Humane wetenschappen op school
Van vuilnisbak tot verzet
Auteur: Joris Van Doorsselaere | Foto: Raffael Herrmann (fragment) CC0 cc0.photo
Humane wetenschappen op school
Van vuilnisbak tot verzet
Auteur: Joris Van Doorsselaere | Foto: Raffael Herrmann (fragment) CC0 cc0.photo
In een recente publicatie van de Koninklijke Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten schreven academici dat de universiteit als instituut een metamorfose heeft ondergaan (De Dijn et al., 2023). Dit, omwille van een toenemende hegemonie van nuts- en rendementsdenken. Als leraar voel ik eenzelfde fenomeen in de iets lagere regionen van het onderwijs. Hoe bieden we, samen met leerlingen, weerstand?
Een cultuur van meten en competitie verlamt vooral de geesteswetenschappen, die niet gedijen in een landschap van efficiëntie en productiviteit, maar snakken naar diepgang, creativiteit en betrokkenheid. Wanneer onderdrukking dreigt, grijpen academici, als radertjes in een publicatiemachine, vlot naar de pen als wapen voor het behoud van wat dierbaar is.
Rankings
Leraren of leerlingen doen dat net iets minder gezwind. Toch koloniseert een economisch nutsdenken ook het secundair onderwijs in Vlaanderen. Zo zit de studierichting humane wetenschappen (in het algemeen secundair onderwijs, red.) in de verdrukking. Met een diepgaande aandacht voor kunst, literatuur, filosofie, geschiedenis en psychologie vormt deze een belangrijke toevoerader voor die maatschappelijk noodzakelijke geesteswetenschappen in het hoger onderwijs.
Sinds de introductie sleept de studierichting al een status van minderwaardigheid met zich mee die het maar niet van zich af kan schudden. In een onderwijscurriculum en -cultuur waar het belang van wiskunde en natuurwetenschappen alomtegenwoordig en allesbepalend is, lijkt dat bijna onbegonnen werk. Uit internationale rankings die specifiek peilen naar deze domeinen, zoals onder meer het PISA-rapport, vloeien al jarenlang conclusies voort die van toepassing blijken op de stand van het hele onderwijs. In het publieke denken en schrijven gaat het woord generatie dan vaak vergezeld van termen als ‘dom en verloren’.
Insiderperspectief
De retoriek en het eenzijdige karakter ervan sijpelt door tot in de kleinste hoeken van het microniveau. Onder leerlingen heerst al langer een gevoel dat wie niet zo goed is in wiskunde, ervantussen moet. Naast een gevoel is dit ook een reële praktijk. Wie toch ambieert om verder te studeren moet zich maar heroriënteren naar humane wetenschappen.
Zo verwordt een keuze voor de studierichting al snel tot iets negatiefs. Ook het omgekeerde geldt. Getalenteerde en intrinsiek gemotiveerde leerlingen, geïnteresseerd in het maatschappelijke, culturele of artistieke, neigen veeleer naar een richting met meer aanzien. Vaak zit daar een duwtje van de sociale omgeving achter. Wat blijft over? De perceptie van humane wetenschappen als toevluchtsoord in het beste geval, of als vuilnisbak in het slechtste geval.
Niet zelden neigt het naar dit laatste. Voor kwaliteitskrant De Standaard waagde journalist Filip Rogiers zich aan een onderdompeling in het leven op een Brussels atheneum. Ook daar had de wiskunde-afhaalrace toegeslagen: een slagveld van negatieve keuzes en een stevig minderwaardigheidscomplex erbovenop bij de humane wetenschappers. Zijn meedraaien als participant en observant gaf een waarachtig en genuanceerd beeld van de diversiteit aan dynamieken die vrijwel onbekend blijven voor traditioneel en klinisch uitgevoerd onderwijsonderzoek. Het toenemende denken in Vlaanderen en Nederland in termen van effectiviteit en efficiëntie over het leren op school stuurt de aandacht vermoedelijk een andere richting uit. Toch valt er methodologisch iets te zeggen voor een etnografisch onderzoeksdesign.
In Life in Classrooms poogde Philip Jackson meer dan een halve eeuw geleden al de complexiteit aan dynamieken en inwerkende krachten op school te doorgronden. In een bijna cultureel-antropologische benadering doorvoelde en doorprikte hij de schijnbare homogeniteit, en legde via observaties de vaak onvatbare gevoeligheden bloot die speelden in een dergelijke microkosmos. Zijn werk over het verborgen curriculum plaatst vraagtekens bij welke onderwijs- en schoolcultuur wij voor de komende generaties inrichten.
Cultuurkritiek
Een school is een afspiegeling van de samenleving, door mensen vormgegeven die, op hun beurt, steunen op het beeld van hoe zij zelf gevormd zijn. Dit zorgt ervoor dat scholen als bolwerken van conservatisme al twee eeuwen lang zichzelf maar gering heruitvinden. Het hoeft niet vreemd te zijn dat humane wetenschappen er een inferieure status geniet. Vlaams onderwijsbeleid kent traditioneel weinig gewicht toe aan kunst en cultuur in het curriculum. Scholen worden zo een doorgeefluik van dominante cultuur, waar maatschappelijke verwachtingen, waarden en normen subtiel worden geïnstitutionaliseerd. Met een dergelijk socialisatieproces is niks mis. Een school reproduceert cultuur, in de hoop dat haar leerlingen vlot een weg vinden in de wereld. Willen we niet, veeleer dan die wereld vanzelfsprekend te vinden, dat leerlingen zich ook kunnen afzetten tegen dominante cultuur en de conformerende krachten die op hen inwerken?
Cultuurkritiek, als vorm van weerbaarheid, hangt samen met hoe een samenleving zichzelf beschouwt. In die zin is humane wetenschappen een ideale plaats om vanuit diverse perspectieven te reflecteren op, of verzet te bieden tegen het belang dat mensen toekennen aan wiskunde op grond van een neoliberaal prestatiegericht gedachtegoed. Uiting geven aan de daaraan verbonden gevoelens behoort bovendien tot de diepte en de breedte waar de studierichting zich in kan, en mag begeven. Het vormt daardoor voor veel leerlingen een oord van rust en reflectie in de schoolse ratrace gericht op competitie, een oord waar wél aandacht is voor het bevatten en doorvoelen van de complexe menselijke cultuur. De essentie van humane wetenschappen ligt juist in wat moeilijk te meten valt.
KZ05/2024