Blog / Babette Jane /
-
16-01-2025
Enthousiaste tijgers en overprikkelde leerkrachten
Met de feestdagen achter de rug is het tijd om te reflecteren. Bijvoorbeeld op hoe alle spanningen rond Sinterklaas op een basisschool kunnen leiden tot drastisch ingrijpen tijdens een muziekles.
Tijdens mijn muziekles in de kleuterklas met het thema Sinterklaas vind ik het geweldig om een doorgeefspel te doen met een neppakje. De uitdaging om het cadeautje aan het volgende kind te geven en niet als een overenthousiaste tijger te schudden en uit elkaar te scheuren is groot. De kinderen zie je rood aanlopen van de spanning en de leerkrachten zijn op hun hoede. Stel je toch eens voor dat de verleiding te groot is en het pakje wordt uitgepakt.
Als echte hulppieten leren de kinderen op de maat van de muziek het pakje door te geven in de kring. Als het pakje valt, stopt het spel en beginnen we weer van voren af aan. Het spel loopt voorspoedig, dus verander ik een keer van richting. Ook dat verloopt soepel, dus breng ik een tweede pakje in. Dit zorgt voor opstoppingen, omdat sommige kinderen ademloos pakje één blijven volgen en niet doorhebben dat pakje twee hun wordt aangereikt.
En dan gebeurt iets wat ik eigenlijk altijd wel grappig vind. Een kind vindt het blijkbaar een beetje saai worden en laat met een ondeugend gezicht het pakje overduidelijk expres uit haar handen vallen. “O jee,” roep ik, “opnieuw, alle pakjes mijn kant op.” We beginnen opnieuw en ja hoor, zodra het meisje een pakje krijgt, kijkt ze weer heel stout de groep rond en laat het pakje wederom expres vallen. De juf wordt ontzettend boos, pakt haar nogal ruw bij haar arm en zet haar uit de kring. Samen met de rest van de kinderen ben ik beduusd door deze onderbreking en ik twijfel een moment of ik er wat van zal zeggen. Ik doe het niet en pak het spel weer op vanaf het begin, waarbij dit keer het lied steeds sneller gaat. De kinderen zijn het voorval al snel vergeten en het meisje kijkt slechts twee minuutjes sip, voor ze de groep toejuicht. Van de juf mag ze na een minuut of vijf weer meedoen.
De enige bij wie het gebeuren is blijven hangen, ben ik. Als ik even de tijd neem om na te gaan wat er is gebeurd, besef ik dat het vast niet de eerste ondeugende actie van het meisje is. Bovendien is het ook voor de juf een uitdagende tijd. De schreeuwerige versieringen in de gangen en de mechanische muziek uit de digiboards zorgen voor overprikkelde kinderen én leerkrachten. Gelukkig vinden de kinderen haar de liefste juf van de wereld en kan ze wel een potje breken. -
31-10-2024
Angst voor fouten
Als muzikant leer ik veel van het lesgeven. Daarnaast herken ik de dingen waar musicerende leerlingen mee worstelen doordat ik zelf nog altijd veel optreed. Vooral de angst om het niet goed te doen, waardoor dingen juist eerder misgaan, zie ik veel tijdens de saxofoonlessen. Want voorspelen in de les is vaak enger dan op je zolderkamer voor de knuffels. Tijdens mijn eigen concerten betrap ik mezelf ook nog af en toe op die kritische stem in mijn hoofd. Gelukkig zijn kleuters hele goede leermeesters op dit vlak. . .
‘Maar wat doe je dan met die mini-mensjes in een muziekles?’ wordt mij weleens gevraagd. Ik ga geen saxofoon met ze spelen, maar muzikaal kun je veel doen want ze apen alles na. Kleuters zijn puur, wat je ziet is wat je krijgt. Ze doen niet alsof ze het leuk vinden, maar zijn oprecht enthousiast. Daarnaast is hun fantasiewereld zo groot dat bij de vraag wie er later een zeemeermin wordt er zeker één hand omhooggaat, waarna er meerdere volgen. Verder is bij kleuters die kritische stem nog niet ontwikkeld. Er zijn wel een aantal dingen die handig zijn om te weten bij kleuters. Begin bijvoorbeeld nooit met een open vraag, want de verhalen stoppen niet meer. En laat verlegen kindjes lekker de kat uit de boom kijken. Ze zitten in een hoekje, doen hun eigen ding, maar na een les of drie zingen en spelen ze alles mee wat er tot dan toe met de groep is gedaan. En doe gek, maak lol, want daar zijn kleuters sterren in. En als je lol hebt leer je sneller.
Kleuters leven in het moment en na de les is dat moment voorbij, waardoor het thuisfront niks te horen krijgt want ze waren er niet bij. Daarom nodig ik de ouders altijd halverwege de cursus uit voor een korte voorstelling om ze een kijkje te geven in de les. Zo ging dat de laatste keer:
We hebben gedanst, gezongen en gespeeld op darabuka’s. De ouders applaudisseren vol enthousiasme terwijl hun koters als trotse pauwen in hun armen vliegen. Bij het naar buiten gaan zegt een moeder tegen mij: ‘Ik moet je van Jack even iets laten zien.’ Voordat de moeder mij het filmpje toont, licht ze toe: ‘We waren bij een jamsessie met echte muzikanten en Jack ging steeds dichter bij de conga’s staan tot een muzikant hem vroeg mee te doen en moet je zien.’ Ik kijk naar de video en zie hoe Jack daar staat te swingen op die conga’s alsof hij nooit anders had gedaan. ‘Nu ik zie wat je met ze doet snap ik waar het vandaan komt’ zegt zijn moeder.
Jack is een jongetje dat tijdens de lessen dicht bij mij blijft en alles wat ik zeg of doe met grote ogen en oren opslurpt. Zo leerde hij in vier lessen zodanig spelen op een darabuka dat hij het blijkbaar niet kon laten mee te doen toen de situatie zich voordeed. Nu hoop ik dat hij die onbevangenheid vasthoudt terwijl hij zich bewuster wordt van de wereld om zich heen. En die onbevangenheid ga ik toch eens wat nader bestuderen, want die zou mooi ingezet kunnen worden om de kritische stem rustig te houden. Dat is precies waar oudere leerlingen veel aan kunnen hebben – en ik ook!
-
25-07-2024
Zandkastelen bouwen
De laatste lesweken was op de basisscholen waar ik lesgeef het thema vakantie.
Terwijl ik zong over zon, zee, strand, kamperen en bergen werd mijn verlangen naar de vakantie steeds groter. Ik maak as we speak met mijn gezin een mooie reis en na al die regen heb ik daar, zoals waarschijnlijk iedereen, erg naar verlangd.
Toen ik in een muziekles zong over zandkastelen bouwen op het strand stak een kleuter zijn hand op alsof hij zijn plas echt niet meer kon ophouden. Ik vroeg hem wat er was en spontaan vertelde dat hij ooit ECHT een keer een zandkasteel had gemaakt en hoe cool dat was. De rest van de kinderen keek hem vol verwachting aan terwijl hij vertelde hoe dat in zijn werk ging.
Ik begreep dat veel kinderen in die klas voorlopig alleen een zandkasteel zouden maken door middel van het zingen van het liedje. Voor veel kinderen is de zomervakantie lang en na een tijdje helemaal niet zo leuk meer, omdat ze heel klein wonen of omdat er geen geld is om leuke dingen te doen met een ouder. Kortom: school biedt hen de kleur die het leven vrolijk maakt.
Dit besef stemde mij verdrietig, want alle kinderen verdienen een vrolijke zomervakantie. Ik vroeg: ‘Wat kun je allemaal doen als je thuis bent? Waar word je blij van? Wie een idee heeft steekt zijn vinger op!’. Met een beetje hulp kwamen naast tv-kijken dingen naar boven als tekenen, knutselen, voetballen en bakken. Een kind zei dat hij het heerlijk vond om niks te doen. ‘Wat een goed idee is dat! Door niks te doen komen er vaak hele goede of gekke ideeën in je hoofd op!’
Na de les bedacht ik dat ik een lied ga schrijven over niks doen en wat dat op kan leveren. Daarvoor zal ik eerst een tijdje helemaal niks moeten doen, want mijn hoofd draait nog op volle toeren en lijkt nog moeilijk tot stilstand te willen komen. Maar het komt!
-
16-05-2024
Van klaslokaal naar noodopvang
Met 25 jaar ervaring als muziekdocent denk ik dat ik de meeste dingen wel heb meegemaakt. Ergens anders lesgeven dan op een school is daarom voor mij een verademing en leidt tot nieuwe inzichten. Ik geef dan ook met erg veel plezier voor Musicians Without Borders (MWB) workshops aan kinderen op verschillende noodopvanglocaties in het land, om op die manier wat licht in hun leven te brengen.
De groepen waar we met MWB voor staan zijn heel divers. Je weet nooit wat je te wachten staat. Eén ding is duidelijk, ze zijn altijd blij dat je er bent. De kinderen en volwassenen hebben weinig om handen en muziek zorgt voor een welkome afleiding. We werken met percussie-instrumenten, we dansen, zingen liedjes en zetten de mensen in het zonnetje met solo’s en applaus.Vorige week gingen we naar de boot bij Amsterdam waar mensen uit verschillende landen worden opgevangen. Er zitten ‘slechts’ 40 kinderen op de boot. Meestal nemen een aantal van deze kinderen een oudere broer of zus of een ouder mee die dan ook meedoet aan onze activiteit.
Mijn collega’s liepen musicerend door de gangen om te laten weten dat we er waren, terwijl ik in de zaal de laatste voorbereidingen trof. We hadden vooraf globaal een les besproken met een boel opties voor als er dingen niet zouden werken. Toen de stoet de ruimte binnenkwam, zag ik naast mijn twee kompanen 20 volwassen mannen naar mij toe komen. Geen kind te bekennen. ‘Dat is verrassend en onverwacht’, dacht ik nog, en ik vroeg mijn collega of we nog wilden beginnen met dat ene kinderliedje. ‘Welja’, zei ze, ‘toch handig als ze Nederlands willen leren?’. Het was een hit. En zoals het hoort bij een goed openingsnummer werd iedereen even gehoord, wat zorgde voor ontspanning van zowel de deelnemers als de workshopleiders. Sommige deelnemers gingen even naar de kant toen we dingen met beweging gingen doen, maar uiteindelijk deed iedereen mee.Het werd een feestje dat na de workshop overging in een zangfestijn. Een van mijn collega’s kent veel liedjes die deelnemers ook kennen, omdat zij zangavonden in een Utrechts azc organiseert. Een man had zijn cello meegebracht en had de grootste lol omdat mijn collega de liedjes net iets anders speelde dan hoe hij ze kende. En dat herinnerde mij er weer aan hoeveel invloed muziek kan hebben op ons. Muziek is leuk, plezier, lol, gezellig, lachen, samen zijn. We komen nader tot elkaar en we leren. Van een nieuwe taal tot nieuwe vrienden.
De kinderen op de boot waren die dag de stad in, sliepen of hadden iets anders te doen. Voor hen wordt blijkbaar al veel georganiseerd. Volwassenen moeten leren geduld te hebben in het eindeloze wachten en doen dan ook graag mee aan een muzikaal feestje.
-
07-03-2024
Een keer in de week is soms meer dan genoeg
De kinderen zitten in een kring, naast ieder meisje zit een jongetje. Ze zijn druk, er wordt veel geduwd en geschreeuwd, maar zodra ik een melodie inzet kijken ze mijn kant op. Een paar kinderen zingen mee. Halverwege het lied gaat de juf de deur uit, zonder dat de kinderen het doorhebben. Als de laatste noot klinkt, kijken een aantal jongetjes rond en merken ze dat ze alleen zijn met mij. Een jongetje stort zich gillend op de grond, een ander jongetje slaat het meisje dat naast hem zit. Ze begint te huilen. Een derde jongetje lacht er hard om. Ik zet mijn boze stem op en zeg dat we elkaar niet slaan. De reactie van de dader is een opgestoken middelvinger en een uitgestoken tong.
Dit gebeurde na de kerstvakantie tijdens mijn eerste muziekles in een groep 1. Ik moest er bijna om lachen, deze brutaliteit had ik nog nooit meegemaakt. Ik liep naar de schuldige en zei dat hij uit de kring moest. Hij schudde stuurs zijn hoofd. Gelukkig kwam de juf binnen, die hem bij zijn arm greep en in de hoek zette.
Gaandeweg het jaar blijkt dit gedrag niet minder te worden. Sommige kinderen laten zich graag inspireren door de boefjes en ik zie de juf steeds meer overspannen reageren, ook naar mij. In plaats van samen een les te geven, krijg ik tijdens de les kritiek op mijn methode, liedjes of aanpak. Ik heb hier al eens met haar over gesproken, het blijkt voort te komen uit stress. Het zorgt voor de nodige onrust, ook in mijn hoofd.
Het enige dat ik iedere week weer probeer, is de kinderen die ervoor open staan wat te leren en de brutalen geen ruimte te geven. Dat is best een opgave. Geef een van die jongens geen beurt en ze saboteren de boel, geef ze een (leuke) opdracht en ze willen niet. Nu ik dit zo schrijf, denk ik dat ik volgende week tegen de juf ga zeggen dat zij met deze kinderen op de gang een werkje mag gaan doen zodat ik met de rest van de klas muziek kan gaan maken.
Wie weet ga ik dan een keer niet zuchtend naar de volgende klas. -
21-12-2023
Muziek maakt de wereld een stukje mooier
De eerste dag na de verkiezingen stap ik een Amsterdamse bovenbouwklas in waar een begrafenisstemming heerst. De juf neemt me even apart en zegt dat de verkiezingsuitslag eerst besproken moet worden voordat de dag verder kan. Ik ben benieuwd wat er komen gaat en neem plaats achterin de klas.
Als de juf begint te vertellen over het nieuws van de dag steken meerdere kinderen hun hand op. Een jongen vraagt bezorgd of hij en zijn familie terug moeten naar Marokko, het land van zijn vakanties en voorouders. Uit de discussie die volgt blijkt dat hij niet de enige is met deze gedachte. Een ander kind maakt zich ernstig zorgen om de LHBTIQA-community waar zij/hij zich onderdeel van voelt. Is het nog wel veilig om jezelf te zijn als je anders bent?
Een jongen die altijd bezig is met diertjes en plantjes vraagt zich af of er over dertig jaar nog natuur over is. Als klap op de vuurpijl begint een meisje te huilen uit angst voor de terugkeer van zwarte piet.
Helaas hebben kinderen van 11 niet genoeg levenservaring om te weten dat dingen voorbijgaan. Ook zijn ze geboren in een tijd waarin oorlogen niet eindigen maar opstapelen. Daarnaast voelt een jaar voor hen heel lang, laat staan een regeerperiode van 4 jaar.Omdat we inmiddels dertig minuten verder zijn en er nog vijftien minuten van de muziekles over zijn, kijkt de juf mij aan. ‘We moeten ons sterk maken voor een land waar iedereen zich thuis voelt en daar kan muziek bij helpen’, zeg ik, terwijl ik de darabuka’s uitdeel. We spelen een ritme en improviseren om de beurt, waarna we de solist flink toejuichen. Daarna speel ik doem doem klap, doem doem klap. Meteen spelen de kinderen mee en zingen ze luidkeels We will rock you. Als ik de klas iets later dan gepland uitloop is de sfeer een stuk lichter en zie ik opgeklaarde gezichtjes. Muziek maakt de wereld toch echt een stukje mooier.
-
12-10-2023
Een veilige plek voor iedereen
Vroeger had ik nooit gedacht dat ik mij later regelmatig ouderwets zou voelen.
Tijdens mijn puberteit dacht ik vooruitstrevend te zijn met mijn openlijke biseksualiteit van dat moment, maar nu is het normaal. Mijn dochter van 14 en haar beste vriendin zijn de enige twee heteromeisjes in de klas. De rest is pan, homo, bi of fluïde. Tegenwoordig is het dus nog uitdagender om erachter te komen wat je seksuele voorkeuren zijn.
Ondanks alle verhalen waarmee mijn dochter mij probeert op te voeden heb ik haar onbewust toch een keer beschaamd. We stonden bij een snackbar en ik wist nog niet wat ik wilde bestellen, dus zei ik: ‘deze meneer mag wel voorgaan’. Het moment dat we buiten waren, kreeg ik de wind van voren. Dat HET/HEN toch duidelijk geen meneer was, want HET/HEN droeg een rok, lang haar en make-up. Hoe durfde ik HET/HEN met ‘hem’ aan te spreken? Ik was met stomheid geslagen, zei dat ik dacht dat HET/HEN misschien naar een feestje ging en vroeg of ik mijn excuses aan moest bieden. Dat hoefde (gelukkig) nou ook weer niet aangezien dat erg awkward zou zijn.
Er waren dingen veranderd en ik moest mee.Onlangs gaf ik me op voor de werkgroep diversiteit en inclusie op de muziekschool. Dit is een zeer belangrijk thema omdat de muziekschool nog een weg te gaan heeft op dit gebied. Maar na alle relevante sites te hebben doorgeploegd, ideeën te hebben uitgewisseld en gesprekken met diverse mensen te hebben gevoerd, vroegen wij ons nóg af hoe we de echte verandering konden laten starten. Daarom besloten we voor elke bijeenkomst een boek over het onderwerp te lezen. Op dit moment lezen we Je mag ook niks meer zeggen van Mounir Samuel.
Echt een aanrader voor iedereen, maar helemaal als je werkt met jonge mensen, aangezien het voor de volgende generatie zo meer vanzelfsprekend is om inclusief te denken.Ik voel mij compleet wankelen door de manier waarop ik communiceer en word mij steeds meer bewust van het feit dat onze taal totaal niet inclusief is. Het is geen fijn gevoel, omdat ik telkens bang ben iemand te kwetsen. Dus vroeg ik laatst aan de juf of ik nog ‘jongens en meisjes’ mocht zeggen. Dat mocht als het maar jongens EN meisjes zijn. Ik maak daarom van ‘zeemeermin’ nu liever ‘zeemeermens’, zodat alle kleuters hun vingers opsteken als ik vraag wie dat later wil worden.
Dit gaat alleen nog over gender, maar er valt nog zoveel te leren. Veel zal anders zijn in de toekomst en we zullen eraan moeten wennen als ouderwetse volwassenen. Ik heb alle vertrouwen dat onze maatschappij dan een stuk vreedzamer zal zijn met een veilig plekje voor iedereen.
-
06-07-2023
Hoe inclusief moet een muziekles zijn?
Amira is een klein slim meisje van 2 jaar oud. Ze is heel ondernemend en rent door het lokaal onder het toeziend oog van haar trotse moeder.
De eerste les verliep aardig, ondanks haar weigering om stil te zitten en ook andere kinderen een ervaring te gunnen met een instrument. Haar moeder was alert en deed mee met de les.Bij binnenkomst van de tweede les stormt Amira op mij af om de instrumenten, die ik zorgvuldig onder doeken heb verstopt, tevoorschijn te halen. Als haar moeder haar bij haar handje pakt, zet ze het op een brullen. Wanneer ik mijn ukelele oppak om het startlied te spelen, maakt ze zich los van haar moeder en rent weer op mij af, want zij wil ook de snaren bespelen. Ik laat het instrument zien en de andere kinderen komen er ook bij staan. Altijd leuk om een les anders te starten, maar de rust die ik aan het begin probeer te creëren is ver te zoeken.
Als we de warming-up liedjes zingen, begint het meisje het lokaal door te rennen en te huilen als haar moeder haar op schoot zet. Ze gooit met de shaker die ze krijgt om mee te spelen en is duidelijk met het verkeerde been uit bed gestapt. Afleiden met spelletjes, instrumenten of dansjes helpt niet en al gauw merk ik dat ik alleen nog bezig ben met dit ene kindje en dat de moeder haar niet tot rust kan brengen. De andere kinderen worden steeds onrustiger en sommigen beginnen te dreinen.
Ik besluit iets te doen wat ik nog niet vaak heb hoeven doen; de meeste ouders tolereren bepaald gedrag niet en zijn het na een tijdje zat.
Halverwege de les zeg ik tegen de moeder dat ik denk dat Amira vandaag geen zin heeft in muziek maken, en vraag ik of ze het erg vindt om het voor gezien te houden en volgende week terug te komen. De moeder is erg gepikeerd, en zegt dat ze dat nog niet weet.
Ze gaan de les uit, de rust sluipt de groep weer binnen terwijl de andere ouders en ik opgelucht ademhalen.Thuisgekomen probeer ik de moeder tevergeefs te bellen. Ik stuur haar een e-mail en leg uit waarom ik hen vroeg de les uit te gaan. Daarbij vertel ik dat Amira heel leergierig is en geïnteresseerd in muziek. Dat zij het als moeder hartstikke goed doet, maar dat kinderen soms niet mee willen werken. En dat ik hoop dat ze de week erop weer komen.
Mijn ervaring is namelijk dat als ouders de les uitgaan als het kind niet lekker in zijn vel zit of zich niet gedraagt het kind de week erop beter in de groep meedoet.Ik kreeg geen antwoord, ze zijn nooit meer geweest . . . .
-
27-04-2023
Muziekles op de Amsterdamse basisscholen
Dankzij subsidie van de gemeente Amsterdam krijgen veel basisscholen muziekles van een vakleerkracht. In een schooljaar zijn dat vijftien muzieklessen van 45 minuten. Het is de bedoeling dat de groepsleerkracht tijdens de muziekles meedoet en met een handleiding van de vakleerkracht de week erop de les herhaalt. Zo krijgen de leerlingen ook nog vijftien muzieklessen van de groepsleerkracht. Dit heet met een mooi woord co-teaching.
Co-teaching werkt hartstikke goed met groepsleerkrachten die het leuk vinden om een les muziek te geven. Helaas heb ik ervaren dat een aantal leerkrachten muziekles geven doodeng vinden, niet zitten te wachten op nog een vak geven of simpelweg de tijd niet hebben. Leerkrachten moeten een boel ballen in de lucht houden, dat merk ik als in- en uitvliegende vakleerkracht als geen ander.
Dus bedacht ik een experiment om groepsleerkrachten tegemoet te komen, zonder mezelf daarbij in de vingers te snijden. Om dat laatste uit te leggen: in één week bezoek ik drie scholen, op elke school geef ik gemiddeld vijf klassen om de week les. Ik zie dus ongeveer 750 kinderen twee keer per maand.
Het experiment hield in dat ik op een school die ik goed ken de kinderen drie keer in het jaar drie weken achter elkaar een les van 75 minuten gaf. Zonder de groepsleerkracht. Wat ontzettend goed werkte was dat ik de kinderen beter leerde kennen en een uitgebreidere les kon geven. De leerkrachten vonden die tijd voor zichzelf heel fijn, waardoor ik dacht een goede formule te hebben gevonden.
Helaas was deze formule niet ideaal, want er was te weinig regelmaat: de kinderen kregen na zo’n blok van drie weken ruim twee maanden geen muziekles. De leerkrachten wilden weer terug naar de oude situatie. Maar dan wel zonder aanwezig te zijn bij de muziekles die ik gaf en ze wilden de les de week erop ook niet herhalen. Met als gevolg dat ik elke keer weer haast opnieuw moest starten.
Ik heb aan de bel getrokken, gezegd dat het zo niet werkte, maar te laat. Er speelden in de klassen teveel moeilijkheden die ik zelf moest uitvogelen. Ik wilde niet te streng optreden, want politieagent spelen is niet mijn ding. Maar ik was toch te streng tegen kinderen die dat niet trekken. Toen ik dit bespreekbaar wilde maken kreeg ik van een aantal leerkrachten te horen dat ik als professional alleen voor een klas moet kunnen staan.Met pijn in mijn hart ben ik tijdelijk gestopt, terwijl er al zo’n tekort is aan vakleerkrachten.
Ik hoorde in de wandelgangen dat de subsidieregeling over een paar jaar verandert. Het co-teaching-idee gaat eruit en we moeten als kunstvakdocenten voor werkdrukverlichting zorgen. Ik denk hier heel graag over mee. Ik geloof dat het kan, maar dan moet er wel ruimte zijn om te experimenteren en om fouten te mogen maken en hiervan te leren! -
16-02-2023
Zingen voor later
‘Goedemiddag allemaal, we komen met jullie muziek maken!’
Er zitten 9 dames en 1 heer van 80-plus aan de lange tafel te genieten van een kopje thee met een koekje. Een dame draait zich om naar haar buurvrouw, duwt haar rechteroor met een hand naar voren en roept: ‘Wat komen ze doen?’.
‘Volgens mij komen ze zingen met ons!’, antwoordt haar buurvrouw luid.
‘Oh, maar dat hebben we toch al gedaan?’
Hun gesprek kabbelt voort terwijl wij instrumenten klaarzetten, tafels aan de kant schuiven en een laptop, microfoon en beamer aansluiten. Dit gaat allemaal niet vlekkeloos en we krijgen nogal wat commentaar van de dames. ‘Kijk ze eens prutsen, volgens mij snappen ze er niks van…’Ik glimlach geruststellend naar ze en vraag of ze nog weten wat we vorige week hebben gezongen. Een glazige blik is het antwoord, waarna ik zachtjes het lied Diep in mijn hart van tante Leen neurie. Het lijkt niet tot hen door te dringen en ze gaan verder met het leveren van commentaar.
Als we klaar zijn met de voorbereidingen en de thee op is, zet mijn collega het stuk Oblivion aan. De enige heer in het gezelschap zit naast mij en zegt: ‘Oh, wat een prachtige muziek!’.Ik deel zachte buizen uit en doe voor wat de bedoeling is. Een dame roept meteen protesterend dat ze haar armen echt niet zoveel kan bewegen.
‘We doen wat we kunnen en niks moet. Het fijnste is als de beweging de muziek volgt en als jullie durven, sluit dan de ogen.’ Zo leid ik de mensen in een meditatieve dans. De protesten verstillen en de bewoners genieten zichtbaar van het bewegen op de mooie muziek van Piazzolla.Daarna delen we de teksten uit van Diep in mijn hart. De praatgrage dames zeggen tegen elkaar: ‘Oh, maar die hebben we vorige keer al gezongen!’ ‘Klopt’, zeg ik. ‘Vorige keer hebben we het gezongen met een filmpje op de beamer, vandaag gaan we het met gitaarbegeleiding doen. Ik zal het voorzingen, maar zing vooral lekker luid mee want ik heb jullie nodig!’.
We hebben een aantal voor de bewoners bekende liedjes voorbereid en zoals mij telkens weer opvalt, zingt iedereen luidkeels en met veel gevoel voor melodie en timing mee.
Liedjes waar ik behoorlijk mijn best op heb moeten doen, want de melodieën maken net andere wendingen dan mijn moderne oor wil: de bewoners zingen alsof het kinderliedjes zijn.Hoe mooi werkt het brein dat nog veel van vroeger blijkt te hebben opgeslagen en wat fijn dat er vroeger zoveel werd gezongen. Tijdens gesprekken in de allereerste les vertelden mensen graag wat muziek voor hen betekent en welke muziek belangrijk is in hun leven. Luisteren maar ook (mee)zingen deden ze veel, samen, bij de afwas, in de kroeg, tijdens een spelletje of in de klas. Overal paste een lied bij.
Ik denk met een wee gevoel aan mijn groep 8 van de dag ervoor en hoeveel moeite het mij kost om hen te laten zingen. Ik besef dat het met de kinderen van nu de kunst is om uit alle muziek die er is ‘het’ lied te vinden dat ze allemaal raakt om zo saamhorigheid en geschiedenis voor later te creëren.
-
01-12-2022
Gouden formule
SLO formuleerde vijf doelen voor muziekles in het basisonderwijs, op basis van kerndoel 54: zingen, luisteren, muziek maken, muziek vastleggen en bewegen. Hiermee kun je honderden lessen vullen. Maar wat is de gouden formule om kinderen echt te raken met muziek? Hoe krijg je ze zover dat ze voluit meezingen en meedoen?
Het is altijd een feest om op school aan te komen. Kinderen roepen enthousiast: ‘Jippie, daar is de muziekjuf’. Of ik krijg een groepsknuffel van kleuters die zeggen dat ze blij zijn mij te zien. Heerlijk natuurlijk, maar naast al het goeds wat het doet voor de ontwikkeling van de hersenen, hoop ik dat muziek een fijn instrument wordt waar ze hun gevoelsleven mee kunnen sturen. Hun oren aan kunnen scherpen, ervaringen mee kunnen verdiepen. Simpelweg dat muziek hen een gelukkiger mens zal maken. Dat is immers wat muziek voor mij doet. Wat het precies voor hen doet is vaak onduidelijk, omdat ik de kinderen maar 45 minuten en om de week zie. Het is dan ontzettend fijn als er een leerkracht bij zit die de kinderen observeert en aan het einde van de les reflecteert.
Zo zei een leerkracht laatst in groep 3 tegen een leerling na de les: ‘Rima, wat kun jij goed zingen zeg! Je bent altijd zo stil, vaak lijkt het alsof je in gedachten ergens anders bent. Nu hoor ik je prachtig en luid meezingen met de muziekjuf. Wauw, wat heerlijk.’
Yes, denk ik dan. Dit kind heeft misschien een andere manier van leren dan gebruikelijk is in de klas. Zij vindt muziek leuk en zal waarschijnlijk meer auditief ingesteld zijn. Door te zingen wordt zij in een blijere staat gebracht en zal ze de rest van de dag hopelijk beter kunnen werken.
De les erop doet Rima een stuk minder mee. Ik leg de lessen naast elkaar. De liedjes zijn beide leuk, de oefeningen zijn eigenlijk altijd een succes, maar er blijkt één groot verschil te zijn. De les waarin Rima zo goed meedeed leidde ik in met een persoonlijk verhaal. Ik bracht het lied vanuit een ervaring waar zij zich aan kon spiegelen, terwijl ik de les daarop nauwelijks aandacht besteedde aan een verhaal eromheen. Ik ging ervan uit dat het leuk genoeg zou zijn.
Sindsdien gebruik ik meer storytelling en merk ik dat mijn lessen bij meer kinderen beter aanslaan. -
22-09-2022
Cultuurcoach
Ik sprong een gat in de lucht toen ik in 2021 hoorde dat ik mee mocht gaan werken aan de Pilot Cultuurcoach in Amsterdam. De pilot had als doel kansengelijkheid te bevorderen door de afstand tot grootstedelijke en buurtgebonden cultuureducatie te verkleinen. Een van de scholen waar ik muziekles geef kwam ervoor in aanmerking en ik ging er als cultuurcoach aan de slag. In mijn hoofd ontstonden de wildste plannetjes, ik mocht de kinderen introduceren in de wondere wereld van cultuur! Hoe verwonderd zouden die koppies kijken als ik ze liet kennismaken met het werk van een beeldend kunstenaar. Hoeveel emoties zouden ze ervaren door zelf theatrale oefeningen te doen.
Het viel niet mee om mijn ideeën van de grond te krijgen. De pilot was vrij ruim en vaag geformuleerd waardoor ik niet precies wist wat er van mij werd verwacht en wat de mogelijkheden waren. Gelukkig kon ik met al mijn vragen en plannen aankloppen bij medecultuurcoaches en waren er veel online meetings. We discussieerden en wisselden de leukste ideeën uit.
Toen ik de directrice een aantal concrete plannen voorlegde, vertelde ze me dat wegens het wegwerken van corona-achterstanden alle cultuurlessen tijdens mijn eigen (muziek)les moesten plaatsvinden. Naschoolse lessen waren mogelijk, maar daar bleek ik een andere instantie bij in de weg te lopen.
Uiteindelijk lukte het om groep 8, waar problemen met veiligheid en omgang speelden, een aantal theaterlessen te laten volgen. De theaterdocent gaf les aan een halve klas, zodat de groepsleerkracht met de andere helft kon werken aan eventuele achterstanden. Helaas moesten we na drie weken weer vanuit huis lesgeven door de tweede lockdown. Toen de scholen weer opengingen werden de laatste theaterlessen nog snel gegeven want mijn cultuurcoachschap kwam ten einde. Er kwam geen verlenging, ondanks het succes van de pilot in 2020, en de start van de regeling Driejarige subsidies Cultuurcoach 2022-2024. De muziekschool waarvoor ik als cultuurcoach werk was niet rap genoeg met haar aanmelding. Soms zijn enthousiasme en inzet niet genoeg en eindigt iets moois voor het goed begonnen is door bureaucratie.
Toch geloof ik, mede door de ervaringen van collega’s, in de meerwaarde van het fenomeen cultuurcoach en hoop ik op een andere plek beter werk te kunnen leveren!
-
12-06-2022
Kunstvakken mixen
‘Juf mogen we weer tekenen op muziek?’
‘Gaan we ook beats maken bij de film?’
Inspireren en motiveren, daar gaat het om als je alle kinderen actief mee wilt laten doen met de muziekles. Om de kinderen tijdens de muziekles te motiveren, gebruik ik elementen uit andere kunstvakken.Natuurlijk kun je ze allemaal een djembé (Afrikaanse trommel) geven om op te spelen, maar helaas heeft dit als resultaat dat de les vaker wel, dan niet uitmondt in een op hol geslagen dierentuin. De snel overprikkelde leerlingen zullen vervolgens weglopen en de muziekdocent is na twee lessen toe aan vakantie. De omringende klassen sturen een afgevaardigde om te kijken wat er in vredesnaam aan de hand is.
Doceren is doseren en dat geldt zeker ook voor de muziekles in het basisonderwijs. Veel docenten wisselen hun lessen daarom af met de meer bruikbare muzikale elementen, zoals zingen, bodypercussie, shakers(schudeitjes), claves(stokjes) en boomwhackers. Met als gevolg dat de kinderen op een gegeven moment in groep 6 verwend zitten te zuchten bij het zien van de muziekdocent met een tas vol van – voor hen – hetzelfde. Gelukkig heeft muziek veel raakvlakken met de andere kunstvakken. Zo kunnen leerlingen aan de hand van een muziekstuk tekenen, een verhaal schrijven, een dans, toneelstuk of film maken. En andersom natuurlijk.
Er is wel een maar. Op de basisscholen in Amsterdam en Beverwijk waar ik lesgeef, krijgen leerlingen om de week – en dan drie kwartier – muziekles. Met het geld van de gemeente geeft de ene week de muziekdocent les, de andere week de klassenleerkracht. Die herhaalt dan een deel van de muziekles van de muziekdocent.
Dat werkt dus niet. Leerkrachten hebben teveel verplichtingen, vaak hebben ze niks met het vak muziek of vinden ze muziekles geven doodeng. Amsterdam kent echter een tekort aan zowel klassenleerkrachten als muziekdocenten. Het zou dan ook mooi zijn als scholen niet alleen muziekdocenten, maar ook andere kunstvakdocenten in kunnen huren. Dat kost de gemeente wat meer, maar dan krijgen alle leerlingen wel elke week een kunstles. Tegelijkertijd verlaagt het de werkdruk van de toch al zo bezige klassenleerkrachten. Plus: de verschillende kunsten stimuleren kinderen anders te luisteren en kijken naar de wereld om hen heen.
Dat helpt misschien ook wel bij taal en rekenen.
Word abonnee
Automatisch op de hoogte blijven van onderzoek, recente ontwikkelingen en goede praktijkvoorbeelden uit het vakgebied?
CJP Educatie
Een online etalage waar scholen in het VO het aanbod van culturele organisaties vinden. Van online workshops fotografie tot een interactieve voorstelling via Zoom.
Cover #6
Radically Mine! 2024 Winnend object juryprijs Leerlingenwerk vso De Berkenschutse (Heeze) Van Abbemuseum Foto Damion Thakoer (fragment)