Column | Van Gerwen denkt door

Kunst is dikke wederkerigheid

Auteur: Rob van Gerwen | Illustratie: Lennie Steenbeek

Al wandelend verwonderde ik me over de rotsen tussen de bomen, hoe ze naar me lonkten. Ik probeerde er een foto van te maken, maar op mijn iPhone-scherm zag ik al niet meer waar het me om ging: dieptes, lichtval, mijn handelingsmogelijkheden.

Waarneming is een proces dat er misschien uitziet als een beeld dat we kunnen vastleggen, maar de diepte in onze waarnemingen is die van onze lichaamsbewegingen, niet die van een kiekje.

In het Musée D’Orsay in Parijs werd afgelopen zomer werk van Edouard Manet en Edgar Degas langszij getoond, steeds met hetzelfde thema. Ik bespreek daar hun stijlverschillen met mijn vrouw en wijs haar hoe Manet vaak interne waarnemers afbeeldt in zijn scènes, een figuur op de achtergrond — soms ook op de voorgrond — die er daar in die afgebeelde werkelijkheid bij aanwezig is, ogenschijnlijk per ongeluk.

Als je je eenmaal afvraagt wat die bijfiguur daar doet en je ontdekt dat zij de scène ook waarnemen, begin je het schilderij vanuit hun invalshoek te zien, dus niet als de afstandelijke beschouwers die we in het museum zijn. Zij betrekken je in de fictie. De verf doet bij Manet iets soortgelijks. Ze heeft iets ongepolijsts, iets onafs wat vraagt om met details ingevuld te worden. Ook dat doe je. Zo word je op de scène betrokken, zoals bij een waarneming.

Manet bewerkt een wederkerigheid in zijn schilderijen die we bij de Degas niet vinden. Die zijn `gepolijster’, meer `af’, dienstbaarder aan hun onderwerpen. Ze gaan daardoor minder interactie aan met de kijker, ze blijven dunner. Afbeeldingen.

Zo lopen wij dus te genieten — wanneer geniet je nog echt van kunst? Niet zo heel vaak, is mijn ervaring.

Maar dan loopt er iemand voor ons langs die snel twee schilderijen, een Manet en een Degas, samen op één foto zet — ze lijkt schilderijen bij voorbaat via een scherm te bekijken. Eerst vastleggen, dan kijken. Ik geloof niet dat wat wij over Manet en Degas ontdekten de aanleiding voor haar foto’s vormt. Ze verzamelt bewijs van haar aanwezigheid.
Die foto’s kun je toch allang van het internet halen? En daarop zie je toch juist niet de verschillen die zich hier bij de schilderijen dik aan ons opdringen? Schilders weten ons soms te raken zoals de werkelijkheid om ons heen dat kan doen, dik en wederkerig. Reproducties op internet blijven evenwel op afstand. Die vermaken ons slechts.

Plaatjes vullen geen gaatjes.

KZ02/2024

54. Van Gerwen denkt door 54. Column | Van Gerwen denkt door 54. Column | Van Gerwen denkt door 28. De canon van Rop

Cover #6

Radically Mine! 2024 Winnend object juryprijs Leerlingenwerk vso De Berkenschutse (Heeze) Van Abbemuseum Foto Damion Thakoer (fragment)