Fouten > leren > maken >
Interview met filmleraar André Broens
Auteur: Vincent Hodde
Fouten > leren > maken >
Interview met filmleraar André Broens
Auteur: Vincent Hodde
André Broens is leerkracht groep 6/7/8 op Jenaplan Basisschool Laetare in Lelystad. Juli 2021 werd hij gekozen tot Filmleraar van het Jaar voor de regio Midden. Een erkenning die hij zelf niet had verwacht; zoveel bijzonders dacht hij niet te doen met filmeducatie.
Maar sinds zijn nominatie beseft André dat hij veel met filmeducatie bezig is op school. Hij gebruikt film ter vermaak, om te inspireren, ter ondersteuning van de vakinhoud en om samenwerking te stimuleren. André heeft een duidelijk doel voor ogen; hij wil leerlingen filmvaardig maken, zodat zij zichzelf leren uitdrukken middels film.
Behalve leraar, beschouwt André zich ook als kunstenaar. Hij is veel bezig met film en kunst, hobby’s die hij de laatste jaren steeds professioneler heeft ingevuld. Hij verkoopt zijn werk via internet, heeft regelmatig kleine exposities en zijn schilderijen hangen in verschillende ziekenhuizen. Van jongs af aan is hij al met film bezig en toen hij dertien was kocht hij zijn eerste 8mm-camera. Vorig jaar rondde hij een vierjarige opleiding op ArtEZ af, met als specialisatie video.
Al die kennis en ervaring probeert hij aan zijn leerlingen mee te geven, in de klas en als begeleider van de kinderen in het jenaplansysteem op zijn school. ‘De grens tussen werk en hobby is heel lastig te trekken,’ zegt hij.
Weg van de pen
André maakt ook films met zijn leerlingen. De hoofdmoot bestaat uit het maken van lipdubs en live-actionfilms, stop-motion en zelfs tekenfilms. André: ‘We hebben een jaar over een tekenfilm gedaan!’
Zijn leerlingen leren op deze manier geduld te oefenen voordat ze het eindproduct te zien krijgen. Bovendien ontwikkelen ze een bepaalde handvaardigheid. Je kunt film bij elk vak inzetten, vindt hij, en niet alleen bij de beeldende vakken. Juist ook bij taal, rekenen, eigenlijk elk vak waarbij iets uitgelegd kan worden met behulp van een filmpje.
Als je hem mag geloven, kan het onderwijs niet zonder film. Iedere leraar basisonderwijs zou ook met film aan de slag moeten. ‘Zorg dat je weg bent bij die pen, alles is al met potlood en papier, doe het eens anders.’
Een paar van zijn leerlingen beheersen de taal slecht, maar doordat ze met film (en de taal daarin) bezig zijn, ziet hij dat ze toch kunnen groeien. ‘Hun motivatie voor film is groot, waardoor ze ook taal beter gaan begrijpen.’ In plaats van hen te laten schrijven, kan hij ze de optie geven een verslag te maken door middel van filmpjes. Film is een creatief vak en de motivatie van zijn leerlingen is anders dan bij andere vakken: ‘Ze zijn zo gemotiveerd, je hoeft verder niets te doen, enkel goede instructie geven, eindeisen vaststellen. En ze moeten weten wat ze ervan kunnen leren.’
Fouten maken moet
Het belangrijkste van het basisonderwijs is volgens André kunst, film en creativiteit, omdat je daar leert fouten te maken én hoe je daarvan kunt leren. Dat is de essentie: ‘Je moet fouten maken!’ Daarnaast ontwikkelen leerlingen verbeeldingskracht met film. ‘In je fantasie kun je alles, dat is voor sommige leerlingen uit bijvoorbeeld achterstandswijken extra belangrijk. Het enige wat ze denken is: ‘Ik wil hier weg. Met film kunnen ze doelen stellen én nastreven. Door film kun je de wereld op een compleet andere manier leren zien.’
Maar ze moeten ook snappen wat ze zien: ‘Ze moeten weten hoe ze gemanipuleerd (kunnen) worden.’ Daarom maakt hij elk jaar een eindfilm met groep 8, waarin ze trucs laten zien en de kijkers manipuleren. Volgens André is natuurlijk alles in scène gezet en daar mogen ze ook van genieten, maar: ‘Begrijp het, snap het, doorzie het.’
Meer informatie: www.filmeducatie.nl/filmleraarvanhetjaar