We vliegen in volle vaart de tradities langs. Via wiebelende lampionnetjes en het Sinterklaasjournaal staat de kerstvakantie zó voor de deur. Ho ho ho! November is een drukke maand in het onderwijs en ik doorkruis het hele land voor schoolbezoeken en trainingen. Veel tijd om stil te staan en na te denken heb ik niet, laat staan aandacht. Niks geen ho ho ho.
En dat terwijl er steeds méér te vieren lijkt en overal uitbundige, kant-en-klare versiering voor is. Oorbellen voor Halloween, spuitsneeuw op de ramen, er is zelfs een speciale feestdag om méér spullen te kopen: Black Friday. Paradoxaal genoeg voelt deze overvloed armoedig. De slingers en ballonnen hangen, maar de ziel ontbreekt in het moment.
Ook het onderwijs staat bol van traditie. Het programma zit overvol, we onderwijzen wat meetbaar en maakbaar is en leunen daarbij op kant-en-klare onderwijsproducten. In een tijd van on demand flitsbezorgers is het misschien ook niet zo gek dat het onderwijs steeds meer lijkt op de McDrive. Kortom: we organiseren het onderwijs wel, maar lukt het nog om de achterliggende intentie te manifesteren?
Hoe krijgen we weer momenten van bezieling in deze ‘veel, vluchtig en nu meteen’-wereld? Ik denk dat het loont als we verlepte onderwijstradities eens tegen het licht houden. Welke zijn het waard om nieuw leven in blazen en welke nieuwe rituelen kunnen we daarbij ontwerpen? Hoe gaan we bijvoorbeeld om met de dagopening of met de eerste keer dat studenten op stage gaan?
Pedagogische onderwijsrituelen voeden de gewoontes die in een traditie verscholen liggen. Een traditie kan verworden tot een mechanische en zielloze herhaling ‘omdat we het nou eenmaal zo doen’, zoals de high five in de deuropening. Maar een nieuw ritueel kan de magie van aandacht in het moment terugbrengen. Misschien zijn er wel drie soorten high fives. Misschien is er een klein podium om de meegebrachte stage-ervaring te markeren. Rituelen zijn niet zomaar routines; ze hebben een diepere symbolische betekenis en creëren momenten van bezinning en verbinding.
Voor het ontwikkelen van dit soort pedagogische rituelen kunnen we leentjebuur spelen bij de kunst. Van de docent vraagt dit kunstenaarschap zoals dat ook in het theater te vinden is: er is een script, een tijd, een plaats van opvoering. Maar in het moment ontstaat ‘het’ tussen de acteurs en het publiek. Ho-ho-hopelijk krijgen we zo weer extra zin (en betekenis) in de wintermaanden!
Met dank aan de inspirerende werksessies rond de Ontwerptool voor Pedagogische Onderwijsrituelen met Sanne van der Hulst, Tineke Ernst en Stéphanie Reijntjens.