Kwetsbaar krachtig
De 1-op-1 relatie in het conservatorium
Auteurs: Thomas De Baets & Adri de Vugt | Beeld: Koninklijk Conservatorium Den Haag Fotografie: Alex Schröder
Kwetsbaar krachtig
De 1-op-1 relatie in het conservatorium
Auteurs: Thomas De Baets & Adri de Vugt | Beeld: Koninklijk Conservatorium Den Haag Fotografie: Alex Schröder
De instrumentale of vocale 1-op-1 les in het muziekvakonderwijs is tegelijk krachtig en kwetsbaar, zowel voor de student als voor de docent. Wat zijn de kwaliteiten en valkuilen van die bijzondere leersituatie? Wanneer wordt de sterkte van zo’n unieke leeromgeving een zwakte? We koesteren de rijke traditie, maar vragen aandacht voor verdere professionalisering.
Een student klassieke trompet speelt in het weekend in een bigband. Zijn docent komt dat ter ore en verzoekt de student dringend ermee te stoppen. Het spelen van jazz is niet goed voor de technische ontwikkeling, bovendien dient de student zich te concentreren op wat het hoofdvak van hem vraagt. De student is gehoorzaam en stopt met de bigband. . .
Machtsdimensies
Dit is wellicht een heel herkenbare situatie: meteen is duidelijk dat de docent een heel bepalende invloed heeft op het leertraject van de student, en niet enkel tijdens de instrumentale of vocale les. De 1-op-1 lessituatie in het muziekonderwijs is vrij uniek; bijna in geen enkel ander type onderwijs is die koppeling volgens het eeuwenoude meester-gezelprincipe zo duidelijk aanwezig. Bij internationale benchmarking is het snel duidelijk en staat het niet ter discussie: je wordt musicus door bij een meester in de leer te gaan. Een student gaat samen op pad met zijn docent en krijgt doorgaans minstens één lesuur individuele instrument- of zangles. Die situatie is in sommige gevallen zelfs een (amper te financieren!) 2-op-1 situatie, denk maar aan de zangles waar naast een hoofdvakdocent ook vaak een pianist aanwezig is.
Ook in het voortraject naar het conservatorium wordt er traditioneel volgens dit principe gewerkt, zeker in de privé muziekpraktijk. Op muziekscholen is het vaak niet meer realistisch, meestal krijgen leerlingen les in groepjes van twee of drie. In dit artikel focussen we ons op machtsdimensies in het conservatorium, waar een uitgesproken vorm van 1-op-1 onderwijs te vinden is.
Traditie en kwaliteit
Die 1-op-1 aanpak is meer dan het halsstarrig aanhouden van een bepaalde traditie. Deze draagt een sterke gerichtheid op kwaliteit in zich, met grote aandacht voor het individu én met tijd en ruimte om – in alle opzichten – te luisteren en te begeleiden. Daarbij wordt de individualiteit van het traject, vol artistieke, psychologische en ook fysieke uitdagingen, zo goed als mogelijk gehonoreerd. Deze benadering realiseert feitelijk een krachtige leeromgeving voor de student. Kenmerkend is daarbij een hands-on didactiek, met een directe muzikale interactie, waarbij de docent reageert op voorbereid repertoire, het is een coachende praktijk van sleutelen, bijsturen, voorspelen… Op deze wijze kan het vakinhoudelijke de overhand krijgen. Eén lesuur is echter kort om aan allerlei aspecten te werken, alleen al het voorspelen vraagt heel wat tijd, bovendien is een les er ook op gericht dat de student verder zelfstandig studeert. Het is voor de docent steeds een dynamisch, subtiel en fijngevoelig spel van uitdagen, uitnodigen, loslaten, sturen, eisen stellen, tot uitersten dwingen… Het hoeft daarom niet te verwonderen dat de vergelijking met topsport weleens wordt gemaakt.
Ten tijde van de covid-pandemie werd heel duidelijk hoe essentieel dit individuele en fysiek nabije contact is. Dat liet zich toen niet gemakkelijk vervangen door een online alternatief. We kennen praktijken waarin docenten pogingen deden om – ondanks alle maatregelen – lessen te organiseren op alternatieve locaties om die live interactie te kunnen realiseren. In diezelfde periode werd ook de enorme betrokkenheid van die docenten op het psychosociale welzijn van hun studenten duidelijk.
Lees het hele artikel in KZ01/2024