleen als spiegel, maar ook als waarschuwing. Grote gebeurtenissen kondigen zich zelden zonder voorbode aan, en kunstenaars lijken die onderstroom vaak eerder op te pikken dan de rest van de samenleving.

De echte uitdaging ligt echter in het omdraaien van die blik: Kun je in het hier en het nu al iets zien van wat nog niet zichtbaar is? Kun je, door goed te kijken naar kunst, iets leren over wat komen gaat? 

Kijken en doorzien
Als kunstdocent leer je anderen kijken, luisteren, voelen, proeven, ruiken. Maar misschien nog belangrijker: je leert ze doorzien. Kunst is nooit los verkrijgbaar. Elk werk ontstaat in een specifieke context, gevormd door krachten van buitenaf: politiek, economie, klimaat, technologie, migratie, religie — en helaas ook oorlog. De kunstenaar verbeeldt niet alleen zijn of haar innerlijke wereld, maar ook de spanningen, dromen en breuklijnen van de samenleving.

Daarin schuilt een cruciale functie van kunsteducatie: het leren lezen van die tekenen. Niet als vaststaande voorspellingen, maar als voelbare signalen. Als een vorm van cultureel toekomstdenken.

De Biënnale van Venetië
Een recent voorbeeld daarvan, is de Biënnale van Venetië uit 2022. Die editie draait om The Milk of Dreams, het surrealistische kinderboek van Leonora Carrington. Het boek beschrijft een wereld waarin alles voortdurend verandert; niets is stabiel, alles transformeert. De deelnemende kunstenaars haken hierop in met vragen als: Wat is een mens? Wat betekent identiteit als alles vloeibaar is? Hoe ziet een wereld eruit zonder mensen? En hoe verhouden wij ons tot de aarde, haar dieren, planten en atmosfeer?

De kunst op de Biënnale schetst geen pasklare toekomstbeelden, maar opent wel een richting: een wereld waarin macht en bezit minder centraal staan. Waarin empathie het wint van ego. Waarin verbondenheid rijkdom blijkt te zijn en kwetsbaarheid schoonheid onthult.

De kracht van het collectief
Tegelijkertijd ontvouwt zich op Documenta 15, een grote vijfjarige internationale tentoonstelling over hedendaagse kunst in het Duitse Kassel, een ander toekomstbeeld. Daar staat het collectief centraal. Geen autoritaire curatoren, maar gedeeld eigenaarschap. Geen solowerk, maar coöperaties, netwerken en horizontale structuren. Kunstenaars delen bronnen, maken samen keuzes en stellen eigenaarschap ter discussie.

De tentoonstelling biedt geen spektakel, maar een stille urgentie. Het gaat over duurzaamheid — zowel in materialen als in menselijke relaties. Over lokale kennis. En dat kunst niet hoeft te imponeren, maar mag uitnodigen, verbinden, helen.

 

De kunstenaar verbeeldt niet alleen zijn of haar innerlijke wereld, maar ook de spanningen, dromen en breuklijnen van de samenleving.

 

Wat we meenemen naar de klas
Wat doen kunstdocenten met deze signalen? Misschien is het onze rol niet om antwoorden te geven, maar om ruimte te scheppen voor vragen. Om jonge mensen te leren inzien wat nog niet af is. Wat nog in wording is. Kunst leert ons dat verbeelding geen luxe is, maar een noodzaak. Dat het vermogen om je een andere wereld voor te stellen, een oefening in hoop vormt.

Dat klinkt mooi — misschien té mooi. Want wie het nieuws volgt, ziet vooral de schaduwzijde van deze tijd: oorlog, ecologische rampen, groeiende ongelijkheid en een steeds diepere kloof tussen groepen mensen. De toekomst voelt vaak als iets dat ons overkomt, in plaats van iets dat we zelf kunnen vormgeven.

Toch schuilt juist in die turbulentie de relevantie van kunst en kunsteducatie. Niet omdat kunst de werkelijkheid verzacht, maar omdat ze ons leert om haar onder ogen te zien. Om alternatieven zichtbaar te maken. Om jonge mensen het gereedschap te geven om kritisch, betrokken en verbeeldingsvol te kijken — en misschien zelfs te handelen.

Want wie goed kijkt naar wat er nú in de kunst ontstaat, ziet geen kant-en-klare oplossingen, maar wel richtinggevende bewegingen:
Van controle naar verbinding.
Van bezit naar delen.
Van dictaat naar dialoog.
Van uitsluiting naar meervoudigheid.
Van uitputting naar zorg.

Peter de Boer is creative director bij een startup, gefascineerd door merken die loyale fans weten te creëren én het ongekende realisme van de Vlaamse primitieven.