Maak- en kijkroutines voor leerlingen met ASS

Auteur: Vincent Hodde | Foto: Cottonbro Studio (fragment) Pexels CC0

Mijn stelling is dat film een positieve invloed kan hebben op denk- en handelingspatronen. Wanneer leerlingen beperkt zijn in hun dagelijkse leven door routinematige handelingen als gevolg van hun denkpatronen, kan het maken (en kijken) van film een alternatieve, ondersteunende routine bieden, een die hun creativiteit stimuleert.

Filmonderwijs kan, denk ik, een waardevolle bijdrage leveren aan bijvoorbeeld jongeren met autismespectrumstoornis (ASS). Belangrijke diagnostische kenmerken van ASS zijn het vervallen in bepaalde strikte routines, repetitieve motorische bewegingen en/of geritualiseerde gedragspatronen. De meeste kinderen met autisme gedijen goed binnen het reguliere onderwijs, zo nodig met extra begeleiding. ‘Maar er zijn ook kinderen met autisme die het beste op hun plek zijn in het speciaal onderwijs. Dat heeft niet alleen te maken met intelligentie, maar bijvoorbeeld ook met aanpassingsvermogen en sensorische gevoeligheid.’ (NVA). Kan onderzoek mijn stelling over de positieve invloed van filmeducatie op kinderen met ASS ondersteunen, vraag ik me af.

Onderzoeken
In het speciaal onderwijs biedt kunstonderwijs, en dus film, kansen voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften. In de publicatie Fluisterzacht en haarzuiver (2017), de neerslag van een onderzoek naar de stand van zaken en de betekenis van kunstonderwijs voor kinderen met speciale leerbehoeften legt auteur Dirk Monsma uit waarom:
‘Er zijn drie dringende redenen om juist bij deze groep (kinderen met speciale onderwijsbehoeften) extra aandacht te besteden aan kunstonderwijs:
Kinderen met speciale onderwijsbehoeften vinden door kunstonderwijs een weg om hun beperking heen, waarin zij zichzelf  kunnen uiten.
• Ze leren door kunstonderwijs positieve eigenschappen van zichzelf te ontdekken en te waarderen.
• Ze nemen deel aan reguliere activiteiten met leeftijdsgenoten en gebruiken kunstuitingen om zichzelf te tonen aan de wereld.’

Filmhub Zuid-Holland verdiepte zich met een werkgroep gedurende twee jaar in het speciaal onderwijs en inventariseerde welke kansen benut kunnen worden om filmeducatie een duurzame plek te geven op het (v)so. De publicatie die erover werd uitgebracht, beschrijft de kaders die gebruikt kunnen worden bij het maken van filmlessen voor leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Deze kaders zijn overigens niet op elke klas of elke leerling van toepassing, aangezien er in het speciaal onderwijs een grote diversiteit is aan kinderen met elk hun eigen kenmerken. Ze kunnen wel beschouwd worden als bruikbare tips voor kunstlessen.

Het onderzoek Speciaal Verbeeld is een vervolg op het onderzoeksproject Fluisterzacht en Haarzuiver. Onderzoekers Theisje van Dorsten en Zoë Zernitz vroegen zich of kunstonderwijs de ontwikkeling van de verbeelding bij leerlingen in het speciaal onderwijs kan stimuleren, en zo ja, hoe.
Het onderzoek laat zien wat je met kunstlessen die het verbeeldingsvermogen aansporen, kunt bereiken, in het bijzonder bij kinderen met een stoornis in het autismespectrum.
Deze kinderen houden doorgaans van orde en structuur en willen dus vaak steeds dezelfde materialen gebruiken of dezelfde figuren tekenen.
Deze leerlingen werden aangemoedigd om buiten de gebaande paden te treden en gebruik te maken van hun verbeeldingskracht. Nieuwe materialen, ludieke vraagstellingen en opdrachten die vroegen om samenwerking, stimuleerden de inzet van hun verbeeldingskracht en daarmee de ontdekking van nieuwe creatieve mogelijkheden.

Concluderend
Er zijn nog weinig specifieke lesprogramma’s en voorbeelden voor leerlingen met ASS. Wel laat kleinschalig empirisch onderzoek in ons land zien dat er genoeg te ontwikkelen valt voor deze specifieke groep leerlingen. Met filmonderwijs ontstaat de potentie om hen buiten hun gebruikelijke, gebaande paden te laten treden.