18 dec 2025
3 minuten lezen

Mijmering #26: Fundament voor de toekomst

Blog / Dagmar Baars / 18-12-2025

In een snel veranderende wereld, is het belangrijk om studenten ook vaardigheden aan te leren zoals creativiteit en reflectie. Helaas is daar niet altijd oog voor, ziet Dagmar Baars.

In de laatste week van november had de Tweede Kamer een debat over een wetsvoorstel waarmee de kerndoelen in het onderwijs kunnen worden aangepast en een plek in de wet krijgen. Die vaststelling is nodig zodat scholen ongestoord kunnen werken met het geactualiseerde curriculum. En nodig ís het, want de kerndoelen waar ik en mijn collega’s op de Pabo naar verwijzen, stammen nog uit 2004. Een cloud wees je toen aan in de lucht en sociale prikkels waren voornamelijk analoog. Dat de wereld veranderd is, moge duidelijk zijn.

Het is dus goed dat er wordt nagedacht over hoe we vanuit school kunnen aansluiten bij een wereld die soms amper bij te benen is. Maar of dat zit in het versterken van de basisvaardigheden – zoals beschreven op de website van SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum, – vraag ik me af. De focus in de nieuwe kerndoelen ligt vooral op lezen, schrijven en rekenen. “Door doelgericht te werken aan deze vaardigheden, geef je hen een stevig fundament voor hun toekomst”, aldus SLO. Hoe waar dat ook is, vraag ik me af hoe die toekomst precies wordt gedefinieerd. En belangrijker: of basisvaardigheden voldoende fundament zijn om de maatschappij te trotseren.

Boot gemist
Over dat laatste woord moest ik even nadenken, want het is nogal wat: de maatschappij in. Het is niet alsof je vanuit een veilige haven eerst met een klein zeilbootje op het Markermeer mag oefenen. De laatste tijd heeft het steeds meer de sfeer van een tanker die alle zeeën moet kunnen bevaren – liefst tegelijkertijd. Even een flesje kapotslaan en hup, te water. Zo niet? Jammer. Boot gemist.

Natuurlijk: iedere boot – of dat nu een sloepje of een tanker is – moet kunnen blijven drijven. En om dat te bewerkstelligen, zijn basisvaardigheden broodnodig. Dus wat is dan mijn punt? Mijn punt is dat ik steeds meer het gevoel heb dat ‘in de maatschappij verkeren’ méér is dan blijven drijven (soms op hoop van zegen) en dóórvaren. Toch lijkt dat extra stuk – het menselijke, het creatieve, het reflectieve – steeds vaker te worden weggezet als iets voor erbij; hobbyen op eigen rekening. Ook in de ongebreidelde uitspraken van jonge studenten merk ik steeds vaker een wat eenzijdige en overspannen kijk op wat het betekent om in die zogenoemde maatschappij te functioneren.

Vorige week kwam een student naar me toe met de mededeling dat ze haar beeldende lessen niet kan geven op haar stageschool. Het vak wordt ‘niet écht’ gegeven en het past niet in het curriculum, aldus haar mentor. Dan denk ik: volgens mij past dit dus júíst in het curriculum. Om de metafoor van de boot even door te trekken: heeft een boot niet ook een dek, waar je je hoofd even in de zon kunt steken? Een reling, waar je met je zwemband aan kunt hangen? Een mast, waar je in kunt klimmen voor een fenomenaal uitzicht? Of een kamertje benedendeks, waar je kunt uitrusten?

Waar leer je dát precies op school? Hoe leer je dat? Volgens mij niet uitsluitend met basisvaardigheden.

Dagmar Baars is docent aan Hogeschool de Kempel en aan Fontys Academy of the arts. Daarnaast runt ze haar eigen onderneming, EindBaars Producties, waarin ze projecten ontwikkelt en uitvoert op het gebied van kunst, filosofie en educatie.