Er moet ruimte zijn voor verwondering

Auteurs: Joan Poortman & Suzan Overmeer | Illustratie: Lennie Steenbeek

Drie kunstvakdocenten praten over routines in kunstonderwijs. Wat betekenen routines voor leerlingen, voor de school waar ze werken en voor de lessen? Ze bespreken de balans tussen kaders en creativiteit, hoe routines zich verhouden tot impulsen, en hun wensen versus de realiteit. Aan het woord komen een senior-, een ‘mid-career’- en een juniordocent. Maar eerst: wat zijn routines in kunstonderwijs?

In kunstonderwijs vind je routines van oorsprong in diverse aspecten terug. Denk bijvoorbeeld aan de fysieke en ideologische inrichting van de school en aan de werkwijze van de docent. Routines spelen bij het organiseren van lessen een cruciale rol. Ze bepalen de strategieën die gebruikt worden om tot leren te komen. Bovendien dragen ze bij aan de verwerving van nieuwe vaardigheden, kennis en attitudes. Stapsgewijze oefeningen, vastgestelde procedures en alledaagse interacties worden herhaald totdat ze vertrouwd en moeiteloos verlopen.
Vaste structuren kunnen leerlingen een veilig leerklimaat bieden, in een vaak onrustige levensfase. Toch worden routines ook als saai en beperkend ervaren, wat botst met het idee van kunst als een bron van verandering en grenzen verkennen. Hoe vinden docenten in kunstonderwijs een balans tussen routines en vernieuwing? Een mooie uitdaging voor alle docenten, ongeacht de discipline of het niveau waarin je lesgeeft.

Onderstroom en cadans
‘Voor mij zijn routines patronen. Gewoontes, die uiteindelijk mijn doceerstijl hebben bepaald’, zegt Tole Emmelot. Hij denkt even na en zegt dan: ‘Ik zie routines graag als onderstroom in de lessen die ik geef. Idealiter liggen routines onder het maken en geven van mijn lessen.’ Marjolein van Hal haakt in: ‘Zo zie ik dat ook het liefst, maar als ik eerlijk ben draag ik mijn lespatronen en routines juist bewust uit, om ervoor te zorgen dat mijn leerlingen gezamenlijk kunnen deinen in een rustige cadans, voor de veiligheid’.
Onderstromen en een rustige cadans. Al meteen aan het begin van het gesprek praten de docenten in beeldende taal over hun lessen en routines. Marjolein geeft kunst en cultuur op het vmbo. ‘Mijn leerlingen hebben juist behoefte aan structuur en aan duidelijke stapjes. Soms schuurt dat, want ik vind dat kunstonderwijs juist het ‘wow’-effect moet hebben. Het is af en toe zoeken hoe ik binnen die structuur en veiligheid de boel flink kan opschudden.’

Routines van de school
Sofia Samarskaya geeft muziekles op de basisschool. ‘Ik zie routines als gewoontes. Afspraken die je met je leerlingen hebt gemaakt en die fijn zijn om op terug te vallen. Het geeft structuur aan mijn les.’ De anderen knikken. Routines in gedragsafspraken met de leerlingen herkennen ze allemaal. Tole is CKV- en muziekdocent in het voortgezet onderwijs: ‘Routines hangen sterk samen met de randvoorwaarden van goed onderwijs. De school legt deze voor een deel ook op aan jou als docent in de vorm van schoolregels en algemeen geaccepteerde omgangsnormen: je bent op tijd in je klas, je kent de namen van de leerlingen. Daarbinnen heb ik als docent veel ruimte om te doen wat ik wil.’ Sofia: ‘De school waar ik werk laat me helemaal vrij om mijn lessen in te vullen zoals ik wil. Als de kinderen maar plezier hebben’.
Marjolein heeft een ander verhaal. Op haar school is een schoolbrede structuur van lessen afgesproken. ‘Alle lessen op school bestaan uit vijf stappen. Eerst halen we voorkennis op over een onderwerp, dan maken we de leerdoelen kenbaar. Vervolgens komt de opdracht. De leerlingen gaan daarna zelfstandig aan de slag om tot slot te reflecteren.’ Werkt het? ‘Voor de leerlingen is het fijn, maar ik houd me er niet aan. In het begin kreeg ik er de kriebels van, maar ik heb ontdekt dat je het ook kunt omzeilen.’

Lees het hele artikel in KZ05/2023

Cover #6

Radically Mine! 2024 Winnend object juryprijs Leerlingenwerk vso De Berkenschutse (Heeze) Van Abbemuseum Foto Damion Thakoer (fragment)